De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel E, onder 5, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «vijfde tot zesde lid» vervangen door «vijfde tot zevende lid»
en wordt «wordt een nieuw vijfde lid» vervangen door «worden twee leden».
2. Aan het voorgestelde vijfde lid worden twee zinnen toegevoegd, luidende: De regeling
vervalt tevens van rechtswege indien uiterlijk drie maanden na de inwerkingtreding
van een ministeriële regeling waarin een infectieziekte als behorend tot groep A1
wordt aangewezen geen voorstel van wet tot incorporatie van die regeling is aangenomen
door beide Kamers der Staten-Generaal. Het voorstel van wet tot incorporatie dient
tevens te regelen dat de aanwijzing als infectieziekte behorend tot groep A1, uiterlijk
zes maanden na inwerkingtreding van die wet vervalt.
3. Er wordt een lid ingevoegd, luidende:
-
6. Bij regeling van Onze Minister, in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad,
kan de termijn waarvoor de infectieziekte als behorend tot groep A1 is aangewezen,
telkens met ten hoogste zes maanden worden verlengd. Een regeling als bedoeld in de
eerste zin wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat deze aan beide Kamers
der Staten-Generaal is overgelegd. Indien binnen die termijn een der Kamers besluit
niet in te stemmen met de regeling, wordt deze niet vastgesteld.
II
In artikel I, onderdeel F, wordt in de voorgestelde artikelen 20a, vierde lid, en
20b, derde lid, «Artikel 20, vijfde lid, tweede en derde zin, en zesde lid» telkens
vervangen door «artikel 20, vijfde lid, tweede tot en met vijfde zin, en het zesde
en zevende lid».
Toelichting
Dit amendement strekt ertoe dat er een vervalbepaling wordt opgenomen voor de aanwijzing
van een infectieziekte in groep A1. Met dit amendement vervalt de aanwijzing van de
infectieziekte in de Wet publieke gezondheid (Wpg) automatisch na zes maanden.
De procedure komt er met dit amendement als volgt uit te zien. Het kabinet neemt een
ministerieel besluit om een infectieziekte in de A1-groep op te nemen. Onverwijld
dient de regering een wetsvoorstel in om de infectieziekte in de Wpg te incorporeren.
Uiterlijk drie maanden na inwerkingtreding van de ministeriële regeling moet de incorporatiewet
door Tweede en Eerste Kamer zijn aangenomen. Is dat niet het geval, dan vervalt de
ministeriële regeling automatisch. De incorporatiewet heeft in beginsel een looptijd
van zes maanden, gerekend vanaf het moment van inwerkingtreding van de incorporatiewet.
Het ligt in de rede dat bekrachtiging en inwerkingtreding van de wet volgt spoedig
na het aannemen door de Eerste Kamer.
Indien de regering het noodzakelijk acht dat vanwege het belang van de volksgezondheid
de infectieziekte ook na deze zes maanden aangemerkt moet blijven als A1-ziekte, dan
kan het kabinet een ministeriële regeling indienen om de aanwijzing van de infectieziekte
als behorend tot groep A1 in de Wpg met maximaal zes maanden te verlengen. Deze ministeriële
regeling wordt minstens dertig dagen voor inwerkingtreding van de verlenging voorgehangen,
waarbij beide Kamers blokkeringsrecht hebben.
Indien de regering het niet langer noodzakelijk acht dat de infectieziekte aangemerkt
moet blijven als A1-ziekte, maar wel opgenomen moet worden in de A2-, B1- of B2-groep,
dan wordt de procedure doorlopen die de voorgestelde artikelen 20 en 20a voorschrijven.
Er wordt met dit amendement alléén voor de A1-groep een vervalbepaling gecreëerd,
dus niet voor de andere groepen infectieziekten. Dit onderscheid wordt gerechtvaardigd
door het bijzondere karakter van infectieziekten in de A1-groep en het vergaande karakter
van de collectieve maatregelen die op basis van indeling in de A1-groep mogelijk kunnen
worden gemaakt.
Van der Staaij
Hijink