36 191 Regels omtrent de instelling van een adviescollege voor de algehele verbetering en beheersing van ICT-projecten en informatiesystemen bij de centrale overheid (Wet Adviescollege ICT-toetsing)

B VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN1

Vastgesteld 11 juli 2023

1. Inleiding

Naar aanleiding van het wetsvoorstel hebben de leden van de fractie van BBB de volgende vragen aan de regering. De leden stellen deze vragen omdat zij het belangrijk vinden dat het Adviescollege onafhankelijk kan opereren en de adviezen transparant zijn. Het gaat immers om ICT-projecten van de overheid en om goed zicht te krijgen op wat er fout gaat en welke kosten dit met zich brengt is het van belang dat «de slager (in dit geval de overheid) niet zijn eigen vlees keurt».

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorstel Wet Adviescollege ICT-toetsing en hebben gezamenlijk daarover enkele vragen.

De leden van de VVD-fractie hechten er groot belang aan dat in het Adviescollege ICT-toetsing, naast wetenschappelijke expertise, ook actuele kennis uit het bedrijfsleven in ruime mate aanwezig is. Ook hechten de leden waarde aan een gezonde personele doorstroom van leden, conform de huidige inzichten en gebruiken ten aanzien van good governance in besturen en adviescolleges. Daarom stellen de leden van de VVD-fractie twee vragen.

De leden van de fractie van D66 hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel dat een permanent adviescollege voor de toetsing van ICT-projecten en informatiesystemen instelt. De leden onderschrijven de noodzaak van een permanent, onafhankelijk adviescollege. De leden hebben nog enkele vragen over het voorliggende wetsvoorstel.

2. Adviesaanvragen

Voor nieuwe ICT-projecten boven de 5 miljoen euro moet de Minister een adviesverzoek doen over de risico’s en slaagkans van een ICT-project (artikel 11, lid 1). In artikel 11, lid 5, staat dat nader advies gevraagd kan worden over de risico’s en slaagkans van een ICT-project dat is gestart. De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD vragen de regering of er criteria zijn opgesteld om nader invulling te geven aan verzoeken om een nader advies (artikel 11, lid 5)? Zo ja, welke? Zo nee, acht de regering dit wenselijk om te bepalen?

Voor het project CHAM Common Highway Agency Rijkswaterstaat Model (CHARM) heeft het Adviescollege ICT-toetsing recent (mei 2023) een ongevraagd advies gegeven. De planning in 2015 voorzag in oplevering van het nieuwe systeem in 2018, voor 34,5 miljoen euro. Sindsdien zijn er verschillende heroriëntaties uitgevoerd en is het budget drie keer opgehoogd met gereduceerde functionaliteit. De laatste heroriëntatie van medio 2022 bedroeg een budget van 169 miljoen euro. Op basis van dit ongevraagd advies heeft de Minister inmiddels recent stevig ingegrepen. De leden van deze fracties kunnen zich voorstellen dat gezien de budgetoverschrijdingen bij dit, reeds gestarte project, door de Minister een advies van het Adviescollege ICT-toetsing was gevraagd. Kan de regering aangeven waarom dit niet is gebeurd? Wat is er te leren uit deze casus?

In het jaarverslag 2022 van het Adviescollege ICT-toetsing staat te lezen dat er geen adviesaanvragen zijn gedaan in het kader de uitbreiding van de taak om de doeltreffendheid en doelmatigheid van het onderhoud en beheer van informatiesystemen te onderzoeken. Kan de regering aangeven waarom er geen aanvragen zijn ingediend? Mogelijk is dit onvoldoende bekend op de verschillende departementen?

3. Evaluatie

In de wet staat in artikel 13 dat de wet na 4 jaar wordt geëvalueerd. De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD hechten aan een onafhankelijke evaluatie. Mede gezien de situatie rondom de vorige evaluatie van het BIT (2018) hebben zij hierover enkele vragen. Is de regering het met de leden eens dat evaluatie onafhankelijk moet worden uitgevoerd? Zo ja, hoe is de onafhankelijkheid in het voorliggend wetsvoorstel geborgd? In het instellingsbesluit van het voormalig BIT, stond vermeld dat de evaluatie uitgevoerd moest worden door een onafhankelijke instantie. Waarom is dit vereiste niet meegenomen in de voorliggende wet? In het instellingsbesluit van het voormalig BIT stond vermeld dat de toezichtraad BIT de opdracht geeft voor de evaluatie. Waar is het opdrachtgeverschap van de evaluatie, bedoeld in artikel 13 van de voorliggende wet, belegd?

4. Benoeming leden Adviescollege ICT-toetsing

In deze wet staat in artikel 2 beschreven hoe de benoeming van de leden van het Adviescollege ICT-toetsing plaatsvindt. De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD hechten zeer aan de onafhankelijkheid van deze leden. De wijze van benoeming kan van invloed hierop zijn. Welke waarborgen heeft de regering in dit wetsvoorstel of anderszins getroffen om maximaal te zorgen voor onafhankelijkheid van de leden van het Adviescollege ICT-toetsing? In het instellingsbesluit van het voormalig BIT stond vermeld dat de toezichtsraad bestond uit 3 leden:

  • een lid op voordracht van de Auditdienst Rijk;

  • een lid op voordracht van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen;

  • een lid op voordracht van het CIO-platform Nederland.

Is overwogen om een soortgelijke werkwijze te hanteren voor de selectie en benoeming van de leden van het Adviescollege ICT-toetsing?

5. Profiel leden Adviescollege ICT-toetsing

De adviezen van het Adviescollege ICT-toetsing zijn regelmatig kritisch, waardoor deze niet altijd met luid gejuich ontvangen worden. Het is daarom van belang dat de leden van het Adviescollege ICT-toetsing in staat zijn autonoom te functioneren. Deelt de regering deze mening van de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD? Zo ja, welke waarborgen heeft de regering hiertoe in het kader van de benoeming van de leden van het Adviescollege ICT-toetsing in dit wetsvoorstel of anderszins getroffen?

De leden van de VVD-fractie vragen de regering hoe zij van plan is om te borgen dat actuele praktijkkennis uit het bedrijfsleven ten aanzien van ICT in ruimte mate aanwezig zal zijn? Gegeven het feit dat het wetsvoorstel niet voorziet in een beperking van de zittingstermijn van leden van het Adviescollege, hoe wil de regering de bij dit soort colleges gebruikelijke personele doorstroom borgen?

6. Onpartijdigheid Adviescollege ICT-toetsing

De leden van de BBB-fractie vragen de regering in hoeverre het Adviescollege ICT onafhankelijk van het ministerie werkt.

Artikel 4 heeft betrekking op de onpartijdigheid. De leden van de fracties van GroenLinks- PvdA, SP en PvdD hebben daarover de volgende vragen. Er is sprake van «betrokkenheid». Waarom wordt niet de term «belang» gehanteerd? Is het mogelijk dat iemand wel een (in)direct belang heeft bij een advies, maar geen (in)directe betrokkenheid?

Waarom wordt gesproken over betrokkenheid «bij een adviesaanvraag» en niet bij «het advies»? Is het mogelijk dat iemand wel een belang kan hebben bij een bepaalde uitkomst van een advies maar op zich niet bij een adviesaanvraag?

Kunnen zich met betrekking tot een lid omstandigheden voordoen die «schijn van partijdigheid» opleveren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is artikel 4, tweede lid dan op zo’n geval van toepassing en waar blijkt dat uit?

De Algemene Rekenkamer, de Auditdienst Rijk, de Raad van State, de Autoriteit Persoonsgegevens en het Adviescollege ICT-toetsing kunnen allen een rol spelen bij het toetsen van ICT-projecten en informatiesystemen. De leden van de D66-fractie vragen de regering hoe de taken en verantwoordelijkheden zijn verdeeld tussen deze instellingen/organisaties/organen?

7. Benoeming Secretaris-Directeur en overige medewerkers

In deze wet staat in artikel 6 beschreven dat de Minister voorziet in een ambtelijk secretariaat, met aan het hoofd een secretaris-directeur. Over het vertrek van het toenmalig hoofd van het BIT zijn enkele artikelen in de media verschenen, waarin de complexiteit van deze functie beschreven wordt. De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD hechten zeer aan een onafhankelijke positie van het ambtelijk secretariaat. Daarom stellen zij de volgende vragen. Welke waarborgen heeft de regering, in dit wetsvoorstel of anderszins, getroffen om maximaal te zorgen voor onafhankelijkheid van het ambtelijk secretariaat en in het bijzonder de secretaris-directeur?

Ook de wijze van selectie, benoeming en de arbeidsverhoudingen kunnen invloed hebben op de (ervaren) onafhankelijkheid van de secretaris-directeur en de overige medewerkers. Hoe draagt de wijze van selectie, benoeming en de arbeidsverhoudingen bij aan de gewenste onafhankelijkheid?

Welke rol/verantwoordelijkheid heeft het adviescollege ICT-toetsing bij de selectie en benoeming van de secretaris-directeur?

8. Budget en capaciteit

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD vragen zich af of de hoogte van beschikbare budget voor het Adviescollege ICT-toetsing voldoende is om haar huidige en aanvullende taak goed te kunnen uitvoeren. In de periode 2015–2022 is 44% van de aanvragen niet in behandeling genomen. In het jaarverslag 2022 van het Adviescollege ICT-toetsing wordt een onderbesteding gemeld. Als motivatie wordt genoemd minder kosten voor scholingen opleiding van medewerkers en een nog niet volledige invulling van de formatie van het secretariaat. In het jaarverslag is niet te zien wat de omvang is van de onderbesteding van het budget 2022. Kan de regering dat inzichtelijk maken?

Uit alle jaarverslagen van het Adviescollege blijkt dat niet alle adviesverzoeken uitgevoerd kunnen worden. Er wordt daarom een risico-inventarisatie gemaakt om keuzes te maken welke adviesaanvragen wel en welke niet worden opgepakt. Gezien de taakuitbreiding is te verwachten dat er komende jaren nog steviger geprioriteerd moet worden. Mede hierdoor adviseert de politie2, in reactie op het conceptwetsvoorstel om het takenpakket niet uit te breiden.

Gezien het maatschappelijk belang van de adviezen van het Adviescollege, de daarmee samenhangende potentiële besparing van kosten en het effect op de kwaliteit van de ICT-kennis binnen de Rijksdienst is het belangrijk om de gevaagde adviezen ook daadwerkelijk te kunnen uitvoeren. Hoe beoordeelt de regering deze situatie? Is de regering bereidt om de beide Kamers actief te informeren over een verzoek tot ophoging van het budget van het Adviescollege ICT-toetsing?

9. Ongevraagd advies

Het Adviescollege ICT-toetsing kan, op basis van Artikel 7, lid 3, ongevraagd advies geven op 2 van de 3 deelgebieden verwoord in artikel 7, lid 1a, 1° t/m 3°. Waarom kan Adviescollege ICT-toetsing geen ongevraagd advies geven over artikel 7, lid 2, 1°: «een doeltreffende en doelmatige inrichting en toepassing van een informatiesysteem ter uitvoering van beleid of regelgeving», zo vragen de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD.

10. Relatie met CIO’s

In het jaarverslag 2022 van het Adviescollege ICT-toetsing lezen de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD dat er tussen de CIO’s afspraken zijn gemaakt dat, voorafgaand aan een aanvraag voor advies aan het Adviescollege, een «departementaal CIO-oordeel» wordt opgesteld. Waar heeft dit CIO-oordeel betrekking op? Betreft dit een oordeel op de concept-adviesaanvraag? Zo nee, waarop dan wel?

11. Hoor en wederhoor

In artikel 3, lid 5 van het voormalig instellingsbesluit BIT stond vermeld: «De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zendt het conceptadvies van het BIT aan de Minister die het aangaat. Na een termijn van twee weken ten behoeve van hoor en wederhoor zendt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het definitieve advies aan de Minister die het aangaat». De voorliggende wet bevat geen bepalingen over hoor en wederhoor. Wat is de gangbare praktijk ten aanzien van hoor en wederhoor?

Om de schijn van afhankelijkheid te voorkomen achten de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD het noodzakelijk om transparant te zijn over de wijze waarop hoor en wederhoor plaatsvinden. Deelt de regering deze opvatting? Zo ja, hoe kan hierin voorzien worden? Is overwogen om conceptadviezen, hoor en wederhoor openbaar te maken? Zo ja, waarom is hiervoor niet gekozen? Zo nee, waarom niet?

12. Openbaarheid adviezen

De leden van de BBB-fractie vragen de regering waarom er bewust voor is gekozen om de adviezen van het Adviescollege niet onverwijld openbaar te maken?

In het instellingsbesluit BIT was de openbaarheid van adviezen, in artikel 4, lid 4, 5 en 6, ruimer geregeld dan in het voorliggend wetsvoorstel. Alle adviezen werden, na vier weken, openbaar gemaakt door het BIT en door de Minister verzonden aan de Tweede Kamer. In de voorliggende wet is de openbaarheid van adviezen beperkt tot het openbaar maken van de adviezen op verzoek van de een van de beide Kamers (artikel 7, lid a). Waarom is gekozen voor deze inperking? Graag een toelichting. Hoe verhoudt deze inperking zicht tot de Wet open overheid en de doelstelling hiervan, zo vragen de leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD.

13. Overige

De leden van de fracties van GroenLinks-PvdA, SP en PvdD hebben voorts nog de volgende vragen over het wetsvoorstel.

Hoe verdraagt zich artikel 8, eerste lid met de omschrijving van de taak in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a? Is het college bevoegd om een verzoek als bedoeld in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a niet in behandeling te nemen? Zo nee, wat is dan de precieze betekenis van het bepaalde in artikel 8, eerste lid? Zo ja, waarom is die bevoegdheid tot niet in behandeling nemen toegekend?

Wie bepaalt de termijn waarbinnen het college op een adviesverzoek dient te beslissen? Wat is het rechtskarakter van het besluit van het college tot vaststelling van het toetsingskader als bedoeld in artikel 7, vijfde lid? Wat is het rechtskarakter van het naschrift als bedoeld in artikel 8, vierde lid? Waarom is uitdrukkelijk bepaald dat het naschrift niet als «advies» wordt aangemerkt?

Algoritmes en automatisch besluitvorming kunnen onderdeel zijn de ICT-projecten en informatiesystemen waar het Adviescollege een advies over geeft. De regering heeft in de memorie van toelichting en de nota naar aanleiding van het verslag aan de Tweede Kamer aangegeven dat expertise over algoritmes in het college wenselijk is. Welke rol heeft het Adviescollege bij de toetsing van de rechtmatige inzet van algoritmes en automatische besluitvorming in ICT-projecten en informatiesystemen? Hoe is de rolverdeling met de Autoriteit Persoonsgegevens en andere toezichthouders op algoritmes, zo vragen de leden van de fractie van D66.

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het verslag en ziet deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag tegemoet.

De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Lagas

De griffier van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Lagas (BBB) (voorzitter), Kroon (BBB),Van Langen (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rovers (GroenLinks-PvdA), Van den Berg (VVD), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Van Meenen (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (Ja21), Kox (SP), Talsma (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

Naar boven