36 191 Regels omtrent de instelling van een adviescollege voor de algehele verbetering en beheersing van ICT-projecten en informatiesystemen bij de centrale overheid (Wet Adviescollege ICT-toetsing)

Nr. 12 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SLOOTWEG TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 23 mei 2023

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 7 wordt na het vierde lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 4a. Voor het opstellen van adviezen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, stelt de Adviescommissie een toetsingskader vast, waarin in ieder geval wordt opgenomen:

    • a. indien het een advies als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, betreft, de ruimte om bij beslissingen maatwerk toe te passen;

    • b. indien het een advies als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, betreft, het perspectief van de burger als eindgebruiker; en

    • c. de risico’s op het gebied van strategische digitale veiligheid.

Toelichting

Indiener stelt voor om wettelijk vast te leggen dat het Adviescollege gebruik maakt van een toetsingskader, zoals nu reeds in de praktijk gebeurt.1 Indiener acht het van belang om in dat toetsingskader drie essentiële elementen toe te voegen, die momenteel ontbreken. Het Adviescollege neemt deze elementen mee bij het opstellen van een advies.

Het eerste element is de ruimte voor de ambtenaar om bij beslissingen maatwerk toe te passen. Zoals de Tijdelijke Commissie uitvoeringsorganisaties in haar rapport «Klem tussen Balie en Beleid» al heeft aangegeven is de publieke dienstverlening sterk gedigitaliseerd. Enerzijds om snel en makkelijk diensten te kunnen verlenen aan burgers en bedrijven, anderzijds om publieke taken efficiënter en doelmatiger te kunnen uitvoeren. Dit heeft echter ook tot nieuwe uitdagingen geleid.2 Zo bieden de geautomatiseerde systemen weinig ruimte voor flexibiliteit.3 Indiener pleit er daarom ten eerste voor om bij het ontwerp van een IT-systeem rekening te houden met het feit dat overheidspersoneel de mogelijkheid heeft om maatwerk aan te bieden en te voorkomen dat een IT-systeem daar geen mogelijkheid voor biedt.

Ten tweede acht indiener het van groot belang dat het perspectief van de burger wordt meegenomen bij het bouwen van IT-systemen. We hebben de laatste jaren geleerd dat automatiseringstrajecten van de overheid weinig of geen rekening houden met onze inwoners. Al in 2013 gaf het Rathenau Instituut aan dat de belangen van de burger in de knel komen bij het ontwerp van ICT-systemen van de overheid.4 Vandaar dat indiener ervoor pleit dat automatiseringstrajecten van de overheid moeten beginnen bij en mede vormgegeven moeten worden door onze inwoners. Niet de procesverbetering of de efficiëntie van de overheid dient centraal te staan, maar de vraag of onze inwoners daadwerkelijk geholpen worden. Of ze toegang hebben tot de overheid en of ze kunnen begrijpen wat de beslissing is die de overheid neemt.

Indiener pleit er ten derde voor dat het Adviescollege bij haar advisering risico’s op het gebied van strategische digitale veiligheid meeweegt. De risico’s op digitale spionage via bijvoorbeeld IT-hard- en software nemen toe. Hoewel er ook andere organisaties zijn die hierop letten, zoals de inkooporganisatie van het Rijk en de NCTV5, acht indiener het desondanks nodig dat deze veiligheidsvraag direct wordt meegenomen door het Adviescollege. Hiermee is er een extra waarborg dat onze IT-systemen veilig zijn.

Slootweg


X Noot
2

Kamerstukken II 2019/20, 32 359, nr. 4 (bijlage 13, p. 17).

X Noot
3

Klem tussen Balie en Beleid, blz. 36.

X Noot
4

Rathenau Instituut, Het Bericht «Voer haalbaarheidstoets op ICT-projecten in», 2013, nummer 6.

X Noot
5

NCTV, Cybersecurity Beeld Nederland 2022, blz. 7 en 8.

Naar boven