36 190 Wijziging van de Huisvestingswet 2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014

Nr. 5 AMENDEMENT VAN HET LID BECKERMAN

Ontvangen 9 november 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Aan het opschrift wordt toegevoegd «en wijziging van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek in verband met het bestrijden van sociale ongelijkheid»

II

In de beweegreden wordt na «evaluatie van die wet» ingevoegd «en dat het tevens wenselijk is in de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek ruimte te creëren voor het bestrijden van sociale ongelijkheid binnen een gemeente».

III

Artikel III wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 1 van de» wordt vervangen door «De».

2. Voor onderdeel 1 wordt onderdeelaanduiding en een aanhef ingevoegd, luidende:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

3. Er worden twee onderdelen toegevoegd, luidende:

B

In artikel 6, eerste lid, onder a, wordt na «grootstedelijke problematiek» ingevoegd «dan wel voor het bestrijden van grote sociale ongelijkheid»

C

In artikel 9 wordt, onder vernummering van het tweede tot derde lid, een lid ingevoegd, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De gemeenteraad kan, indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk en geschikt is voor het bestrijden van grote sociale ongelijkheid in de gemeente en voldoet aan de eisen van subsidiariteit en proportionaliteit, in de huisvestingsverordening bepalen dat voor daarbij aan te wijzen categorieën van woonruimte bij het verlenen van huisvestingsvergunningen voorrang wordt gegeven aan woningzoekenden die:

    • a. geen inkomen, pensioen of aanspraak hebben, als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder a tot en met f; of

    • b. een huishoudinkomen hebben dat niet hoger is dan de voor het betrokken huishouden geldende inkomensgrens, die is vastgesteld voor de toepassing van artikel 48, eerste lid, van de Woningwet.

Toelichting

Het doel van de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (hierna te noemen Wbmgp) is mede om meer gelijkheid te creëren. Er zijn momenteel te grote verschillen tussen verschillende wijken binnen dezelfde stad. Zo zijn er voorbeelden bekend in Utrecht en Heerlen waar de verschillen in de gemiddelde levensverwachting tussen bepaalde wijken respectievelijk 12 en 6 jaar bedragen.

De indiener is van mening dat meer gelijkheid gecreëerd kan worden door in de aangewezen complexen, straten of gebieden met meer draagkracht woningzoekenden met minder draagkracht te huisvesten. Eén van de bestaande instrumenten is de selectieve woningtoewijzing die de Wbmgp mogelijk maakt.

De Wbmgp biedt momenteel daarvoor de volgende instrumenten voor selectieve woningtoewijzing: het weren van woningzoekenden op basis van de aard van het inkomen en het voorrang verlenen aan woningzoekenden met bepaalde sociaaleconomische kenmerken.

De Wbmgp regelt wel het weren van mensen met minder draagkracht maar niet het huisvesten van mensen met minder draagkracht en daarom wil indiener een amendement indienen om de Wbmgp te wijzigen waarbij gemeenteraden de mogelijkheid krijgen om in de aangewezen complexen, straten of gebieden met meer draagkracht (met voorrang) selectieve woningtoewijzing te kunnen toepassen op basis van de volgende kenmerken van woningzoekenden:

  • de inkomensbron mag geen werk uit (vroegere) inkomen of zelfstandig beroep zijn (dat moet dus bijvoorbeeld een uitkering in het kader van de Participatiewet zijn etc.).

  • bij de in een verordening aan te wijzen categorieën van woonruimte wordt bij het verlenen van huisvestingsvergunningen voorrang gegeven aan woningzoekenden die voldoen aan de inkomensgrenzen uit de Woningwet die behoren bij de gereguleerde sociale huursector. Anders kunnen de schoonmaker, vuilnisman, kinderopvangmedewerker, supermarktmedewerker en dergelijke niet wonen waar hij/zij werkt.

Beckerman

Naar boven