De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I, onderdeel E, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 1 komt te luiden:
1. Het tweede lid komt te luiden:
-
2. Het eerste lid is ten aanzien van het kunnen aanwijzen van voor verkoop bestemde
woonruimte alleen van toepassing op nieuw te bouwen voor verkoop bestemde woonruimte
met een koopprijs van ten hoogste € 355.000,– nadat het bij koninklijke boodschap
van 9 september 2022 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Huisvestingswet
2014 naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Huisvestingswet 2014 (Kamerstukken
36 190) tot wet is verheven en in werking is getreden.
2. In het tweede onderdeel wordt «De koopprijs, bedoeld in het tweede lid,» vervangen
door «Het tweede lid».
Toelichting
De nieuwe Huisvestingswet beoogt woningzoekenden met een specifiek beroep, en / of
met een bepaalde maatschappelijke binding, te helpen bij het vinden van een woning.
Zonder dit amendement geldt deze nieuwe Huisvestingswet voor zowel koopwoningen, tot
ten hoogste 355.000 euro, als voor huurwoningen.
De indieners van dit amendement vinden het onwenselijk om bestaande koopwoningen onder
deze wet te laten vallen. Onder bestaande koopwoningen verstaan de indieners: de woningen
die zich al op de woningmarkt bevinden en dus reeds in het bezit zijn van een woningeigenaar.
De indieners van dit amendement beogen dat de wet uitsluitend van toepassing is op
huurwoningen en nieuwbouwwoningen die na de inwerkingtreding van de wet worden gebouwd.
Na koop van deze woning zien de indieners deze woning als bestaande koopwoningen.
Op die woningen is artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet 2014 dan niet meer
van toepassing.
Zonder dit amendement bestaat het gevaar dat gemeentes indirect bepalen aan wie een
woning wordt verkocht. Voor bestaande koopwoningen vinden de indieners dit onwenselijk
en hiervoor bestaan drie redenen. Ten eerste zijn deze koopwoningen onder andere voorwaarden
gekocht, namelijk toen de Huisvestingswet nog niet zo verstrekkend was. Ten tweede
maken de indieners zich zorgen over de effecten op de woningmarkt, als koopwoningen
tot ten hoogste 355.000 euro, op de gronden genoemd in de wet ook van toepassing zijn
op deze bestaande koopwoningen. Ten derde vinden de indieners het laten vallen van
bestaande koopwoningen onder het wettelijk stelsel een te vergaande, zij het indirecte,
ingreep in de keuzenvrijheid van een particulier om zijn of haar eigendom te verkopen.
Peter de Groot Boulakjar Van der Plas Pouw-Verweij