36 180 Doen waar Nederland goed in is – Strategie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Nr. 91 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 december 2023

Elk jaar worden zogenaamde «scorekaarten multilaterale organisaties» opgesteld om organisaties te evalueren die in het Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid (BHOS) een belangrijke rol spelen. Met deze brief stuur ik u de scorekaarten van de twee organisaties die dit jaar geëvalueerd zijn: 1) The Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria (GF); 2) World Bank: International Development Association (IDA) en International Bank for Reconstruction and Development (IBRD). De scorekaarten worden eveneens gepubliceerd op Rijksoverheid.nl.

Conform het beleidskader Mondiaal Multilateralisme van 23 december 20221 werkt Nederland aan een modern, inclusief en effectief multilateraal stelsel. Voor deze inzet is het goed functioneren van multilaterale organisaties van groot belang. De scorekaarten beoordelen onder andere het functioneren van de organisatie en beleidsrelevantie voor Nederland, en dragen daarmee bij aan de monitoring en aansturing van de multilaterale instellingen die een belangrijke rol spelen in de implementatie van het Nederlandse BHOS-beleid.

Elk jaar worden de scorekaarten van een aantal multilaterale organisaties, banken en fondsen vernieuwd. De selectie van scorekaarten is afhankelijk van de zgn. strategische beleidscyclus (van de Verenigde Naties) en/of financieringscyclus (van de internationale financiële instellingen) en de beschikbaarheid van recente beoordelingen van het Multilateral Organization Performance Assessment Network (MOPAN). MOPAN is een netwerk van gelijkgezinde donoren, waaronder Nederland, dat op basis van een grondige evaluatiesystematiek het functioneren van multilaterale organisaties beoordeelt. Het netwerk wordt hierbij ondersteund door een secretariaat en evaluatoren.

Nederland ziet er als lid van MOPAN op toe dat de beoordelingen heldere aanbevelingen bevatten om het functioneren te versterken en om het leren tussen organisaties te bevorderen. Verder doet Nederland voorstellen voor thema’s ter beoordeling door MOPAN, zoals het voorkomen van en reageren op seksueel wangedrag (Sexual Exploitation, Abuse and Harassment (SEAH)). Daarnaast geeft Nederland als lid van MOPAN richting aan de selectie van organisaties die in een gegeven jaar worden beoordeeld. In 2024 treedt Nederland toe tot het bestuur van MOPAN bestaande uit de vorige MOPAN-voorzitter (Italië), de voorzitter (België), inkomend voorzitter (Nederland) en het secretariaat, ter voorbereiding op het Nederlandse MOPAN-voorzitterschap in 2025.

De opzet van de scorekaarten is dit jaar aangepast om de informatie voor uw Kamer beter inzichtelijk te maken en de evaluatie beter aan te laten sluiten bij de onafhankelijke analyse van MOPAN. In de scorekaart is een Nederlandse vertaling van de samenvatting van de MOPAN-beoordeling opgenomen met de bevindingen op hoofdlijnen, de visualisering van de beoordeling in een figuur en een korte schets van de organisatie. Tevens bestaat het nieuwe format uit i) een beschrijving van de Nederlandse rol en invloed binnen de organisatie, ii) een appreciatie van de MOPAN-beoordeling vanuit Nederlands perspectief (op basis van kennis en ervaring vanuit het Ministerie van Buitenlandse Zaken en waar relevant vakdepartementen, Permanente Vertegenwoordigingen dan wel kiesgroepkantoren), en iii) een analyse van de beleidsrelevantie van de organisatie/instelling voor Nederland. De MOPAN-beoordelingen in combinatie met de scorekaarten geven een breed beeld van het functioneren van de organisatie, de resultaten en beleidsrelevantie, eventuele aandachtspunten en wat Nederland doet of kan doen om de mandaten van de organisaties te beschermen, hervormen en/of versterken.

Tijdens het commissiedebat humanitaire hulp van 11 mei jl. (Kamerstuk 36 180, nr. 61) heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking toegezegd in de volgende scorekaarten multilaterale organisaties aan te geven hoe deze organisaties scoren op het gebied van lokalisering (TZ202305–90); en verder in gesprek te gaan met VN-organisaties over hun inzet ten aanzien van lokalisering en uw Kamer over de uitkomsten te informeren in de scorekaarten multilaterale organisaties (TZ202305–091). De organisaties waarvoor dit jaar een scorekaart is opgesteld, zijn echter geen VN-organisaties en hebben tevens geen humanitair mandaat. Volgend jaar zal waar relevant opvolging worden gegeven aan deze toezeggingen. Ook bepleit Nederland binnen het MOPAN-netwerk om lokalisering toe te voegen als aandachtspunt binnen de systematiek van de MOPAN-beoordelingen.

Samenvattend zijn de bevindingen per organisatie als volgt:

Het Global Fund is één van ’s werelds grootste financiers van hiv/aids-, tuberculose- en malariaprogramma’s. Sinds de oprichting in april 2002 heeft het fonds meer dan USD 54,2 miljard geïnvesteerd in de strijd tegen hiv, tb en malaria. Nederland ondersteunt het fonds sinds het is opgericht. Met een totale bijdrage van bijna EUR 1,2 miljard tussen 2002 en 2022 is Nederland de 11e grootste donor van het fonds. Het Global Fund is voor Nederland een cruciale partner voor het behalen van verschillende prioriteiten van het BHOS-beleid, de Nederlandse Mondiale Gezondheidsstrategie (2023–2030) en het Feministisch Buitenlandbeleid. Het fonds is actief in 155 landen en levert een belangrijke bijdrage aan versterking van gezondheidssystemen, seksuele & reproductieve gezondheid en rechten (Sustainable Development Goal (SDG) 3), gendergelijkheid en empowerment voor alle meisjes en vrouwen (SDG5), en versterking van het maatschappelijk middenveld (diverse SDG’s). Ook richt het fonds zich in toenemende mate op versterking van pandemische paraatheid, digitalisering van gezondheidsinformatiesystemen, lokale productie van medische producten, de strijd tegen hiv/aids, tb en malaria in door crisis getroffen landen zoals Oekraïne (diverse SDG’s) en het vergroenen en klimaatbestendig maken van de zorg (SDG 13).

De MOPAN-beoordeling concludeert dat de interventies van het Global Fund aansluiten op de prioriteiten van zowel partnerlanden als doelgroepen, en dat de investeringen van het fonds efficiënt worden besteed. Zo is de beoogde doelstelling met betrekking tot het voorkomen van 29 miljoen sterfgevallen als gevolg van hiv, tb en malaria in de periode 2017–2022, ondanks de Covid-19 pandemie, behaald. Mede dankzij de inzet van het Global Fund zijn miljoenen mensen geïnformeerd over, getest op en behandeld tegen hiv/aids, tb en malaria. In 2021 bijvoorbeeld werden 23,3 miljoen mensen behandeld tegen hiv/aids, 5,3 miljoen mensen behandeld voor tb en 148 miljoen mensen behandeld tegen malaria. Dit gebeurt middels een vooruitstrevende vorm van inclusief partnerschap die actieve deelname van doelgroepen bij besluitvormingsprocessen op mondiaal- en landenniveau versterkt, inclusief deelname van gemeenschappen die met de drie ziekten leven. Hoewel uitvoerbaarheid van het partnerschapsprincipe in sommige landen een uitdaging is, heeft deze aanpak in algemene zin het maatschappelijk middenveld versterkt alsook de manier waarop ontwikkelingssamenwerking wordt uitgevoerd. Het fonds is wendbaar en in staat zijn operationele model aan te passen, als de context waarin het fonds opereert daarom vraagt. Zo heeft het fonds in 2020 een Covid-19-responsmechanisme (C19RM) opgericht om lage- en middeninkomenslanden te ondersteunen met de financiering en organisatie van hun Covid-19-respons, en om de negatieve gevolgen van de epidemie op hiv-, tb- en malariaprogramma’s te mitigeren.

Qua verbeterpunten benadrukt de MOPAN-beoordeling dat het fonds wisselende resultaten boekt met betrekking tot versterking van gezondheidssystemen en verwezenlijking van mensenrechten en gendergelijkheid. Eliminatie van hiv, tb en malaria is alleen mogelijk als iedereen toegang heeft tot goede zorg en informatie, ook mensen die kwetsbaar zijn of worden gemarginaliseerd. Nederland pleit daarom binnen de bestuursraad van het Global Fund, bij kiesgroepleden en het Global Fund-secretariaat voor verbetering op deze prioriteitsgebieden.

Ook pleit Nederland voor een aantal aanvullende aandachtspunten die minder of niet uit de MOPAN-analyse naar voren komen. Het betreft de resultatenrapportage met betrekking tot het eerdergenoemde C19RM, navolging van afspraken rond medefinanciering tussen het fonds en implementerende landen, en versnelde integratie van Country Coordinating Mechanisms (de mechanismes die in implementerende landen zijn opgezet voor coördinatie van de programma’s die het Global Fund financiert) in nationale structuren; waar mogelijk in samenhang met coördinatiemechanismes van andere internationale gezondheidsorganisaties.

De Wereldbank bestaat uit de Internationale Bank voor Herstel en Ontwikkeling (IBRD) en de Internationale Ontwikkelingsassociatie (IDA). De Wereldbank is actief in 145 landen over heel de wereld en in alle belangrijke ontwikkelingssectoren. De IBRD verstrekt leningen aan middeninkomenslanden die lager geprijsd zijn dan de kosten waartegen landen zelf lenen, en aan kredietwaardige lage-inkomenslanden. IDA verstrekt, zachtere, concessionele leningen aan de landen met de laagste inkomens. Nederland levert de bewindvoerder van de kiesgroep waarin Nederland als grootste aandeelhouder 13 landen vertegenwoordigt. De Nederlandse kiesgroep heeft 4,14% stemaandeel, waarbij Nederland met 1,91% iets minder dan de helft van het stemgewicht vertegenwoordigt.

De brede inzet van Nederland via de Wereldbank sluit nauw aan op de Nederlandse agenda voor buitenlandse hulp en handel, zoals verwoord in de notitie «Doen waar Nederland goed in is». Als belangrijkste en grootste speler op het gebied van ontwikkeling en klimaat is de Wereldbank onmisbaar voor het BHOS-beleid van Nederland. Nederland zet erop in om als aandeelhouder en belangrijke donor de prioriteiten van de Wereldbank en het Nederlandse OS-beleid beter met elkaar in lijn te brengen (zoals met betrekking tot het beleid van de Wereldbank voor wat betreft fragiele landen, en gender). Op het gebied van klimaat zal via de Wereldbank kunnen worden bijgedragen aan mitigatie en adaptatie. Door de werkwijze van de Wereldbank hebben Nederlandse bijdragen aan de instelling een multiplier effect, waardoor de uiteindelijke impact langs multilaterale weg groter is dan bilateraal mogelijk zou zijn. Via de Wereldbank levert Nederland een significante bijdrage aan duurzame ontwikkeling en een stabiele wereldeconomie, twee van de vier pijlers van de multilaterale inzet conform het beleidskader Mondiaal Multilateralisme.

Uit de MOPAN-beoordeling blijkt dat de Wereldbank met haar strategie («Forward Look – A vision for the World Bank Group in 2030») goed is uitgerust om een significante bijdrage te leveren aan het behalen van de SDG’s en het nakomen van de klimaatafspraken van Parijs. De Wereldbank loopt internationaal voor op het terrein van resultaatgerichtheid en transparantie en blijft zich op dit punt steeds verder verbeteren.

Sinds 2022 werkt de Wereldbank aan hervormingen om de instelling beter in staat te stellen mondiale uitdagingen, zoals klimaatverandering en pandemieparaatheid, aan te pakken en is het mandaat in lijn gebracht met de SDG’s. Vanaf 2024 zal de Wereldbank in de herziene versie van de eigen scorekaart, de zogenaamde Corporate Scorecard, meer inzicht geven in de aansluiting van resultaten op de SDG’s en de klimaatdoelen, alsmede doorkruisende thema’s als gender, fragiliteit en klimaat. Nederland verwelkomt dit initiatief.

Op landenniveau constateert het MOPAN-rapport dat er ruimte is voor meer geïnstitutionaliseerde samenwerking met andere ontwikkelingsorganisaties en partners. Nederland onderschrijft deze aanbeveling die in lijn is met de ambities van de Wereldbank als het gaat om decentralisatie. Onlangs heeft de Wereldbank een Partnership Council opgericht en een Partnership Charter opgesteld om meer via partnerschappen te werken. Tenslotte biedt de MOPAN-beoordeling handvatten voor verbeteringen op het gebied van conflictsensitiviteit en een langetermijnvisie voor de mobilisatie van privaat kapitaal.

De bevindingen uit de scorekaarten worden door actieve inbreng in de bestuursraden en beleidsdialogen ingezet ter verbetering van de organisaties en hun relevantie voor Nederlands beleid.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, G.E.W. van Leeuwen


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 V, nr. 72. Dit kader beschrijft de multilaterale beleidsinzet van het Koninkrijk voor de periode 2022–2026. In deze notitie gaat het om mondiale multilaterale samenwerking met daarbij de Verenigde Naties, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Wereldhandelsorganisatie als belangrijkste organisaties. De drie pijler van het kader zijn 1) beschermen, 2) versterken en 3) hervormen van het multilaterale stelsel en onderlinge samenwerking.

Naar boven