36 171 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafrecht BES, het Wetboek van Strafvordering en het Wetboek van Strafvordering BES in verband met de strafbaarstelling van het zich verschaffen, verspreiden of anderszins ter beschikking stellen van persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden (strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden)

Nr. 13 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 februari 2023

Afgelopen donderdag (Handelingen II 2022/23, nr. 48, Debat over strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden) heeft de Kamer met de Minister van Justitie en Veiligheid gedebatteerd over het wetsvoorstel Strafbaarstelling gebruik persoonsgegevens voor intimiderende doeleinden (Kamerstuk 36 171). Tijdens dit debat zijn door het lid Sneller in eerste termijn vragen gesteld over afscherming adressen in de Basisregistratie Kadaster. In tweede termijn is door hem en het lid Sjoerdsma dienaangaande een motie ingediend (Kamerstuk 36 171, nr. 11). Deze is aangehouden in afwachting van een brief van mijn hand. Dit omdat het Kadaster onder mijn verantwoordelijkheid valt.

Uit de vragen en de motie maak ik op dat de leden Sjoerdsma en Sneller van mening zijn dat doxing niet alleen moet worden bestraft, maar ook moet worden voorkomen door onder meer het afschermen van privéadressen in openbare registers. Ik deel die mening en ben om die reden ook ten zeerste bereid mee te werken aan afscherming van privéadressen in de Basisregistratie Kadaster. Ik wil dat doen op een manier waarbij afscherming niet te veel ten koste gaat van de primaire functie van de Basisregistratie Kadaster: het verschaffen van informatie die nodig is vanuit het oogpunt van rechtszekerheid en het functioneren van onze vastgoedmarkt.

In de motie wordt gevraagd om afschermen van privéadressen. Dit is nu voor elke burger al laagdrempelig mogelijk via afscherming van het woonadres in de Basisregistratie Personen (BRP). Het woonadres wordt dan automatisch ook in de Basisregistratie Kadaster afgeschermd. Het Kadaster heeft aangegeven woonadressen ook standaard voor iedereen te kunnen afschermen in de Basisregistratie Kadaster. Ik heb het Kadaster gevraagd daarmee aan de slag te gaan. Feit is echter dat in de Basisregistratie Kadaster niet sprake is van één, maar twee typen adressen: woonadres c.q. privéadres en objectadres. Daarover het volgende.

De primaire functie van de Basisregistratie Kadaster is het verschaffen van informatie die nodig is vanuit het oogpunt van rechtszekerheid en het functioneren van de vastgoedmarkt. Het gaat dan om informatie over op onroerend goed geldende rechten, zoals het recht van eigendom of hypotheek. Dergelijke informatie kan alleen worden ontsloten aan de hand van het zogenoemde objectadres. Het objectadres vormt daarmee een cruciaal onderdeel van de Basisregistratie Kadaster. Zonder objectadres zijn o.a. makelaars, notarissen en banken niet meer in staat om hun werkzaamheden te vervullen, komt het functioneren van de vastgoedmarkt in het geding en wordt de transparantie van de Nederlandse (vastgoed)economie ondermijnd. Het feit dat objectadres zo’n cruciaal gegeven is, maakt de Basisregistratie Kadaster uniek ten opzichte van andere (openbare) registers. Registers zoals bijvoorbeeld het Handelsregister. Dit maakt de wens tot afscherming van de Basisregistratie Kadaster ook echt een andere, dan de wens tot afscherming van het Handelsregister. De Minister van Justitie en Veiligheid benoemde dat punt ook in het debat.

In berichtgeving over de Basisregistratie Kadaster wordt vaak gesteld dat iedereen op naam kan zoeken naar huisadressen. Dat is onjuist. Zoeken op naam is al sinds enige tijd voorbehouden aan professionele gebruikers. In 2022 waren dat er 30.700 in getal. Het merendeel van die professionele gebruikers betreft gebruikers behorend tot beroepsgroepen als het notariaat, de makelaardij, het bankwezen en het bevoegd gezag. Beroepsgroepen waarvan naar mijn beeld ook de Kamer eerder vond en nog steeds vindt dat deze moeten kunnen zoeken op naam. Uiteraard ben ik bereid de groep professionele gebruikers nog eens goed tegen het licht te houden en gehoor te geven aan de oproep van de leden Sjoerdsma en Sneller om deze verder te beperken tot alleen die professionele gebruikers, waarvan redelijkerwijs mag worden verwacht dat zij uit hoofde van hun beroep en met het oog op het goed functioneren van de vastgoedmarkt moeten kunnen zoeken op naam.

Met het verder beperken van de mogelijkheid tot zoeken op naam wordt reeds in hoge mate voorkomen dat kwaadwillenden toegang hebben tot privéadressen. Zeker als in ogenschouw wordt genomen dat ook voor de hiervoor genoemde professionele gebruikers zal gaan gelden dat (meewerken aan) doxing strafbaar is. Ik kan echter goed begrijpen dat de leden Sjoerdsma en Sneller in het geval van bedreigingen en intimiderende situaties graag het zekere voor het onzekere willen nemen en willen dat ook personen die te maken hebben met bedreigingen en intimiderende situaties, maar buiten het stelsel Bewaken en Beschermen vallen, kunnen worden afgeschermd. Ik ben dan ook meer dan bereid mogelijk te maken dat ook deze personen om afscherming kunnen verzoeken in geval van bedreigingen en intimiderende situaties. Daarbij is het wel van belang dat dit gebeurt onder de voorwaarde dat een bevoegde instantie concludeert dat er sprake is van bewijs van bedreiging en/of intimidatie en dat afscherming daarom gewenst is, waarbij ook de duur van de afscherming een punt van aandacht is. Ik zal dit samen met de Minister voor Justitie en Veiligheid nader uitwerken.

Met deze nadere duiding laat ik graag het oordeel over de motie aan de Kamer. Ik bied de Kamer daarnaast graag aan dat het Kadaster over de Basisregistratie een technische briefing verzorgt.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven