36 169 Wijziging van de Klimaatwet (implementatie Europese klimaatwet)

A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

14 februari 2023

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Klimaatwet aan te passen in verband met de inwerkingtreding van de Europese klimaatwet;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Klimaatwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van artikel 1 door een puntkomma wordt aan artikel 1 een begripsbepaling toegevoegd, luidende:

Europese klimaatwet:

Verordening (EU) 2021/1119 van het Europees Parlement en de Raad van 30 juni 2021 tot vaststelling van een kader voor de verwezenlijking van klimaatneutraliteit, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 401/2009 en Verordening (EU) 2018/1999 (Pb EU 2021, L 243).

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Deze wet biedt een kader voor de ontwikkeling van beleid gericht op het onomkeerbaar en stapsgewijs terugdringen van de emissies van broeikasgassen in Nederland teneinde wereldwijde opwarming van de aarde en de verandering van het klimaat te beperken, waarbij Nederland overeenkomstig artikel 2, eerste lid, van de Europese klimaatwet:

    • a. de netto-uitstoot van broeikasgassen uiterlijk in 2050 tot nul reduceert, en

    • b. streeft naar negatieve emissies van broeikasgassen na 2050.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. «49%» wordt vervangen door «55% ten opzichte van 1990».

b. Na de eerste zin wordt een zin toegevoegd, luidende:

Zij treffen daarnaast passende maatregelen opdat Nederland voldoet aan de reductieverplichtingen op grond van artikel 4, eerste lid, van de Europese klimaatwet en de ter uitwerking daarvan vastgestelde bindende EU-rechtshandelingen.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Klimaat en Energie,

Naar boven