36 157 Wijziging van Boek 2 van het Burgerlijk wetboek tot implementatie van Richtlijn (EU) 2021/2101 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de openbaarmaking van informatie over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren (Implementatiewet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting)

A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET

6 juli 2023

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het gelet op Richtlijn (EU) 2021/2101 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2021 tot wijziging van Richtlijn 2013/34/EU wat betreft de openbaarmaking van informatie over de winstbelasting door bepaalde ondernemingen en bijkantoren, noodzakelijk is om onder meer Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt gewijzigd als volgt:

A

Het opschrift van afdeling 7 van titel 9 komt te luiden:

AFDELING 7. BESTUURSVERSLAG EN AFZONDERLIJKE JAARLIJKSE VERSLAGEN EN VERKLARINGEN

B

Het vijfde en zesde lid van artikel 391 vervallen.

C

Na artikel 391 wordt in afdeling 7 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 391a

  • 1. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gesteld omtrent de inhoud van het bestuursverslag.

  • 2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen regels worden gesteld omtrent de verplichtingen van bepaalde rechtspersonen en bijkantoren tot het opnemen van informatie in het bestuursverslag, tot het opstellen en openbaar maken van een afzonderlijk jaarlijks verslag en tot het opstellen en openbaar maken van een of meer daarmee samenhangende verklaringen. De regels kunnen met name betrekking hebben op:

    • a. de inhoud van de informatie, het afzonderlijke jaarlijkse verslag en de verklaringen;

    • b. de verantwoordelijkheid van het bestuur en de raad van commissarissen voor de naleving van de verplichtingen;

    • c. het laten onderzoeken van de informatie, het afzonderlijke jaarlijkse verslag en de verklaringen door een accountant of accountantsorganisatie als bedoeld in artikel 393 of door een andere derde persoon of organisatie en op de openbaarmaking van de uitkomsten van dat onderzoek;

    • d. de wijze van handhaving van de verplichtingen;

    • e. de naleving van een bij de algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gedragscode en op de inhoud, de openbaarmaking en het accountantsonderzoek van een verklaring inzake corporate governance.

  • 3. De voordracht voor een krachtens lid 1 vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

  • 4. Het ontwerp van een krachtens lid 2 vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan worden gedaan nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

  • 5. Bij regeling van Onze Minister die het aangaat kunnen ter uitvoering van bindende EU-rechtshandelingen, als bedoeld in het tweede lid, die regelmatig kunnen wijzigen, nadere regels worden gegeven.

D

Het opschrift van afdeling 8A en artikel 392a vervallen.

E

In artikel 447, eerste lid, wordt «het verslag, bedoeld in artikel 392a» vervangen door «het afzonderlijke jaarlijkse verslag en de verklaringen, bedoeld in artikel 391a lid 2».

F

Aan het slot van artikel 448, tweede lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: Deze bevoegdheid geldt niet ten aanzien van het verslag inzake de winstbelasting, genoemd in de desbetreffende algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 391a lid 2.

G

In artikel 449, eerste lid, wordt «of het verslag, bedoeld in artikel 392a, is neergelegd ten kantore van het handelsregister» vervangen door «of het afzonderlijke jaarlijkse verslag of de verklaringen, bedoeld in artikel 391a lid 2, is of zijn neergelegd ten kantore van het handelsregister of op andere wijze openbaar is of zijn gemaakt zoals is voorgeschreven krachtens artikel 391a lid 2, onderdeel a».

H

Artikel 450 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vierde lid wordt «wordt deze in de gelegenheid gesteld te worden gehoord over de in het verzoek genoemde onderwerpen» vervangen door «wordt deze in de gelegenheid gesteld te worden gehoord over de in het verzoek genoemde onderwerpen, tenzij artikel 448 lid 2, laatste volzin, van toepassing is».

2. In het vijfde lid wordt «de accountant die met het onderzoek van de jaarrekening belast is geweest» vervangen door «de accountant die belast is geweest met het onderzoek van de jaarrekening of met het onderzoek van de informatie, het afzonderlijke jaarlijkse verslag of de verklaringen, bedoeld in artikel 391a lid 2, onderdeel c».

3. De laatste volzin van het vijfde lid komt te luiden: Dit is niet van toepassing indien het verzoek betrekking heeft op het verslag over betalingen aan overheden, genoemd in de desbetreffende algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 391a lid 2.

I

In artikel 451, eerste lid, wordt «het verslag, bedoeld in artikel 392a» vervangen door «het afzonderlijke jaarlijkse verslag en de verklaringen, bedoeld in artikel 391a, lid 2».

ARTIKEL II

In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten, wordt in de zinsnede met betrekking tot het Burgerlijk Wetboek, Boek 2 (Rechtspersonen) «392a» vervangen door «391a, tweede lid».

ARTIKEL III

In artikel 5:86, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht wordt «de op grond van artikel 391, vijfde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aangewezen gedragscode» vervangen door «de op grond van artikel 391a, tweede lid, onderdeel e, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aangewezen gedragscode».

ARTIKEL IV

In artikel 1, onderdeel d, onder 8°, van de Wet toezicht financiële verslaggeving wordt «bedoeld in artikel 392a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek» vervangen door «genoemd in de desbetreffende algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 391a, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek».

ARTIKEL V

Na de inwerkingtreding van deze wet berusten de volgende besluiten op artikel 391a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek of berusten zij mede op dat artikel:

  • 1. het Besluit inhoud bestuursverslag;

  • 2. het Besluit artikel 10 overnamerichtlijn;

  • 3. het Besluit instelling auditcommissie;

  • 4. het Besluit uitvoering publicatieverplichtingen richtlijnen kapitaalvereisten en prudentieel toezicht beleggingsondernemingen;

  • 5. het Besluit rapportage van betalingen aan overheden;

  • 6. het Besluit bekendmaking niet-financiële informatie.

ARTIKEL VI

  • 1. Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Artikel I, onderdeel F en onderdeel 1 van onderdeel H zijn van toepassing op verslagen inzake de winstbelasting die zijn opgesteld over boekjaren die aanvangen op of na 22 juni 2024.

  • 3. Artikel II is van toepassing op het opnemen van informatie in het bestuursverslag, het opstellen en openbaar maken van een afzonderlijk jaarlijks verslag en het opstellen en openbaar maken van een of meer daarmee samenhangende verklaringen, die betrekking hebben op boekjaren die aanvangen op of na 22 juni 2024. Artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten, zoals dat luidde voor inwerkingtreding van artikel II blijft van toepassing op verslagen over betalingen aan overheden die betrekking hebben op boekjaren die ten laatste zijn aangevangen vóór of op 21 juni 2024.

ARTIKEL VII

Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Rechtsbescherming,

Naar boven