36 154 Wijziging van de Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen in verband met de herziening van de mogelijkheid tot afkoop in de vorm van een bedrag ineens alsmede tot wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 (Wet herziening bedrag ineens)

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2024

Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel herziening bedrag ineens op 25 september heeft het lid Vermeer (BBB) een amendement aangekondigd. Dit amendement is op 2 oktober jl. ingediend (Kamerstuk 36 154, nr. 17). In deze brief ontvangt u mijn appreciatie.

Amendement lid Vermeer (BBB)

Het amendement van het lid Vermeer (BBB) strekt ertoe dat een opgenomen bedrag ineens vóór invaren achteraf wordt verhoogd als het pensioenfonds het pensioenrecht van de gepensioneerde bij het invaren verhoogt. Dit amendement moet ik ontraden.

Huidige systematiek

In het huidige systeem van de wet krijgt een deelnemer een bedrag ineens dat gelijk is aan maximaal 10% van de waarde zijn aanspraak op ouderdomspensioen, ongeacht het soort pensioenuitvoerder (verzekeraar, premiepensioeninstelling of pensioenfonds). Hierbij wordt geen rekening gehouden met de eventuele overschotten of tekorten bij het pensioenfonds. Bij een keuze voor bedrag ineens voor het invaren kan de pensioenuitvoerder de deelnemer hierover informeren. Het is uiteindelijk de keuze van de deelnemer om wel of geen gebruik te maken van het keuzerecht bedrag ineens.

Bij invaren worden de pensioenaanspraken en pensioenrechten gewaardeerd volgens een omrekenmethode (de artikelen 150m en 150n Pensioenwet en 145l en 145m van de Wet verplichte beroepspensioenregeling). Hierbij worden ook de eventuele tekorten of overschotten van het pensioenfonds gewaardeerd. Naast het vullen van de reserve en het compensatiedepot kan het overschot ook worden aangewend voor het verhogen van de pensioenaanspraken en -rechten.

Evenwichtigheid en uitvoerbaarheid amendement

Het amendement regelt dat als een dergelijke verhoging heeft plaatsgevonden, het reeds opgenomen bedrag ineens dan eveneens (achteraf) wordt verhoogd.

Het amendement acht ik niet evenwichtig. Het amendement regelt alleen eenzijdig de verhoging van het bedrag ineens. Het amendement regelt niet de situatie dat sprake is van een tekort bij het pensioenfonds.

Ook houdt het amendement geen rekening met de situatie dat de persoon die (onder het huidige stelsel) de waarde op pensioendatum overdraagt naar een andere uitvoerder en kiest voor opname bedrag ineens (artikel 80, tweede lid, Pensioenwet). Ook deze groep ontvangt geen deel van de buffer.

Verder geldt dat ook in andere situaties dan de situatie van invaren, het resterende pensioenvermogen kan wijzigen in de periode na opname van het bedrag ineens. De keuze voor een bedrag ineens is altijd een keuze die wordt gemaakt op het moment van pensionering, wijzigingen in het resterende vermogen in de periode daarna worden niet meegenomen.

Extra complexiteit bij invaren

Bovendien vergroot dit amendement de complexiteit bij het invaren. Bij de toedeling, administratie en communicatie dient het fonds immers rekening te houden met een voor het invaren afgekocht bedrag ineens. De Pensioenfederatie is geen voorstander van het amendement en wijst er onder andere op dat de situatie van tussentijds overlijden (tussen het moment van opname bedrag ineens en het invaarmoment) om uitwerking zou vragen.

De regeringscommissaris heeft in haar eerste rapportage van juni 2024 nadrukkelijk geadviseerd rust te brengen in de wetgeving rond het invaren. Daar draagt dit amendement niet aan bij.

Gevolgen voor inkomensafhankelijke regelingen

Tijdens de parlementaire behandeling is veel aandacht uitgegaan naar de gevolgen van bedrag ineens voor inkomensafhankelijke regelingen. Een verhoging bedrag ineens achteraf is ook van invloed op inkomensafhankelijke regelingen. Als de verhoging op het moment van de keuze niet bekend is, dan kan de deelnemer daar niet goed rekening mee houden.

Dit amendement voegt ook extra complexiteit toe aan het amendement dat het lid Van Dijk heeft ingediend. Dat amendement houdt in dat het bedrag ineens op aanvraag buiten beschouwing kan blijven bij de vaststelling van het toetsingsinkomen. Een verhoging bedrag ineens achteraf zou dan ook op aanvraag buiten beschouwing kunnen blijven. Dat voegt extra complexiteit toe aan de uitvoering door de Dienst Toeslagen. Onder de aanname dat ieder bedrag ineens achteraf verhoogd wordt zou het aantal aanvragen kunnen verdubbelen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum

Naar boven