36 151 Regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen)

R BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – TOESLAGEN EN DOUANE

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2022

Op 8 november jl. is gestemd over de moties bij het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen. De stemming over de gewijzigde motie Prast c.s.1 is aangehouden. De gewijzigde motie verzoekt om voormalig pleegkinderen op eenzelfde manier te behandelen als kinderen en pleegkinderen. Om dat te bewerkstelligen wordt verzocht om voormalig pleegkinderen, eventueel met een beroep op de hardheidsclausule, eenzelfde uitkering toe te kennen als een kind dat in een gelijke positie verkeert.

Het kabinet vindt het belangrijk om voormalig pleegkinderen van gedupeerde aanvragers die de gevolgen hebben ervaren van de problemen omtrent de kinderopvangtoeslag onder de kindregeling te laten vallen. Daar is in de wet invulling aan gegeven door voor voormalig pleegkinderen te bepalen dat zij in aanmerking komen voor de kindregeling indien zij onderdeel van het huishouden zijn geweest na de eerste beschikking waarvoor herstel wordt geboden. De motie verzoekt, in tegenstelling tot hetgeen is bepaald in de Wet hersteloperatie toeslagen, om voormalig pleegkinderen onder dezelfde voorwaarden als (pleeg)kinderen onder de reikwijdte van de kindregeling te brengen. Het is niet mogelijk om op grond van deze motie van de wet af te wijken. De hardheidsclausule kan daarnaast niet worden gebruikt om in afwijking van de wet een groep zonder individuele beoordeling categorisch toe te voegen aan het bereik van de wetgeving. Om deze redenen wordt deze motie ontraden.

De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, A. de Vries


X Noot
1

Kamerstukken I, 2022/2023, 36 151, Q.

Naar boven