36 151 Regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen)

Nr. 9 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 september 2022

U vindt bijgaand een nota van wijziging (Kamerstuk 36 151, nr. 8) bij het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen. In de nota van wijziging worden naast een aantal inhoudelijke wijzigingen ook foutieve verwijzingen en tekstuele zaken hersteld. Deze worden in de onderdeelsgewijze toelichting nader toegelicht. De inhoudelijke wijzingen betreffen de volgende wijzigingen.

  • 1. Er wordt in het kader van de brede ondersteuning van ouders in het buitenland verduidelijkt dat de voorwaarde om op 7 juli 2020 woonachtig te zijn in het buitenland (om voor die ondersteuning in aanmerking te komen) alleen gaat gelden voor de gedupeerde aanvrager en niet voor de partner en kind(eren);

  • 2. Er wordt voorgesteld om alle kinderen die in aanmerking komen voor de kindregeling aanspraak te laten maken op brede ondersteuning. Dit betekent dat onder andere meerderjarige kinderen en uitwonende minderjarige kinderen nu ook in aanmerking komen voor brede ondersteuning;

  • 3. Informele schulden worden in het kader van de regeling voor het overnemen of betalen van privaatrechtelijke schulden overgenomen indien ze zijn vastgelegd in een notariële akte of rechterlijke uitspraak. Voorgesteld wordt hieraan toe te voegen dat de notariële akte moet zijn verleden in de periode tussen 1 januari 2006 en 1 juni 2021, en dat, wanneer de schuld blijkt uit een rechterlijke uitspraak, de daaraan voorafgaande ingebrekestelling of dagvaarding of het daaraan voorafgaande verzoekschrift een dagtekening moet hebben van vóór 1 juni 2021;

  • 4. Er wordt voorgesteld dat de compensatie voor afgeloste privaatrechtelijke schulden in beginsel slechts kan worden aangevraagd door de gedupeerde aanvrager;

  • 5. Er wordt voorgesteld om de termijn voor het aanvragen van een tegemoetkoming op grond van de kindregeling in bepaalde gevallen te verlengen zodat kinderen van erkend gedupeerde ouders die niet ambtshalve de toekenning ontvangen (bijvoorbeeld omdat UHT deze kinderen niet in beeld heeft) minimaal zes maanden hebben om de tegemoetkoming aan te vragen;

  • 6. Er wordt voorgesteld om, conform de werkwijze bij UHT en toeslagen regulier, de dagtekening van de primaire beschikking en de beslissing op bezwaar als uitgangspunt voor de aanvang van de bezwaartermijn, respectievelijk de beroepstermijn te nemen.

Reactie op brief van de Vereniging Nederlandse Gemeenten en de uitvoering motie van de leden Inge van Dijk en Van Raan1

Op dit moment komen kinderen van een gedupeerde aanvrager die deel uitmaken van het gezin en jonger zijn dan 18 jaar in aanmerking voor brede ondersteuning door de gemeente. Het kabinet wil brede ondersteuning bieden aan zoveel mogelijk kinderen en (jong)volwassenen die de toeslagenproblematiek als kind aan den lijve hebben ondervonden en behoefte hebben aan die ondersteuning. Met deze nota van wijziging wordt daarom brede ondersteuning mogelijk gemaakt voor alle kinderen die onder de reikwijdte van de kindregeling vallen en wordt invulling gegeven aan de wens van de VNG en de motie van de leden Inge van Dijk en Van Raan.

Op 15 augustus jl.2 heeft de VNG per brief gereageerd op het verzoek te reflecteren op de uitvoerbaarheid van het ook breed ondersteunen van gedupeerde kinderen in de leeftijd 18 van tot 39 jaar door gemeenten. Bij nota van wijziging wordt ervoor gezorgd dat alle kinderen die in aanmerking komen voor de kindregeling toegang krijgen tot brede ondersteuning (dit omvat onder andere meerderjarige kinderen en minderjarige uitwonende kinderen). De VNG heeft een aantal randvoorwaarden geformuleerd om deze ook door hen bepleite brede ondersteuning succesvol te kunnen uitvoeren. Het kabinet is de VNG erkentelijk voor deze reflectie. Onderstaand wordt toegelicht hoe de genoemde punten worden ondervangen.

De VNG stelt als randvoorwaarde voor succesvolle en haalbare uitvoering dat Het leefdomein gezin ook valt binnen brede ondersteuning. Het kabinet sluit zich hierbij aan. In de nota van wijziging is het leefdomein gezin opgenomen als onderdeel van de brede ondersteuning. Daarnaast stelt de VNG dat er sprake moet zijn van zorgvuldige gegevensuitwisseling met oog voor proportionaliteit en transparantie. Dat onderschrijft het kabinet van harte. Om tegemoet te komen aan de wens van gedupeerden om zoveel mogelijk zelf de regie te voeren, hebben UHT en VNG afspraken gemaakt hoe op een laagdrempelige manier aanspraak op brede ondersteuning gemaakt kan worden. Voor financiële dekking zijn in de voorjaarsnota middelen gereserveerd voor de uitvoering van de brede hulp door gemeenten voor kinderen. Om een niet-gedoseerde toeleiding richting gemeenten te voorkomen zijn er afspraken gemaakt tussen UHT en VNG.

Tot slot ziet de VNG als risico dat de forfaitaire tegemoetkoming niet voldoende is voor de zwaarst gedupeerde kinderen, onder andere vanwege schuldenproblematiek. In samenspraak met kinderen, jongeren en uw Kamer, is bepaald dat de financiële tegemoetkoming van de kindregeling nadrukkelijk bedoeld is als steun in de rug. Het beoogt geen schade te compenseren of schulden op te lossen. In een participatief traject met jongeren geeft het kabinet momenteel nader invulling aan het programma «leven op de rit», waarbij financieel advies en hulp bij talentontwikkeling twee belangrijke thema’s zijn. Daarnaast is het reguliere instrumentarium in het sociaal domein beschikbaar. In de communicatie richting gedupeerden wordt zoveel mogelijk duidelijk gemaakt welke ondersteuning er is en waar kinderen terecht kunnen.

Om in november te kunnen starten met de uitvoering van de kindregeling verzoek ik uw Kamer om het wetsvoorstel en de nota van wijziging spoedig, in september, te behandelen.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

Kamerstuk 31 066, nr. 1073.

X Noot
2

Zie bijlage.

Naar boven