36 151 Regels ten behoeve van de hersteloperatie toeslagen (Wet hersteloperatie toeslagen)

Nr. 29 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 oktober 2022

De leden Omtzigt en Leijten hebben drie gewijzigde amendementen bij het wetsvoorstel Wet hersteloperatie toeslagen ingediend. Het kabinet apprecieert deze amendementen als volgt.

Gewijzigd amendement van de leden Omtzigt en Leijten ter vervanging van Kamerstuk 36 151, nr. 10 over het niet slechts door middel van een notariële akte of rechterlijke uitspraak kunnen aantonen van informele schulden (Kamerstuk 36 151, nr. 23)

Ontraden. Deze wijziging doet niets af aan de uitvoeringsproblemen en risico’s op onder andere willekeur en misbruik die in de appreciatie op het vorige amendement gegeven zijn. Het toevoegen van «vrije bewijsleer» in plaats van «aannemelijkheid» levert niet een duidelijker beoordelingskader op.

Gewijzigd amendement van de leden Omtzigt en Leijten ter vervanging van Kamerstuk 36 151, nr. 12 over het voor schrijnende gevallen laten gelden van de bijzondere tegemoetkoming in de huurtoeslag, de zorgtoeslag en het kindgebonden budget (Kamerstuk 36 151, nr. 24)

Oordeel kamer: Dit amendement regelt nu consistent het schrappen van het woord «bijzonder». De appreciatie uit de vorige brief blijft staan.

Gewijzigd amendement van de leden Omtzigt en Leijten ter vervanging van Kamerstuk 36 151, nr. 13 over het duidelijk maken dat het wetsvoorstel niet wordt ingediend vanwege institutionele vooringenomenheid, maar vanwege het structureel overtreden van de wet (Kamerstuk 36 151, nr. 25)

Ontraden. De gevolgen voor de uitvoering zijn groot en het karakter van de herstelregelingen verandert hierdoor. De verbreding leidt ertoe dat een niet te overzien aantal personen toegang krijgt tot de regelingen, zonder budgettaire effecten te kunnen beoordelen en te beoordelen of deze vorm van compensatie op zijn plaats is. Daarnaast zou dit ertoe leiden dat reeds uitgevoerde integrale beoordelingen opnieuw moeten worden gedaan om te toetsen op deze grondslag.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries

Naar boven