36 130 Regels ter bevordering van goed verhuurderschap en het voorkomen en tegengaan van ongewenste verhuurpraktijken (Wet goed verhuurderschap)

Nr. 45 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2023

Het lid Van Baarle (DENK) heeft een amendement ingediend op het wetsvoorstel goed verhuurderschap (Kamerstuk 36 130) dat regels stelt over de waarborgsom bij de verhuur van woningen (Kamerstuk 36 130, nr. 43).

Concreet regelt dit amendement dat de hoogte van de waarborgsom maximaal twee maanden kale huur mag zijn en dat verhuurders informatie dienen te verstrekken aan de huurder over de hoogte van de waarborgsom, de wijze waarop en de termijnen waarbinnen bij beëindiging van de huurovereenkomst de vordering van de huurder op de verhuurder ten aanzien van de waarborgsom wordt vastgesteld. Ook stelt het amendement nadere regels in het Burgerlijk Wetboek omtrent de afrekening van de waarborgsom.

Zoals ik tijdens het plenaire debat heb toegelicht kan ik het doel van dit amendement volgen (Handelingen II 2022/23, nr. 56, Debat over de Wet goed verhuurderschap). Er zijn immers op dit moment wettelijk geen regels vastgelegd over de borg, waardoor hier niet op te handhaven is en excessen zich kunnen voordoen. Daarnaast is het amendement op zo’n manier vormgegeven dat het uitvoerbaar is voor gemeenten. Daarom kan ik het oordeel over dit amendement aan de Kamer laten.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge

Naar boven