36 123 Wijziging van het voorstel van wet tot wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten (tegengaan huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen)

Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Ontvangen 13 oktober 2022

1. Inleiding

Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen van de leden van de fracties van VVD, D66, CDA. Ik ben deze partijen erkentelijk voor de vragen in het verslag en ga graag in deze nota hierop in.

2. Aanleiding

De leden van de VVD-fractie vragen naar de laatste stand van zaken van de overige maatregelen die de regering heeft getroffen teneinde huwelijkse gevangenschap tegen te gaan, zoals het met voorlichting voorkomen dat mensen gevangen raken in een huwelijk en slachtoffers helpen uit huwelijkse gevangenschap te komen.

Er is in acht verschillende talen voorlichtingsmateriaal ontwikkeld voor burgers op de onderwerpen trouwen, scheiden en huwelijkse gevangenschap. In dit voorlichtingsmateriaal wordt ook aandacht besteed aan hetgeen mensen voorafgaand een huwelijk kunnen regelen zodat de kans op huwelijkse gevangenschap gereduceerd wordt en waar mensen terecht kunnen voor hulp wanneer zij slachtoffer zijn van huwelijkse gevangenschap. Deze voorlichting is verspreid onder relevante organisaties en is ook online te vinden op rijksoverheid.nl.1

In aanvulling vragen de leden van de VVD-fractie een reactie van de regering op de voorstellen die Femmes for Freedom heeft gedaan in de consultatiereactie bij dit wetsvoorstel, zoals het investeren in de emancipatie van vrouwen en mannen uit patriarchale gemeenschappen, het toegankelijk maken van juridische bijstand, het in dialoog treden met landen die geen Nederlandse echtscheidingsbeschikkingen erkennen en goede voorlichting bieden aan nieuwkomers. De leden van de D66-fractie vragen de regering welke stappen zij zullen ondernemen huwelijkse gevangenschap tegen te gaan en slachtoffers hiervan te beschermen

In reactie op de vragen van de leden van de VVD- en D66-fractie benadruk ik graag dat het kabinet zich blijft inzetten om schadelijke praktijken eerder en beter in beeld krijgen, te stoppen en duurzaam op te lossen.

Uw Kamer wordt in oktober per brief geïnformeerd over de afgelopen en toekomstige inzet van het kabinet op het gebied van schadelijke praktijken. Hierin zullen zowel de thema’s die Femmes for Freedom (FFF) heeft benoemd aan bod komen, als de voortgang van de actieagenda schadelijke praktijken. Vooruitlopend hierop zal ik kort ingaan op de door FFF voorgestelde maatregelen.

Het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Werkgelegenheid heeft het project LEF van FFF ondersteund. Dit project richt zich op het tegengaan van schadelijke praktijken en helpt meisjes en vrouwen uit migranten- en vluchtelingengemeenschappen om hun ambities te verwezenlijken en investeert in de emancipatie.

Ambtelijk is het Ministerie van Justitie en Veiligheid daarbij in gesprek met FFF over de mogelijkheden om juridische bijstand toegankelijker te maken.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken staat in nauw contact met EU-lidstaten om informatie uit te wisselen over het bijstaan van slachtoffers van schadelijke praktijken. Ook draagt BZ via het postennetwerk bij aan het vinden van NGO’s en lokale hulporganisaties voor hulp bij de opvang van slachtoffers van huwelijksdwang en achterlating in het buitenland. Tot slot zijn ambassades, waar mogelijk en opportuun, in contact getreden met de lokale autoriteiten over deze thema’s.

FFF heeft in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voorlichtingsmateriaal en gastlessen voor inburgeringsplichtige vrouwen en lhbtiq+ personen uit nieuwkomersgroepen ontwikkeld. Deze waren gericht op het voorkomen van praktijken die het recht op zelfbeschikking beperken. Verder is er in opdracht van mijn ministerie voorlichtingsmateriaal ontwikkeld waarbij informatie over gedwongen huwelijken en huwelijkse gevangenschap. Flyers voor burgers en professionals zijn gemaakt in acht verschillende talen en worden verspreid binnen verschillende gemeenschappen en zijn online beschikbaar. Deze inzet draagt bij aan een goede voorlichting aan nieuwkomers.

3. Adviesronde op verzoek Eerste Kamer

De leden van de VVD-fractie vragen de regering toe te lichten waarom zij ervoor gekozen heeft het element dat ziet op het verhoogde strafmaximum van artikel 449 Sr niet in stand te laten.

De kritiek die is geuit in de consultatieronde zag op de uitbreiding van de strafbepaling in artikel 449 Sr. De leden van de VVD-fractie merken terecht op dat die kritiek niet ziet op de daarin tevens opgenomen strafverzwaring. Ik zie dan ook geen bezwaar in behoud van het element dat ziet op het verhoogde strafmaximum in artikel 449 Sr. De daartoe strekkende nota van wijziging wordt tegelijkertijd met deze nota naar aanleiding van het verslag aan uw Kamer aangeboden.

Ook vragen de leden van de VVD-fractie een reactie op de consultatiereactie van de Raad voor de rechtspraak (Rvdr) waarin zij stellen dat dat het gelet op de doelstelling van het amendement logischer was geweest de persoon strafbaar te stellen die met een ander in een religieus huwelijk treedt terwijl hij weet of moet vermoeden dat deze persoon dat onvrijwillig doet, dan wel de partner strafbaar te stellen die niet mee wil werken aan de ontbinding van een dergelijk huwelijk.

Huwelijkse gevangenschap en huwelijksdwang zijn reeds strafbaar als vorm van dwang (artikel 284 Sr). Deze bepaling beoogt te voorkomen dat iemand op wederrechtelijke wijze in zijn vrijheid van handelen wordt beperkt of onder druk wordt gezet. Van deze strafbaarstelling gaat nu reeds een duidelijk normerende werking uit. Het maakt duidelijk dat het dwingen van iemand anders om in een huwelijk te treden of te blijven niet acceptabel is. Dat is in 2013 verder onderstreept, doordat het strafmaximum voor dwang is verhoogd van ten hoogste 9 maanden naar 2 jaar gevangenisstraf. Bij die strafverzwaring is expliciet overwogen om naast de algemene strafbaarstelling van dwang een bijzondere delictsomschrijving of gekwalificeerde vorm van dwang te introduceren die specifiek op dwang tot het aangaan van een huwelijk is toegesneden. Na een weging van voor- en nadelen is, uitdrukkelijk onderschreven door adviesorganen als de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak en de Nederlandse orde van advocaten, geoordeeld dat een specifieke delictsomschrijving respectievelijk een gekwalificeerde vorm van dwang voor een effectieve aanpak van huwelijksdwang nodig noch wenselijk is. Ik zie in de enigszins terloopse opmerkingen van de Raad voor de rechtspraak naar aanleiding van het huidige wetsvoorstel aangaande huwelijkse gevangenschap veeleer een reactie op de rationaliteit van de voorgestelde strafbaarstelling dan een advies om af te wijken van de bij de wetswijziging van 2013 gekozen aanpak. Ik zie daarin dan ook geen aanleiding om over te gaan tot wijziging van het voorstel in voornoemde zin.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind

Naar boven