Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel IV, onderdeel F, wordt «, kapitaalverstrekkingen als bedoeld in artikel 10,
eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en geldleningen
als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel d, van die wet» vervangen door «, kapitaalverstrekkingen
en geldleningen».
Toelichting
I. Algemeen
In de in het wetsvoorstel opgenomen aanvulling van de afdrachtvermindering in de Wet
op de dividendbelasting 1965 (Wet DB 1965) voor fiscale beleggingsinstellingen zijn
per abuis twee onjuiste verwijzingen aangebracht. In deze nota van wijziging wordt
dit hersteld. Deze wijzigingen zijn beoordeeld met de uitvoeringstoets, de dienaangaande
eerder opgestelde uitvoeringstoets1 is onverkort van kracht.
II. Onderdeelsgewijs
Artikel IV, onderdeel F (artikel 11a van de Wet op de dividendbelasting 1965)
In het wetsvoorstel worden vergoedingen voor kapitaalverstrekkingen als bedoeld in
artikel 10, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969
(Wet Vpb 1969) onder de reikwijdte van de Wet DB 1965 gebracht. De desbetreffende
aanpassingen strekken ertoe om vergoedingen voor kapitaalverstrekkingen door oprichters,
aandeelhouders, leden, deelnemers of deelgerechtigden als zodanig aan dividendbelasting
te onderwerpen. Per abuis is voorgesteld om deze aanvulling inclusief de verwijzing
naar het desbetreffende artikel in de Wet Vpb 1969 voor zowel kapitaalverstrekkingen
als voor geldleningen ook op te nemen in artikel 11a, tweede lid, Wet DB 1965. Dit
kan tot ongewenste gevolgen leiden. In artikel 11a Wet DB 1965 is de afdrachtvermindering
voor fiscale beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 28 Wet Vpb 1969 opgenomen.
Een fiscale beleggingsinstelling mag onder voorwaarden een vermindering toepassen
wegens ten laste van haar ingehouden dividendbelasting en buitenlandse bronheffing.
Op basis van genoemd artikel 11a, tweede lid, betreft de buitenlandse bronheffing
kort gezegd «buiten Nederland ingehouden en drukkende belastingen aan de bron op de
opbrengsten van aandelen, winstbewijzen en geldleningen». Door deze zinsnede behalve,
zoals is beoogd, uit te breiden met de opbrengsten van kapitaalverstrekkingen, ook
uit te breiden met verwijzingen naar de opbrengsten van bepaalde in de Wet Vpb 1969
omschreven kapitaalverstrekkingen en geldleningen, wordt de afdrachtvermindering onbedoeld
beperkt. Met deze nota van wijziging worden de in het wetsvoorstel opgenomen verwijzingen
in artikel 11a, tweede lid, Wet DB 1965 naar de Wet Vpb 1969 om die reden geschrapt.
De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij