36 106 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, Wet op het voortgezet onderwijs en Wet voortgezet onderwijs 2020 in verband met de inrichting van tijdelijke onderwijsvoorzieningen als gevolg van de massale toestroom van ontheemden als bedoeld in de Richtlijn 2001/55/EG van de Raad van 20 juli 2001 betreffende minimumnormen voor het verlenen van tijdelijke bescherming in geval van massale toestroom van ontheemden en maatregelen ter bevordering van een evenwicht tussen de inspanning van de lidstaten voor de opvang en het dragen van de consequenties van de opvang van deze personen (PbEU 2001, L212) (Wet tijdelijke onderwijsvoorzieningen bij massale toestroom van ontheemden)

Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR PRIMAIR EN VOORTGEZET ONDERWIJS

Ontvangen ter Griffie op 7 juni 2022.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling is aan de Kamer overgelegd tot en met 21 juni 2022.

De voordracht voor de vast te stellen ministeriële regeling kan niet eerder worden gedaan dan op 22 juni 2022.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juni 2022

Hierbij bied ik u aan de ontwerpregeling tijdelijke onderwijsvoorzieningen bij massale toestroom van ontheemden. De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgestelde procedure, bedoeld in artikel 180g van de Wet op het primair onderwijs, artikel 180th in de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 9.11 van de Wvo 2020 (Wetsvoorstel tijdelijke onderwijsvoorzieningen bij massale toestroom van ontheemden) (Kamerstuk 36 106) en biedt uw Kamer de gelegenheid zich uit te spreken over de regeling voordat deze zal worden vastgesteld. Op grond van de genoemde bepalingen wordt de regeling niet eerder vastgesteld dan twee weken nadat een ontwerp daarvan aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van de regeling met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Eenzelfde brief heb ik heden gezonden aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

Naar boven