Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 4 mei 2022 en het nader rapport d.d. 17 mei 2022, aangeboden aan de Koning door
de Minister van Financiën, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming. Het advies
van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 24 maart 2022, nr. 2022000684,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 4 mei 2022, nr. W06.22.0052/III, bied ik U hierbij aan.
De tekst van het advies treft U hieronder aan.
Bij Kabinetsmissive van 24 maart 2022, no. 2022000684, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van State ter
overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het
financieel toezicht, de Faillissementswet en enige andere wetten ter uitvoering van
de verordening herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen (Uitvoeringswet verordening
herstel en afwikkeling centrale tegenpartijen), met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen inhoudelijke opmerkingen bij
het voorstel.
De Afdeling verwijst naar de bij dit advies behorende redactionele bijlage.
De redactionele opmerkingen zijn verwerkt.
De Afdeling adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om nog een aantal verbeteringen in het wetsvoorstel
aan te brengen.
-
– Het opschrift van de wet is aangevuld met ook het verordeningsnummer.
-
– In de wijziging van artikel 3A:21, eerste lid, onderdeel b, Wft is een zinsnede toegevoegd
om te duiden dat geen instemming van de verkrijger ingevolge artikel 3A:6, eerste
lid, Wft nodig is indien er een overdracht aan houders van rechten volgt uit hoofde
van artikel 3A:21, eerste lid, onderdeel c, of artikel 3A:44, eerste lid, Wft.
-
– Artikel 3A:141 Wft is aangepast zodat het overeenkomt met het huidige 3A:6 Wft (de
variant voor banken uit hoofdstuk 3A.1 Wft) waarvan dit een evenbeeld is.
-
– Artikel 213rr Fw is toegevoegd om artikel 10 Fw met betrekking tot het verzet tegen
faillietverklaring niet van toepassing te laten zijn in het geval dat het faillissement
van een centrale tegenpartij wordt uitgesproken.
De memorie van toelichting is hiermee in overeenstemming gebracht. Tevens zijn in
de memorie van toelichting nog een aantal redactionele verbeteringen doorgevoerd.
Ik verzoek U, mede namens de Minister voor Rechtsbescherming, het hierbij gevoegde
voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag
Redactionele bijlage bij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
betreffende no. W06.22.0052/III
-
– In de toelichting dan wel de transponeringstabel aangeven hoe artikel 3, zesde lid,
van de verordening is geïmplementeerd.
-
– In de transponeringstabel aanpassen dat artikel 90 van de verordening is geïmplementeerd
door voorgesteld Artikel I, onderdeel F.
-
– Gelet op artikel 93 van de verordening, in artikel 3A:2 van de Wet op het financieel
toezicht opnemen dat het hoofdstuk niet van toepassing is op rechtspersonen waaraan
ook een vergunning is verleend overeenkomstig artikel 14 van de EMIR-verordening.