Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 juli 2022
Op 3 mei 2022 aanvaardde het Europees Parlement een wetgevingsresolutie tot wijziging
van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door
middel van rechtstreekse algemene verkiezingen. De vaste commissies voor Binnenlandse
Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis der Koning heeft het
voorstel getoetst aan de beginselen van subsidiariteit zoals genoemd in artikel 5
van het EU-verdrag en het Protocol betreffende de toepassing van de beginselen van
subsidiariteit en evenredigheid. In de vergadering van 12 juli 2022 heeft zij in meerderheid
besloten de Kamer te adviseren in te stemmen met de verzending aan het Europees Parlement
van een gemotiveerd advies inzake het voorstel tot wijziging van de Europese Kiesakte.
Indien blijkt dat de Kamer kan instemmen met het gemotiveerd advies, dan verzoekt
de commissie u om het advies uiterlijk 13 juli 2022 door middel van de in de bijlage
opgenomen brief door te geleiden naar het Europees Parlement.
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van
Staat / Algemene Zaken en Huis der Koning, B.O. Dittrich
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL
Aan de Voorzitter van het Europees Parlement
Den Haag, 12 juli 2022
De Eerste Kamer der Staten-Generaal heeft, overeenkomstig de daarvoor vastgestelde
procedure, de wetgevingsresolutie tot wijziging van de Akte betreffende de verkiezing
van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen
getoetst aan het beginsel van subsidiariteit. Daarmee is toepassing gegeven aan artikel
5 Verdrag betreffende de Europese Unie en Protocol 2 bij het Verdrag van Lissabon
betreffende de toepassing van het subsidiariteits- en het evenredigheidsbeginsel.
Met deze brief stel ik u in kennis van het oordeel van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De meerderheid van de Eerste Kamer is van oordeel dat het voorstel voor de wijziging
van de Europese Kiesakte, zoals opgenomen in de wetgevingsresolutie van het Europees
Parlement van 3 mei 2022, de rechtsgrondslag te buiten gaat en niet voldoet aan het
beginsel van subsidiariteit. Graag deel ik met u de gronden waarop dit oordeel rust.
Naar de mening van de meerderheid van de Eerste Kamer is het van groot belang dat
de nationale volksvertegenwoordiging zeggenschap heeft en houdt over verkiezingen
die in het eigen land georganiseerd worden, ook als het verkiezingen voor het Europees
Parlement betreffen.
De meerderheid van de Eerste Kamer vindt dat de wetgevingsresolutie van het Europees
Parlement inzake het wegnemen of beperken van de zeggenschap van de nationale volksvertegenwoordiging
over zaken zoals de dag waarop verkiezingen voor het Europees Parlement plaatsvinden,
de wijze waarop gestemd kan worden, de regels inzake campagnevoeren voor die verkiezingen
en over de zeggenschap van politieke partijen over hun kandidatenlijsten, onnodig
de zeggenschap van de nationale volksvertegenwoordiging beperkt.
Vanwege bovenstaande argumentatie strookt het voorstel van het Europees Parlement
volgens de Eerste Kamer niet met het beginsel van subsidiariteit.
Identieke brieven zijn verzonden aan de Europese Commissie, de Raad en de Nederlandse
regering.
De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, J.A. Bruijn