36 084 Wijziging van de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen in verband met de uitbreiding van de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over de netwerk- en informatiesystemen van niet-vitale aanbieders te verstrekken aan deze aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de bevoegdheid van de Minister van Justitie en Veiligheid om dreigings- en incidentinformatie over netwerk- en informatiesystemen van andere aanbieders dan vitale aanbieders of aanbieders die deel uitmaken van de rijksoverheid te verstrekken aan deze andere aanbieders en aan organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten ten behoeve van deze aanbieders, uit te breiden;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na «informeren» ingevoegd «, aangewezen bij regeling van Onze Minister of behorend tot een bij die regeling aangewezen categorie».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. aanbieders, niet zijnde een vitale aanbieder of een andere aanbieder die onderdeel is van de rijksoverheid, indien een dreiging of incident aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de continuïteit van hun dienstverlening en voor de verstrekking van gegevens een onder a tot en met c bedoelde organisatie ontbreekt.

B

In artikel 20, tweede lid, wordt onder verlettering van de onderdelen a tot en met c tot b tot en met d een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • a. organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten met betrekking tot hun netwerk- en informatiesystemen, aangewezen bij regeling van Onze Minister of behorend tot een bij die regeling aangewezen categorie;

ARTIKEL II

Indien het bij koninklijke boodschap van [PM: datum Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven van EZK] ingediende voorstel van wet [PM: opschrift en Kamerstuknummer Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven van EZK] tot wet is of wordt verheven en artikel 5 van die wet:

a. eerder in werking treedt of is getreden dan artikel I van deze wet, komt artikel I van deze wet als volgt te luiden:

A

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt na «informeren» ingevoegd «, aangewezen bij regeling van Onze Minister of behorend tot een bij die regeling aangewezen categorie».

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • f. aanbieders, niet zijnde een vitale aanbieder of een andere aanbieder die onderdeel is van de rijksoverheid, indien een dreiging of incident aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor de continuïteit van hun dienstverlening en voor de verstrekking van gegevens een onder a tot en met c of e bedoelde organisatie ontbreekt.

B

In artikel 20, tweede lid, wordt onder verlettering van de onderdelen a tot en met d tot b tot en met e een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • a. organisaties die objectief kenbaar tot taak hebben om andere organisaties of het publiek te informeren over dreigingen en incidenten met betrekking tot hun netwerk- en informatiesystemen, aangewezen bij regeling van Onze Minister of behorend tot een bij die regeling aangewezen categorie.

b. later in werking treedt dan artikel I van deze wet, komt artikel 5 van die wet als volgt te luiden:

Artikel 5 (wijziging Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen)

De Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van onderdeel e tot f wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e. Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven;

2. In onderdeel f (nieuw) wordt «onder a tot en met c» vervangen door «onder a tot en met c of e».

B

In artikel 20, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven.

C

In artikel 21, tweede lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, ten behoeve van de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet bevordering digitale weerbaarheid bedrijven.

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Naar boven