Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 23 maart 2022 en het nader rapport d.d. 5 april 2022, aangeboden aan de Koning
door de Minister van Financiën. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad
van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 25 februari 2022, nr. 2022000476,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 23 maart 2022, nr. W06.22.0033/III, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 25 februari 2022, no. 2022000476, heeft Uwe Majesteit, op
voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van de Raad van
State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot Wijziging van de Wet
op het financieel toezicht en de Wet op de economische delicten ter implementatie
van Richtlijn (EU) 2019/2177 en uitvoering van Verordening (EU) 2019/2175 tot wijziging
van diverse richtlijnen en verordeningen betreffende het Europees systeem voor financieel
toezicht (Implementatiewet omnibusrichtlijn en – verordening ESFS-review), met memorie
van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om een redactionele verbetering door te voeren
in de transponeringstabel bij de memorie van toelichting.
Ik verzoek U het hierbij gevoegde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Financiën,
S.A.M. Kaag