36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

T MOTIE VAN HET LID VAN ROOIJEN C.S.

Voorgesteld 22 mei 2023

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het kabinet bij het volgen van zijn «standaard invaarpad» de mogelijkheid om voor iedere belanghebbende individueel bezwaar te maken ontnomen heeft;

overwegende dat in beginsel iedere rechthebbende, gelet op het eigendomsrecht en de daarop van toepassing zijnde rechtsbeginselen, zelf een beslissing zou moeten mogen nemen omtrent zijn eigendomsrechten inzake pensioen;

overwegende dat gelet op de in Nederland geldende rechtsbeginselen betreffende de bescherming van rechten van burgers dit noodzakelijk is;

verzoekt het kabinet een novelle voor te bereiden en in te dienen waarin artikel 150 van het voorstel van de Wet toekomst pensioenen en de daaraan verwante artikelen zodanig aan te passen dat hierin alsnog het individueel bezwaarrecht voor iedere rechthebbende (deelnemers, gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden) wordt opgenomen;

Dit naar analogie van artikel 83 van de Pensioenwet en de inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen te laten plaatsvinden op hetzelfde tijdstip als de datum van inwerkingtreding van deze novelle,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Rooijen

Baay-Timmerman

Naar boven