36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 88 AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT C.S.

Ontvangen 30 november 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel LLL een onderdeel ingevoegd, luidende:

LLLa

In artikel 135, eerste lid, wordt in onderdeel a «; en» vervangen door een puntkomma, wordt de punt aan het slot van onderdeel c vervangen door «; en» en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. het beleggingsrisico bedraagt niet meer dan 100%.

II

In artikel VII wordt na onderdeel HHH een onderdeel ingevoegd, luidende:

HHHa

In artikel 130, eerste lid, wordt in onderdeel a «; en» vervangen door een puntkomma, wordt de punt aan het slot van onderdeel b vervangen door «; en» en wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. het beleggingsrisico bedraagt niet meer dan 100%.

Toelichting

De Wet toekomst pensioenen zou het mogelijk maken dat pensioenuitvoerders deelnemers voor meer dan 100% blootstellen aan beleggingsrisico (het zogenaamde opheffen van de leenrestrictie). Dit houdt feitelijk in dat voor die deelnemer wordt belegd met geleend geld. Vanwege de invulling van de nieuwe contracten ontstaat daarmee een risico dat het volledige persoonlijk pensioenvermogen verdampt bij onverhoopte, zeer slechte beleggingsresultaten. Het is zelfs mogelijk dat er (tijdelijk) een negatief persoonlijk pensioenvermogen ontstaat. Dat negatieve vermogen moet vervolgens, vaak op kosten van andere (oudere) deelnemers, worden aangevuld tot 0. Het huidige stelsel kent dit risico niet. Dit amendement regelt dat expliciet in de Pensioenwet wordt vastgelegd dat een (individuele) deelnemer nooit voor meer dan 100% mag worden blootgesteld aan beleggingsrisico om te waarborgen dat een deelnemer niet na jaren van (soms verplichte) premie inleg wordt geconfronteerd met een persoonlijk pensioenvermogen van 0. Middels een AMvB zal deze regel van toepassing zijn op alle pensioenuitvoerders.

Omtzigt Van Kent Azarkan Léon de Jong

Naar boven