36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 71 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID OMTZIGT TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 18

Ontvangen 10 november 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel QQQ, wordt in artikel 150m, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Het pensioenfonds legt het voornemen tot een besluit tot waardeoverdracht schriftelijk voor aan de deelnemers, gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden. Indien minder dan 60% van het aantal deelnemers en gewezen deelnemers dat heeft gereageerd op het daartoe strekkende schriftelijke verzoek dan wel indien minder dan 60% van het aantal pensioengerechtigden dat heeft gereageerd op het daartoe strekkende schriftelijke verzoek het voorgenomen besluit goedkeuren, informeert het pensioenfonds de werkgever niet te kunnen voldoen aan het verzoek tot collectieve waardeoverdracht.

II

Artikel VII, onderdeel MMM, wordt in artikel 145l, na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:

  • 1a. Het beroepspensioenfonds legt het voornemen tot een besluit tot waardeoverdracht schriftelijk voor aan de deelnemers, gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden. Indien minder dan 60% van het aantal deelnemers en gewezen deelnemers dat heeft gereageerd op het daartoe strekkende schriftelijke verzoek dan wel indien minder dan 60% van het aantal pensioengerechtigden dat heeft gereageerd op het daartoe strekkende schriftelijke verzoek het voorgenomen besluit goedkeuren, informeert het beroepspensioenfonds de beroepspensioenvereniging niet te kunnen voldoen aan het verzoek tot collectieve waardeoverdracht.

Toelichting

Dit amendement regelt een goedkeuringsprocedure voordat er ingevaren (interne collectieve waardeoverdracht) kan worden. Nadat de werkgever of beroepspensioenvereniging een verzoek tot invaren heeft gedaan, maar alvorens een besluit tot invaren te nemen, legt het (beroeps)pensioenfonds dit voorgenomen besluit schriftelijk ter goedkeuring voor aan de (gewezen)deelnemers en gepensioneerden. Voor de voortzetting van het invaren is nodig dat minstens 60% van de deelnemers en gewezen deelnemers dat heeft gereageerd en tenminste 60% van de gepensioneerden dat heeft gereageerd het besluit goedkeuren. Indien deze drempel niet wordt gehaald, informeert het (beroeps)pensioenfonds de werkgever of beroepspensioenvereniging dat het (beroeps)pensioenfonds niet zal kunnen voldoen aan het verzoek.

Omtzigt

Naar boven