De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel E, wordt in het voorgestelde artikel 10a, vierde lid, de eerste
zin vervangen door: De financiële mee- of tegenvallers als gevolg van het collectieve
beleggingsbeleid worden in de voor pensioenuitkering bestemde vermogens en de solidariteitsreserve
verwerkt door middel van vastgelegde toedelingsregels die in ieder geval aansluiten
bij de risicohouding per leeftijdscohort. Het beschermingsrendement voor het renterisico
wordt toebedeeld op basis van wijziging van de rentetermijnstructuur die de toezichthouder
beschikbaar stelt.
II
In artikel VII, onderdeel I, wordt in het voorgestelde artikel 28a, vierde lid, de
eerste zin vervangen door: De financiële mee- of tegenvallers als gevolg van het collectieve
beleggingsbeleid worden in de voor pensioenuitkering bestemde vermogens en de solidariteitsreserve
verwerkt door middel van vastgelegde toedelingsregels die in ieder geval aansluiten
bij de risicohouding per leeftijdscohort. Het beschermingsrendement voor het renterisico
wordt toebedeeld op basis van wijziging van de rentetermijnstructuur die de toezichthouder
beschikbaar stelt.
Toelichting
Met dit amendement wordt het onderscheid tussen de solidaire premieregeling en de
flexibele premieregeling verduidelijkt. De solidaire premieregeling kent één collectief
beleggingsbeleid, terwijl de flexibele premieregeling uitgaat van individuele life-cycles.
In het huidige wetsvoorstel bestaat echter de mogelijkheid om in de solidaire premieregeling
beschermingsrendement voor renterisico toe te kennen op basis van een aparte beschermingsportefeuille
tegen renterisico – de «alternatieve» of «directe» methode van bescherming. Dit betekent
de facto dat het collectief vermogen gesplitst wordt in een beschermingsportefeuille
en een zakelijke waardenportefeuille. De indieners stellen daarom voor om deze mogelijkheid
te laten vervallen.
De «indirecte» methode, dat wil zeggen het toekennen van beschermingsrendement op
basis van de rentetermijnstructuur, zonder expliciet een afgescheiden beschermingsportefeuille
aan te houden, is een collectieve en solidaire optie om deelnemers te beschermen tegen
rentewijzigingen. De indieners vinden het wenselijk dat deze collectiviteit en solidariteit
behouden blijven in de solidaire premieregeling. Als alternatief biedt het wetsvoorstel
immers ook de flexibele premieregeling. Dit amendement dient ook om te voorkomen dat
het onderscheid tussen deze twee verschillende contracten te klein wordt. Het sluit
daarmee aan bij de doelstellingen uit het pensioenakkoord, en zorgt tegelijkertijd
voor vereenvoudiging van de solidaire premieregeling.
In het consultatiedocument van Boeijen, Bonenkamp en Werker op de Wet Toekomst Pensioenen1 geven zij ook aan dat toekennen van het beschermingsrendement voor renterisico op
basis van feitelijk aangehouden, gescheiden renteportefeuilles niet voldoet aan de
uitgangspunten van collectiviteit en solidariteit zoals afgesproken in het pensioenakkoord.
Daarnaast geven zij aan dat deze methode leidt tot minder stabiele pensioenuitkeringen,
arbitraire uitkomsten en beperkte beleggingsuitkomsten.
Om bovenstaande redenen vinden de indieners de mogelijkheid het beschermingsrendement
toe te kennen vanuit een aparte beschermingsportefeuille onnodig en onwenselijk.
Maatoug
Nijboer