36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 68 AMENDEMENT VAN HET LID MAATOUG EN NIJBOER

Ontvangen 9 november 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel E, wordt in het voorgestelde artikel 10a, vierde lid, de eerste zin vervangen door: De financiële mee- of tegenvallers als gevolg van het collectieve beleggingsbeleid worden in de voor pensioenuitkering bestemde vermogens en de solidariteitsreserve verwerkt door middel van vastgelegde toedelingsregels die in ieder geval aansluiten bij de risicohouding per leeftijdscohort. Het beschermingsrendement voor het renterisico wordt toebedeeld op basis van wijziging van de rentetermijnstructuur die de toezichthouder beschikbaar stelt.

II

In artikel VII, onderdeel I, wordt in het voorgestelde artikel 28a, vierde lid, de eerste zin vervangen door: De financiële mee- of tegenvallers als gevolg van het collectieve beleggingsbeleid worden in de voor pensioenuitkering bestemde vermogens en de solidariteitsreserve verwerkt door middel van vastgelegde toedelingsregels die in ieder geval aansluiten bij de risicohouding per leeftijdscohort. Het beschermingsrendement voor het renterisico wordt toebedeeld op basis van wijziging van de rentetermijnstructuur die de toezichthouder beschikbaar stelt.

Toelichting

Met dit amendement wordt het onderscheid tussen de solidaire premieregeling en de flexibele premieregeling verduidelijkt. De solidaire premieregeling kent één collectief beleggingsbeleid, terwijl de flexibele premieregeling uitgaat van individuele life-cycles. In het huidige wetsvoorstel bestaat echter de mogelijkheid om in de solidaire premieregeling beschermingsrendement voor renterisico toe te kennen op basis van een aparte beschermingsportefeuille tegen renterisico – de «alternatieve» of «directe» methode van bescherming. Dit betekent de facto dat het collectief vermogen gesplitst wordt in een beschermingsportefeuille en een zakelijke waardenportefeuille. De indieners stellen daarom voor om deze mogelijkheid te laten vervallen.

De «indirecte» methode, dat wil zeggen het toekennen van beschermingsrendement op basis van de rentetermijnstructuur, zonder expliciet een afgescheiden beschermingsportefeuille aan te houden, is een collectieve en solidaire optie om deelnemers te beschermen tegen rentewijzigingen. De indieners vinden het wenselijk dat deze collectiviteit en solidariteit behouden blijven in de solidaire premieregeling. Als alternatief biedt het wetsvoorstel immers ook de flexibele premieregeling. Dit amendement dient ook om te voorkomen dat het onderscheid tussen deze twee verschillende contracten te klein wordt. Het sluit daarmee aan bij de doelstellingen uit het pensioenakkoord, en zorgt tegelijkertijd voor vereenvoudiging van de solidaire premieregeling.

In het consultatiedocument van Boeijen, Bonenkamp en Werker op de Wet Toekomst Pensioenen1 geven zij ook aan dat toekennen van het beschermingsrendement voor renterisico op basis van feitelijk aangehouden, gescheiden renteportefeuilles niet voldoet aan de uitgangspunten van collectiviteit en solidariteit zoals afgesproken in het pensioenakkoord. Daarnaast geven zij aan dat deze methode leidt tot minder stabiele pensioenuitkeringen, arbitraire uitkomsten en beperkte beleggingsuitkomsten.

Om bovenstaande redenen vinden de indieners de mogelijkheid het beschermingsrendement toe te kennen vanuit een aparte beschermingsportefeuille onnodig en onwenselijk.

Maatoug Nijboer

Naar boven