36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 59 AMENDEMENT VAN DE LEDEN NIJBOER EN MAATOUG

Ontvangen 2 november 2022

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt na onderdeel C, een nieuw onderdeel ingevoegd luidende:

Ca

In artikel 8, vijfde lid, onderdeel a, wordt «21 jaar» vervangen door «18 jaar».

II

Artikel I, onderdeel H, komt te luiden:

H

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en derde lid wordt «21-jarige» telkens vervangen door «18-jarige».

2. In het tweede lid wordt «in meer dan 26 weken» vervangen door «in meer dan acht weken» en wordt «de termijn van 26 weken» vervangen door «de termijn van acht weken».

III

In artikel VII wordt na onderdeel F een onderdeel ingevoegd, luidende:

Fa

In artikel 22, tweede lid, wordt «eenentwintig» vervangen door «achttien».

Toelichting

Dit amendement regelt dat de startleeftijd voor pensioenopbouw wordt verlaagd naar 18 jaar. Werken en pensioenopbouw horen hand in hand te gaan. Omdat de maximale startleeftijd voor pensioenopbouw momenteel 21 jaar is, lopen jongeren echter pensioenopbouw mis. Dit geldt met name voor (vaak praktisch opgeleiden) jongeren die op 18-jarige leeftijd een volwaardige baan hebben. De afschaffing van de doorsneesystematiek versterkt het belang van vroege pensioenopbouw. Ondanks een relatief lage inleg op jonge leeftijd, kan wegens de lange beleggingshorizon een significante bijdrage worden geleverd aan een goed pensioen. De indieners zijn van mening dat een startleeftijd van 18 jaar zowel aansluit bij het streven om zo veel mogelijk werkenden pensioen te laten opbouwen, als de afspraken in het SER MLT over een gelijkwaardig arbeidsvoorwaardenpakket voor alle werkenden.

Nijboer Maatoug

Naar boven