De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Na artikel I, onderdeel BBB, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
BBBa
Aan artikel 115 wordt een lid toegevoegd, luidende:
II
In artikel I, onderdeel UUU, wordt in artikel 220i, eerste lid, in de aanhef, «BBB,
CCC» vervangen door «BBB, BBBa, CCC» en wordt in onderdeel a «112b, 115a,» vervangen
door «112b, 115, 115a».
III
Na artikel VII, onderdeel ZZ, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
ZZa
Aan artikel 110d wordt een lid toegevoegd, luidende:
IV
In artikel VII, onderdeel QQQ, wordt in artikel 214g, eerste lid, in de aanhef, «ZZ,
AAA» vervangen door «ZZ, ZZa, AAA» en wordt in onderdeel a «109a, 110e,» vervangen
door «109a, 110d, 110e,».
Toelichting
Om ervoor te zorgen dat deelnemers kunnen meepraten over hun pensioenregeling, is
het van belang dat de medezeggenschap van een pensioenfonds op een representatieve
manier is ingevuld. Tegelijkertijd is het van belang dat groepen die in mindere mate
vertegenwoordigd zijn in het verantwoordings- of belanghebbendenorgaan, worden benaderd
om zitting te nemen in dit orgaan zodat de representativiteit ervan wordt vergroot.
Dit kan nader worden ingevuld met een algemene maatregel van bestuur.
Natuurlijk staat het eenieder vrij om zich al dan niet verkiesbaar te stellen voor
een verantwoordings- of belanghebbendenorgaan. Omdat groepen deelnemers die ondervertegenwoordigd
zijn mogelijk ook minder kennis hebben van het bestaan van deze organen, kan het fonds
eraan bijdragen om de representativiteit van deze organen te vergroten waardoor de
steun onder deelnemers en gepensioneerden kan groeien. Dit amendement regelt dat pensioenfondsen
hier een taak bij krijgen en dat besluitvorming rond het invaren door een representatieve
groep vertegenwoordigers wordt besproken.
Van Beukering-Huijbregts