36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 40 MOTIE VAN HET LID OMTZIGT C.S.

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 12 oktober 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

van mening dat het nieuwe nabestaandenpensioen grote gaten bevat, bijvoorbeeld door het feit dat er bij overlijden voor de pensioendatum tijdelijk geen dekking, geen enkel nabestaandenpensioen is en de weduwe of weduwnaar zonder enige dekking achterblijft, al waren er tonnen beschikbaar in het persoonlijk pensioenvermogen van de overledene;

constaterende dat een aantal fondsen vanwege de levenslange risicogedekte uitkering kiest voor zeer lage dekkingspercentages die geen relatie meer hebben tot bestaanszekerheid;

verzoekt de regering met een nota van wijziging te komen waarin er een knip aangebracht wordt in het nabestaandenpensioen,

  • waarbij het vermogen dat beschikbaar is voor het ouderdomspensioen van de deelnemer bij het overlijden van die deelnemer altijd wordt aangewend ter financiering van de nabestaandenpensioenuitkering van de weduw of weduwnaar en niet vervalt als sterftewinst aan het collectief,

  • waarbij de nabestaandenpensioenuitkering van de weduwe of weduwnaar tot aan diens pensioendatum gefinancierd wordt op basis van de risicodekking van de deelnemer, eventueel aangevuld met een gedeelte van het vermogen dat beschikbaar was voor het ouderdomspensioen van de deelnemer, ongeacht het moment van overlijden van de deelnemer,

  • waarbij er uitgebreide dekking op kosten van het collectief blijft wanneer het individu onvrijwillig niet in staat is arbeid te verrichten en dus geen risicodekking meer heeft,

  • waarbij de nabestaandenpensioenuitkering van de weduwe of weduwnaar vanaf diens pensioendatum wordt gefinancierd op basis van het overgebleven vermogen dat beschikbaar was voor het ouderdomspensioen van de deelnemer, ongeacht het moment van overlijden van de deelnemer,

en gaat over tot de orde van de dag.

Omtzigt

Van Kent

Den Haan

Van der Plas

Naar boven