36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 175 NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID PALLAND TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 137

Ontvangen 20 december 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel E, wordt aan artikel 10a, vijfde lid, een zin toegevoegd, luidende «Van de eerste zin kan afgeweken worden voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen en van de opgebouwde aanspraak op nabestaandenpensioen van pensioengerechtigden te realiseren en alleen herverdelingseffecten optreden tussen de pensioengerechtigden onderling.»

II

In artikel I, onderdeel F, wordt aan artikel 10b, vierde lid, een zin toegevoegd, luidende «Van de eerste zin kan afgeweken worden voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen en van de opgebouwde aanspraak op nabestaandenpensioen van pensioengerechtigden te realiseren en alleen herverdelingseffecten optreden tussen de pensioengerechtigden onderling.»

III

In artikel I, onderdeel MM, vijfde onderdeel, vervalt in het voorgestelde achtste lid in de tweede zin «het spreiden van» en wordt «kan het projectierendement» vervangen door «kunnen het projectierendement of de toedeling van rendementen».

IV

In artikel VII, onderdeel I, wordt aan artikel 28a, vijfde lid, een zin toegevoegd, luidende «Van de eerste zin kan afgeweken worden voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen en van de opgebouwde aanspraak op nabestaandenpensioen van pensioengerechtigden te realiseren en alleen herverdelingseffecten optreden tussen de pensioengerechtigden onderling.»

V

In artikel VII, onderdeel J, wordt aan artikel 28b, vierde lid, een zin toegevoegd, luidende «Van de eerste zin kan afgeweken worden voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen en van de opgebouwde aanspraak op nabestaandenpensioen van pensioengerechtigden te realiseren en alleen herverdelingseffecten optreden tussen de pensioengerechtigden onderling.»

VI

In artikel VII, onderdeel MM, vijfde onderdeel, vervalt in het voorgestelde achtste lid in de tweede zin «het spreiden van» en wordt «kan het projectierendement» vervangen door «kunnen het projectierendement of de toedeling van rendementen».

Toelichting

In de flexibele premieregeling is een contract met individueel vermogen in de opbouw fase en een collectieve regeling (uitkeringscollectief) in de uitkeringsfase mogelijk. Hiermee is een gelijke aanpassing voor alle gepensioneerden en risicodragend beleggen in de uitkeringsfase veel eenvoudiger uit te voeren. Dit uitgangspunt kan overgenomen worden in de solidaire premieregeling. Om jaarlijks gelijke aanpassingen van ingegane pensioenuitkeringen voor alle pensioengerechtigden te realiseren in de solidaire premieovereenkomst, kan het vanuit een beheersbare uitvoering nodig zijn om de in dat jaar aan de persoonlijk voor de uitkering gereserveerde vermogens toebedeelde rendementen van de pensioengerechtigden in beperkte mate te corrigeren. Gelijke aanpassing van de uitkeringen leidt in de praktijk mogelijk tot een iets andere toedeling van rendementen dan resulteert op basis van de vooraf afgesproken toedeelregels aan de voor de uitkering gereserveerde persoonlijke pensioenvermogens in de solidaire premieovereenkomst. Die verschillen kunnen bijvoorbeeld ontstaan, omdat rendementen maandelijks aan de voor de uitkering gereserveerde pensioenvermogens van pensioengerechtigden worden toebedeeld, terwijl pensioenuitkeringen jaarlijks worden aangepast.

Hiertoe zal aan artikel 63a, lid 8 worden toegevoegd dat bij de verwerking van het financiële resultaat – naast het projectierendement – de toebedeelde rendementen aan het voor de uitkering gereserveerde vermogen van pensioengerechtigden kunnen worden aangepast, alleen voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van pensioenuitkeringen en van opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen van pensioengerechtigden te realiseren.

Dit kan leiden tot een beperkte mate van herverdeling in de uitkeringsfase, dus alleen tussen pensioengerechtigden onderling, vergelijkbaar met de beperkte herverdelingseffecten die in de collectieve uitkeringsfase van de flexibele premieovereenkomst kunnen ontstaan. Deze vorm van een collectieve uitkeringsfase is reeds toegelaten sinds de Wet verbeterde premieregeling.

In de artikelen 10a, lid 5 en 10b, lid 4 zal om deze reden worden opgenomen dat bij wijze van uitzondering op de hoofdregel dat geen ex ante herverdeling mag optreden bij toedeling van rendementen aan de persoonlijk voor de uitkering gereserveerde vermogens, respectievelijk aan de kapitalen, enige herverdeling wordt toegelaten voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van pensioenuitkeringen en van opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen van pensioengerechtigden te realiseren. Het gaat dus alleen om een beperkte mate van herverdeling tussen de gepensioneerden onderling, met als enige doel om aanpassingen van variabele uitkeringen en van opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen van pensioengerechtigden gelijk te kunnen laten zijn.

Deze wijziging verbetert zowel uitvoerbaarheid als uitlegbaarheid van de solidaire premieovereenkomst aanzienlijk. De methode Muns1 toont aan dat gelijke aanpassingen van pensioenuitkeringen kunnen worden afgeleid uit de voor de pensioenuitkering bestemde vermogens en andersom. Vanuit een beheersbare uitvoering is het wenselijk dan wel noodzakelijk dat voor het bereiken van gelijke aanpassingen in de pensioenadministratie de uitkeringen het vertrekpunt kunnen zijn. Voor de uitkering gereserveerde vermogens kunnen daaruit worden herrekend. Dit leidt mogelijk tot een beperkte correctie op de rendementstoedeling op basis van de vooraf afgesproken toedeelregels. Ook als de uitkering als vertrekpunt wordt genomen kan de pensioengerechtigde altijd geïnformeerd worden over de stand van zijn voor pensioen bestemd vermogen. Dit amendement maakt het mogelijk de uitkering als vertrekpunt te hanteren voor de bepaling van de vermogens die corresponderen met gelijke aanpassingen van uitkeringen.

Palland


X Noot
1

S. Muns (2021), Geheugenloos spreiden met gelijke aanpassingen, Netspar Design Paper 200, www.netspar.nl.

Naar boven