36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 137 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID PALLAND TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 46

Ontvangen 15 december 2022

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel E, wordt aan artikel 10a, vijfde lid, een zin toegevoegd, luidende «Van de eerste zin kan afgeweken worden voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen te realiseren en alleen herverdelingseffecten optreden tussen de pensioengerechtigden onderling.»

II

In artikel I, onderdeel F, wordt aan artikel 10b, vierde lid, een zin toegevoegd, luidende «Van de eerste zin kan afgeweken worden voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen te realiseren en alleen herverdelingseffecten optreden tussen de pensioengerechtigden onderling.»

III

In artikel I, onderdeel MM, vijfde onderdeel, vervalt in het voorgestelde achtste lid in de tweede zin «het spreiden van» en wordt «kan het projectierendement» vervangen door «kunnen het projectierendement of de toedeling van rendementen».

IV

In artikel VII, onderdeel I, wordt aan artikel 28a, vijfde lid, een zin toegevoegd, luidende «Van de eerste zin kan afgeweken worden voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen te realiseren en alleen herverdelingseffecten optreden tussen de pensioengerechtigden onderling.»

V

In artikel VII, onderdeel J, wordt aan artikel 28b, vierde lid, een zin toegevoegd, luidende «Van de eerste zin kan afgeweken worden voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van de ingegane pensioenuitkeringen te realiseren en alleen herverdelingseffecten optreden tussen de pensioengerechtigden onderling.»

VI

In artikel VII, onderdeel MM, vijfde onderdeel, vervalt in het voorgestelde achtste lid in de tweede zin «het spreiden van» en wordt «kan het projectierendement» vervangen door «kunnen het projectierendement of de toedeling van rendementen».

Toelichting

In de flexibele premie regeling is een contract met individueel vermogen in de opbouw fase en een collectieve regeling (uitkeringscollectief) in de uitkeringsfase mogelijk. Hiermee is een gelijke indexering voor alle gepensioneerden en risicodragend beleggen in de uitkeringsfase veel eenvoudiger uit te voeren. Dit kan overgenomen worden in de solidaire premie regeling. Om jaarlijks gelijke aanpassingen van ingegane pensioenuitkeringen voor alle pensioengerechtigden te realiseren in de solidaire premieovereenkomst, kan het vanuit een beheersbare uitvoering nodig zijn om de in dat jaar aan de persoonlijk voor de uitkering gereserveerde vermogens toebedeelde rendementen van de pensioengerechtigden in beperkte mate te corrigeren. Die verschillen kunnen bijvoorbeeld ontstaan, omdat rendementen maandelijks aan de voor de uitkering gereserveerde pensioenvermogens van pensioengerechtigden worden toebedeeld, terwijl pensioenuitkeringen jaarlijks worden aangepast.

Hiertoe zal aan artikel 63a, lid 8 worden toegevoegd dat bij de verwerking van het financiële resultaat – naast het projectierendement – de toebedeelde rendementen aan het voor de uitkering gereserveerde vermogen van pensioengerechtigden kunnen worden aangepast, alleen voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van pensioenuitkeringen te realiseren.

Dit kan leiden tot een beperkte mate van herverdeling in de uitkeringsfase, dus alleen tussen pensioengerechtigden onderling en in de orde van grootte van maximaal enkele tienden van procentpunten per jaar, vergelijkbaar met de beperkte herverdelingseffecten die in de collectieve uitkeringsfase van de flexibele premieovereenkomst kunnen ontstaan. Deze vorm van een collectieve uitkeringsfase is reeds toegelaten sinds de Wet verbeterde premieregeling.

In de artikelen 10a, lid 5 en 10b, lid 4 zal om deze reden worden opgenomen dat bij wijze van uitzondering op de hoofdregel dat geen ex ante herverdeling mag optreden bij toedeling van rendementen aan de persoonlijk voor de uitkering gereserveerde vermogens, respectievelijk aan de kapitalen, enige herverdeling wordt toegelaten voor zover dat nodig is om gelijke aanpassingen van pensioenuitkeringen te realiseren. Het gaat dus alleen om een beperkte mate van herverdeling tussen de gepensioneerden onderling, met als enige doel om aanpassingen van variabele uitkeringen gelijk te kunnen laten zijn.

Palland

Naar boven