36 067 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet inkomstenbelasting 2001 en enige andere wetten in verband met herziening van het pensioenstelsel, standaardisering van het nabestaandenpensioen, aanpassing van de fiscale behandeling van pensioen en enige andere wijzigingen ten aanzien van pensioen (Wet toekomst pensioenen)

Nr. 111 MOTIE VAN HET LID VAN KENT

Voorgesteld 15 december 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat ruim 900.000 werkenden geen pensioen opbouwen en nog veel meer mensen geen pensioen opbouwen in de tweede pijler;

constaterende dat dit voor hen als individu enorme negatieve gevolgen heeft na hun pensionering, daar zij hun levenskwaliteit en -standaard zullen zien dalen en velen in armoede zullen belanden;

constaterende dat dit voor ons als samenleving grote negatieve gevolgen zal hebben omdat wij dan collectief de kosten zullen moeten dragen voor hun onderhoud en de vitale lasten, zoals gezondheidszorg, die zij zelf niet kunnen betalen, en dit bovendien een enorme morele druk legt op de samenleving om hen te helpen uit collectieve middelen;

constaterende dat dit toekomstige individuele leed en deze toekomstige collectieve lasten voorafgegaan worden door vele miljarden private winsten van werkgevers, die op dit moment hun werkgeversdeel van de pensioenpremies uitsparen terwijl ze ook nog eens historisch hoge winsten maken voor hun aandeelhouders;

constaterende dat alle werkenden het recht geven op pensioenopbouw, ook wel bekend als de pensioenplicht, niet alleen prudent langetermijnoverheidsbeleid is, maar ook rechtvaardig is omdat iedereen zijn eerlijke deel bijdraagt en bovenal heel veel persoonlijk leed zal voorkomen;

verzoekt de regering in een nota van wijziging bij de Wtp een pensioenrecht in te voeren waardoor iedereen die werkt een goed pensioen opbouwt en werkgevers verplicht zijn bij te dragen aan deze pensioenopbouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Kent

Naar boven