36 057 Wijziging van de Participatiewet in verband met het eenmalig categoriaal verstrekken van een energietoeslag aan huishoudens met een laag inkomen

Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in de Participatiewet een bevoegdheid voor gemeenten op te nemen om in het jaar 2022 een eenmalige energietoeslag te verstrekken aan personen met een laag inkomen;

Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING PARTICIPATIEWET

De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 31, tweede lid, wordt na onderdeel n een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • o. de eenmalige energietoeslag, bedoeld in artikel 35, vierde lid;.

B

Artikel 31, tweede lid, onderdeel o, vervalt.

C

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot het zesde en zevende lid.

2. Na het derde lid worden twee leden ingevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het eerste lid kan in het jaar 2022 bijzondere bijstand ook aan een alleenstaande of een gezin worden verleend in de vorm van een eenmalige energietoeslag, zonder dat wordt nagegaan of die alleenstaande of dat gezin in dat jaar een sterk gestegen energierekening had.

  • 5. De in het vierde lid bedoelde toeslag kan in afwijking van artikel 43, eerste lid, ambtshalve worden vastgesteld.

D

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde en vijfde lid vervallen.

2. Het zesde en zevende lid worden vernummerd tot het vierde en vijfde lid.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

  • 1. Artikel I, onderdelen A en C, treden in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wordt geplaatst en werkt terug tot en met 15 maart 2022.

  • 2. Artikel I, onderdelen B en D, treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen,

Naar boven