36 057 Wijziging van de Participatiewet in verband met het eenmalig categoriaal verstrekken van een energietoeslag aan huishoudens met een laag inkomen

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2022

In de toelichting op het Wetsvoorstel eenmalige energietoeslag 20221 en de bijbehorende Handreiking eenmalige Energietoeslag2, is gemeenten geadviseerd studenten uit te sluiten van de categoriale bijzondere bijstand voor de energietoeslag. Studenten die te maken krijgen met financiële problemen als gevolg van de stijgende energieprijzen kunnen terecht bij de individuele bijzondere bijstand.

Gemeenten krijgen ondanks de genoemde Handreiking te maken met aanvragen van studenten om categoriale bijzondere bijstand in de vorm van de eenmalige energietoeslag te ontvangen. Ik heb, met name op verzoek van de VNG, de landsadvocaat advies gevraagd over de concepttekst tot aanvulling van de Handreiking eenmalige energietoeslag 2022.3

De landsadvocaat is gevraagd te beoordelen of de concepttekst voor aanvulling van de handreiking een voldoende en juridisch houdbare rechtvaardiging bevat voor het maken van onderscheid bij gebruik van de bevoegdheden uit artikel 35, vierde en vijfde lid, van de participatiewet tussen studenten en doelgroepen binnen het gemeentelijk minimabeleid. Volgens de landsadvocaat is het goed verdedigbaar dat het onderscheid tussen studenten en (andere) minima een legitiem, doelmatig en proportioneel middel is.

Naar aanleiding van het advies van de landsadvocaat zal ik de Handreiking eenmalige energietoeslag aanpassen en ter beschikking stellen aan gemeenten.

Het advies van de Landsadvocaat wordt gedeeld met de (leden van de) VNG. Ik hecht er daarom waarde aan ook de Tweede Kamer hierover te informeren. Hierbij bied ik uw Kamer het genoemde advies van de landsadvocaat ter informatie aan.

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten


X Noot
1

Kamerstuk 36 057.

X Noot
3

Bijlage bij Kamerstuk 36 057, nr. 3.

Naar boven