Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2022
De vaste Kamercommissie SZW heeft op 13 september 2022 verzocht om een reactie op
de brief van D.B. te M. d.d. 14 juli 2022 aan uw Kamer over de energietoeslag. In
de brief wordt terecht aandacht gevraagd voor mensen met een baan die toegelaten zijn
tot een MSNP- of WSNP-traject en moeten leven van een inkomen rond het bestaansminimum,
maar niet altijd energietoeslag toegekend krijgen.
In reactie op voornoemde brief kan ik u antwoorden dat werkenden in een MSNP- of WSNP-traject
die moeten leven van een inkomen rond het bestaansminimum recht hebben op energietoeslag.
De energietoeslag maakt deel uit van de bijzondere bijstand. De uitvoering van bijzondere
bijstand is zowel financieel als beleidsmatig gedecentraliseerd. Colleges van B&W
hebben beleidsvrijheid in de vormgeving en uitvoering van de energietoeslag. Dat geldt
ook voor de inkomensgrens die door gemeenten in aanmerking wordt genomen.Ik hecht
er wel aan dat de energietoeslag zoveel mogelijk uniform wordt uitgevoerd en daarom
heb ik gemeenten geadviseerd om een inkomensgrens van 120% van het sociaal minimum
te hanteren. Voor een alleenstaande die ouder is dan 21 jaar, maar de pensioenleeftijd
nog niet heeft bereikt, komt deze norm van 120% neer op 1.310,50 euro en voor gehuwden
op 1.871,50 euro. Op basis van een enquête door Divosa weet ik dat het overgrote deel
van gemeenten (84%) kiest voor een inkomensgrens van 120% van het sociaal minimum,
de overige gemeenten zitten op 130%. Slechts een enkele gemeente kiest voor lager
dan 120% of hoger dan 130%. De uitkomsten van deze enquête kunt vinden via de volgende
link: Rapportage • Energietoeslag: uitvoering en bereik januari – juni 2022 • Divosa.
Bij de bepaling van de inkomensgrens moet uitgegaan worden van het daadwerkelijk besteedbaar
inkomen, omdat alleen inkomensbestanddelen waarover (redelijkerwijs) beschikt kan
worden, meegenomen mogen worden bij de berekening. Of de werkende vervolgens in aanmerking
komt voor de energietoeslag, hangt af van de door het college van B&W vastgestelde
inkomensgrens.
De groep mensen in schuldsaneringstrajecten (MSNP en WSNP) heeft ook nadrukkelijk
mijn aandacht. Stijgende energieprijzen mogen er niet toe leiden dat hulpverlening
aan hen wordt beëindigd.1 Een energietoeslag zou voor mensen in schuldsaneringstrajecten kunnen helpen om geen
nieuwe schulden te maken en hun begroting sluitend te laten blijven. Daarnaast heeft
een groot aantal partijen, waaronder mijn ministerie en de branchevereniging van energiebedrijven,
op 31 oktober de intentieverklaring «samen schuldregelingen redden» ondertekend. De
ondertekenaars uiten hiermee onder andere de intentie om schuldhulptrajecten niet
te beëindigen als de maandbegroting niet meer sluitend is. In het verlengde van deze
uitgesproken intentie wordt het waarborgfonds tijdelijk verbreed. Het doel hiervan
is dat er aan meer mensen een saneringskrediet kan worden verstrekt, ook wanneer de
afloscapaciteit tijdelijk lager of nul is.
De Minister voor Armoedebeleid Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten