In het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt na artikel
5.3 een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 5.4 Openbaarmaking arbeidsomstandighedenbeleid
Elke fractie of groep maakt het bij haar gevoerde beleid, bedoeld in artikel 3, tweede
lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, steeds openbaar op een openbare website, en
deelt de vindplaats daarvan mee aan de Griffier.
Toelichting
I. Algemeen
Op 29 juni 2021 werd de motie Leijten over een verplicht werkveiligheidsbeleid van
fracties aangenomen door de Tweede Kamer. In de motie wordt overwogen dat het aan
de fracties zelf is om te bepalen hoe zij omgaan met mogelijke misstanden op de werkvloer.
De motie verzoekt het Presidium met een voorstel te komen dat fracties verplicht worden
een beleid op te stellen hoe zij de werkveiligheid in de fractie waarborgen en bevorderen,
en te verplichten dat dit beleid openbaar moet zijn. Dit voorstel bevat de uitwerking
van deze motie.
Het Presidium heeft onderzocht welke mogelijkheden er zijn om de motie uit te voeren.
Zij wijst er in dat kader op dat op grond van de Arbeidsomstandighedenwet de (stichtingen
van de) fracties en groepen als werkgever van de fractiemedewerkers al verplicht zijn
om algemene arbeidsomstandighedenbeleid te voeren dat is gericht op de veiligheid
en gezondheid van zijn werknemers. In het bijzonder artikel 3 van die wet, waarbij
het tweede lid aangeeft dat de werkgever verplicht is om daarbij beleid te voeren
ter voorkoming en beperking op het gebied van «psychosociale arbeidsbelasting». Onder
dit begrip vallen ongewenste omgangsvormen, zoals pesten op de werkvloer, agressie,
discriminatie of seksuele intimidatie, maar bijvoorbeeld ook een hoge werkdruk. Het
beleid moet erop gericht zijn om de psychosociale arbeidsbelasting te voorkomen of
te beperken als dit door de organisatie wordt gezien als een risico. Er is dus reeds
een wettelijke verplichting voor fracties en groepen om de werkveiligheid te waarborgen
en bevorderen, waarmee dus reeds is voorzien in het eerste deel van de motie.
Derhalve is dit voorstel gericht op de uitwerking van het tweede deel van de motie,
de openbaarmaking van het betreffende arbeidsomstandighedenbeleid, waartoe de fracties
en groepen in het voorstel worden verplicht. Daarbij is de openbaarmakingsverplichting
vanuit de inhoud en achtergrond van de motie gericht op het beleid ter voorkoming
en vermindering van psychosociale arbeidsbelasting, bedoeld in artikel 3, tweede lid,
van de Arbeidsomstandighedenwet.
II. Artikelsgewijs
Hiertoe wordt een artikel 5.4 toegevoegd aan hoofdstuk 5 (Fracties en groepen) van
het Reglement van Orde. In het artikel worden de fracties en groepen verplicht tot
openbaarmaking van het bij hen gevoerde arbeidsomstandighedenbeleid, bedoeld in artikel
3, tweede lid, van de Arbeidsomstandighedenwet, op grond waarvan werkgevers verplicht
zijn om beleid te voeren ter voorkoming en, voor zover dat niet mogelijk is, beperking
op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting. Onder dit begrip vallen o.a. ongewenste
omgangsvormen, zoals pesten op de werkvloer, agressie, discriminatie of seksuele intimidatie.
Een gedragscode of klachtenregeling kan onderdeel van het beleid zijn.
Het openbaar maken moet daarbij plaatsvinden door het betrokken beleid voor een ieder
beschikbaar stellen op een openbare website (zie daarover ook artikel 1.1 van het
Reglement, onder «openbaar maken»).
Daarnaast verplicht het artikel de fracties en groepen de vindplaats van de betrokken
website mee te delen aan de Griffier (die daartoe in de praktijk ook een ambtenaar
kan aanwijzen). Op deze wijze is er binnen de Kamer een centraal overzicht is van
dit beleid, dat desgewenst via de website van de Tweede Kamer centraal toegankelijk
kan worden gemaakt. Daarmee is openbaar en transparant voor een ieder hoe de diverse
fracties het beleid hebben vormgegeven. Indien er fracties of groepen zijn die het
beleid niet openbaar maken, kunnen deze hierop worden aangesproken (bijv. bij de behandeling
van de Raming).
De Voorzitter, Vera Bergkamp