36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 41 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2022

Vanmiddag tijdens het vragenuur (Handelingen II 2021/22, nr. 60, mondelinge vragen van het lid Palland over het bericht «Gastgezinnen staan klaar voor Oekraïnse vluchtelingen, maar het koppelen laat op zich wachten») heb ik uw Kamer gemeld dat ik met de Minister van Sociale Zaken in overleg ben over drie zaken met betrekking tot Oekraïense vluchtelingen. Ik gaf daarbij onder andere aan dat we spreken over een «onkostenvergoeding» voor mensen die kosten maken omdat ze Oekraïners in huis nemen. Dat is echter niet het voorstel dat nu uitgewerkt wordt. De opgevangen Oekraïner krijgt een bedrag, waarbij hij of zij afspraken kan maken met het gastgezin over het bijdragen aan de kosten van de huishouding.

Hoewel ik aangaf in overleg te zijn over uit te werken zaken, kan de indruk zijn ontstaan dat de door mij genoemde richting een feit is. Veel situaties die zich nu voordoen zijn onontgonnen terrein. Juist dan luisteren afspraken over de technische uitvoering nauw. En dat geldt ook voor de manier waarop uw Kamer geïnformeerd wordt. Het Kabinet is dan ook voornemens u regelmatig uitgebreid schriftelijk te informeren over alle ontwikkelingen met betrekking tot de opvang van deze groep. Ik ga vervolgens uiteraard daarover graag met u in gesprek.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, E. van der Burg

Naar boven