36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 137 VERSLAG VAN EEN WERKBEZOEK VAN EEN DELEGATIE VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN AAN OEKRAÏNE OP 6 FEBRUARI 2023

Vastgesteld 15 februari 2023

Een delegatie van de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken heeft op 6 februari 2023 een werkbezoek gebracht aan Oekraïne. De delegatie brengt hierbij beknopt verslag uit van dit bezoek. Het doel van het bezoek was om ter plaatse geïnformeerd te worden over de militaire veiligheidssituatie en over de inspanningen van Oekraïne in de oorlog die Rusland tegen het land begonnen is. Daarnaast beoogde de delegatie met het bezoek steun te betuigen aan Oekraïne in de verdediging tegen de Russische invasie. Het Oekraïense parlement had het afgelopen jaar meermaals verzocht of een Nederlandse parlementaire delegatie op bezoek zou kunnen komen. De veiligheidssituatie maakte dat dit bezoek uiteindelijk pas op 6 februari 2023 kon plaatsvinden. De algemene politieke boodschap van alle Oekraïense gesprekspartners was dat het land Nederland dankbaar is voor de tot nu toe geleverde en toegezegde militaire en financiële steun. Tegelijkertijd is er nog veel meer nodig om de strijd tegen Rusland te kunnen winnen, een strijd die het land niet alleen voor zichzelf voert, aldus de Oekraïense partners, maar ook ter verdediging van de Europese veiligheidsarchitectuur en Westerse waarden van democratie en vrijheid. De Nederlandse delegatie benadrukte in de gesprekken steeds de brede parlementaire consensus die in Nederland bestaat inzake steun aan Oekraïne. De delegatie werd in de aanloop naar en tijdens het werkbezoek uitstekend ondersteund door de Nederlandse ambassade in Kiëv, specifiek door de tijdelijk zaakgelastigde Esselien van Eerten en tweede ambassadesecretaris Sebastiaan van der Weide. De delegatie is hen zeer erkentelijk voor deze goede ondersteuning.

De delegatie bestond uit de leden Rudmer Heerema (delegatieleider, VVD), Brekelmans (VVD), Sjoerdsma (D66), Agnes Mulder (CDA) en Piri (PvdA).

Programma

Het bezoek begon bij aankomst in Kiëv met een ontbijtvergadering met zes leden van de Oekraïens-Nederlandse vriendschapsgroep uit de Verkhovna Rada, het Oekraïense parlement. Deze groep, onder voorzitterschap van de heer Andrii Zhupanin, bestaat uit parlementariërs die allen een speciale en vaak persoonlijke band met Nederland hebben. Zij vertelden de Nederlandse Kamerleden over de veiligheidssituatie in de verschillende delen van het land, waar zij vandaan kwamen. Daarbij kwam onder andere de noodzaak van humanitaire steun aan internally displaced persons (IDP’s, binnenlandse vluchtelingen) in West-Oekraïne aan de orde, evenals de noodzaak om steun aan het openbaar vervoer in Odessa (trams), dat lijdt onder oorlogsschade. De Oekraïense parlementariërs vroegen de Nederlandse collega’s om de levering van F-16 jachtvliegtuigen mogelijk te maken. Er werd gesproken over de aansluiting van Oekraïne bij het Internationaal Strafhof door middel van ratificatie van het Statuut van Rome. Dit laatste onderwerp kwam aan de orde in meerdere gesprekken tijdens het bezoek. Van Oekraïense zijde werd daarbij aangegeven dat het land inmiddels enkele wetten heeft aangenomen, die in de praktijk zorgen voor nauwe samenwerking en informatie-uitwisseling met het Internationaal Strafhof. Ratificatie van het Statuut wordt door sommigen in de Oekraïense politiek als ingewikkeld ervaren, vanwege de mogelijke implicaties die men ziet voor de oorlogsinspanning van de Oekraïense strijdkrachten. Echter, verschillende gesprekspartners gaven ook aan de ratificatie van het Statuut van Rome te steunen en als een kwestie van tijd te beschouwen.

Het tweede gesprek vond plaats in de Verkhovna Rada met plaatsvervangend parlementsvoorzitter Oleksandr Korniienko. Hij sprak over de actuele militaire situatie in het land en over de schade die is aangericht in de door Rusland bezette gebieden. Hij sprak daarbij over oorlogsmisdaden, schade aan energie-infrastructuur en vernietiging van cultureel erfgoed. Hij bepleitte het belang van het tiende sanctiepakket, waarover de EU Ministers van Buitenlandse Zaken binnenkort zullen spreken. Verder sprak hij over het vredesplan («Peace Formula») van president Zelenski en de wens om Russische en Belarussische atleten uit te sluiten van internationale Olympische wedstrijden. In het gesprek werd teruggeblikt op de recente EU-top die in Kiëv had plaatsgevonden en kwam de wens aan de orde van Oekraïne om nog dit jaar te starten met de onderhandelingen over toetreding tot de EU, iets wat volgens de heer Korniienko door 85% van de Oekraïense bevolking wordt gewenst. Tot slot vroeg hij de Nederlandse parlementariërs om de Holodomor, de hongersnood in 1932–1933 als gevolg van Stalin’s gedwongen collectivisatie van de agrarische sector, officieel te erkennen als genocide op de Oekraïense bevolking. Verschillende nationale parlementen in de EU zijn al tot deze erkenning overgegaan. Meerdere gesprekspartners tijdens het bezoek verzochten de delegatie om te bewerkstelligen dat de Tweede Kamer dit ook doet.

Aansluitend bezocht de delegatie de steden Boetsja en Irpin. Deze voorsteden van Kiëv zijn in maart 2022 korte tijd bezet geweest door het Russische leger. Dit heeft geleid tot honderden doden en grote schade in beide plaatsen. De delegatie bezocht eerst de locatie van een massagraf achter de Kerk van de Heilige Apostel Andreas in Boetsja, waar na het vertrek van de Russen tientallen lichamen zijn opgegraven. In Irpin heeft 70% van de gebouwen oorlogsschade. De delegatie bezocht daar een voormalig kinderdagverblijf, dat geraakt is door een Russische voltreffer. Ook bekeek de delegatie een project van de stichting Open Door Ukraine van de Nederlandse oud-ambassadeur Robert Serry. Deze stichting repareert door directe financiering van Verenigingen van Eigenaren (VVE’s) appartementengebouwen met oorlogsschade. Het project liet zien dat de bewoners van Irpin, een jaar na de verwoestende oorlog in hun stad, veerkracht hebben en toekomstgericht werken aan herstel.

Terug in Kiëv sprak de delegatie de plaatsvervangend Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Yevhem Perebnis. Hij sprak over de gespannen oorlogssituatie en de voorbereiding op het verwachte voorjaarsoffensief. Hij dankte Nederland voor de steun inzake de levering van onderdelen van Patriotraketsystemen en Leopard-2 tanks en vroeg om de levering van gevechtsvliegtuigen. Hij sprak over het vredesplan van president Zelenski, specifiek over punt 7 («Restoration of justice through war tribunals and reparations») en het Nederlandse leiderschap inzake het creëren van een verantwoordingsmechanisme (accountability) voor Russische oorlogsmisdaden. De zaak van de neergeschoten MH17 zou wat Oekraïne betreft ook voor zo’n speciaal oorlogstribunaal verantwoord moeten worden.

De plaatsvervangend Minister van Defensie, Oleksandr Polishchuk, gaf de delegatie een briefing over de militaire situatie en blikte ook vooruit op het verwachte voorjaarsoffensief. Hij gaf een overzicht van de (toegezegde) wapenleveranties door het Westen en benadrukte dat Oekraïne meer nodig heeft voor haar oorlogsvoering. Deze boodschap werd ook nadrukkelijk verwoord door de plaatsvervangend stafchef van President Zelenski, de heer Igor Zhovka. In het gesprek met hem stonden het perspectief op EU-toetreding centraal, evenals het vredesplan van de president en de serieuze veiligheidsgarantie die Oekraïne wenst. De heer Shovka benadrukte dat het van het grootste belang is dat het toegezegde wapenmateriaal snel aan Oekraïne wordt geleverd.

De delegatie sprak vervolgens in de Verkhovna Rada weer met parlementariërs, ditmaal van de commissies voor EU-integratie, Buitenlandse Zaken en Juridisch beleid. Naast wapensteun, juridische verantwoording voor oorlogsmisdaden en ratificatie van het Statuut van Rome, ging dit gesprek ook over de mensenhandel waarvan Oekraïense vluchtelingen (vooral vrouwen en kinderen) het slachtoffer zijn. De Oekraïense parlementariërs riepen hun Nederlandse collega’s daarnaast op om particuliere organisaties die voor Rusland deelnemen aan de militaire strijd (zoals de Wagner Groep) aan te merken als terroristische organisatie.

In een gesprek met de openbaar aanklager (Prosecutor General) van Oekraïne, de heer Andriy Kostin, stelde deze dat zijn kantoor zich richt op het onderzoeken van drie soorten zaken: oorlogsmisdaden, genocide en agressie-misdaden (crimes of aggression). Alleen al van de eerste categorie heeft zijn kantoor 66.000 zaken in behandeling. Daarnaast richt het openbaar ministerie zich op de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, drugssmokkel, mensensmokkel en corruptie. De werklast voor het Oekraïense openbaar ministerie is hiermee enorm. Prioriteit wordt gegeven aan zaken waarin burgers zijn vermoord of gemarteld en aan plundering. Oekraïne heeft twee vijanden, aldus de openbaar aanklager: Rusland en corruptie. Hij wil voorkomen dat de oorlog de aandacht afleidt van het probleem van corruptie. Verduistering van publieke middelen in oorlogstijd wordt dan ook vervolgd als plundering, zo stelde hij. Meest recent is er om deze reden vervolging ingesteld tegen twee topambtenaren van het Ministerie van Defensie.

Tot slot van het programma had de delegatie een ontmoeting op de Nederlandse ambassade met verschillende vertegenwoordigers van Oekraïense non-gouvernementele organisaties (NGO’s). Daar was ook een vertegenwoordiger bij van de NGO Center for Civil Liberties, die in 2022 een gedeelde Nobelprijs voor de Vrede heeft gewonnen (samen met twee NGO’s uit Rusland en Belarus). Het waren vooral organisaties die actief zijn op het gebied van mensenrechten en rechtsstatelijkheid in Oekraïne, alsook de omgang met krijgsgevangenen.

De voorzitter van de delegatie, R. Heerema

De griffier van de delegatie, Westerhoff

Naar boven