36 045 Situatie in de Oekraïne

Nr. 104 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2022

Met deze brief geef ik de Kamer graag mede namens de Ministers van Financiën, van Economische Zaken en Klimaat, van Infrastructuur en Waterstaat, van Justitie en Veiligheid, de Ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, voor Rechtsbescherming en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en namens de staatssecretarissen van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Toeslagen en Douane en van Fiscaliteit en Belastingdienst een update over de stand van zaken rondom sanctienaleving, het toezicht daarop en de handhaving daarvan. Daarnaast kom ik in deze brief graag terug op een aantal toezeggingen gedaan aan uw Kamer tijdens het notaoverleg van 23 mei jl. ter voorbereiding van de buitengewone Europese Raad (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1804)

De onrechtvaardige oorlog van Rusland tegen Oekraïne blijft voortduren. De gevechten blijven intens, de levens van talloze burgers worden verwoest en vanwege de Russische exportblokkade van graan uit Oekraïne staat een aanzienlijk deel van de wereld op de rand van hongersnood. Alle inspanningen blijven dus hard nodig om druk te zetten op Rusland om de oorlog te beëindigen, Oekraïne te steunen om zichzelf te verdedigen en om de bevolking in nood een helpende hand te bieden. Een van de belangrijkste manieren van de EU om druk te zetten op Rusland is het sanctie-instrument. De EU nam op 3 juni jl. een nieuwe ronde sancties aan. Ook dit pakket is direct in Nederland geïmplementeerd. Onderdeel hiervan is een gedeeltelijke olieboycot waarmee, met inbegrip van de politieke toezeggingen van Duitsland en Polen om voor het einde van het jaar te stoppen met olie-import uit Rusland, 90% van de EU-import van Russische olie wordt gestopt. Om het bedrijfsleven de tijd te geven om zich voor te bereiden op een situatie waarin Russische olie geen optie meer is, gaat deze maatregel pas over een half jaar in. Daarnaast staan er nu 1158 personen en 98 entiteiten op de sanctielijst. Samen met partners binnen en buiten de EU blijft Nederland zoeken naar manieren om via sancties druk te zetten op Rusland.

Maar de effectiviteit van deze maatregelen valt of staat met een grondige implementatie. Implementatie in Nederland, maar ook in alle andere EU-lidstaten. Op 30 mei jl. gaf de Europese Commissie een update van het totale bedrag aan bevroren tegoeden in de EU. De stand op dat moment was € 9,7 miljard. Nadere informatie, bijvoorbeeld uitgesplitst per type goed of per lidstaat, is niet voorhanden. Nederland blijft wel aandringen op een dergelijk overzicht.

De inspanningen in Nederland hebben tot dusver de volgende concrete resultaten opgeleverd:

Categorie

Voorgaande rapportage 13 mei 20221

Huidige rapportage

14 juni 2022

Bevroren financiële tegoeden

€ 640,8 miljoen

€ 646,4 miljoen

Tegengehouden financiële transacties

€ 425,2 miljoen

€ 574,7 miljoen

Vaartuigen

24 vaartuigen in beeld

26 vaartuigen in beeld

Vliegtuigen

1 aan de grond, 5 «ingepakt»

1 aan de grond, 6 vliegtuigen bij Douane in beeld (waarvan 5 «ingepakt» en 1 niet luchtwaardig)

Vracht

34.169 containers gestopt en beoordeeld om vast te stellen of ze onder de sanctiemaatregelen vallen

77.500 uitvoeraangiften beoordeeld

11.300 invoeraangiften beoordeeld

1.750 uitgaande pakketpostzendingen gescand

35.392 containers gestopt en beoordeeld om vast te stellen of ze onder de sanctiemaatregelen vallen

117.838 uitvoeraangiften beoordeeld

14.965 invoeraangiften beoordeeld

2.374 postzakken gescand2

Vastgoed

Geen signalen.

Idem

X Noot
1

Cijfers uit Kamerbrief inzake Rapport van de nationaal coördinator sanctienaleving en handhaving. Zie: Kamerstuk 36 045, nr. 72

X Noot
2

Tot nu toe is abusievelijk gesproken van een aantal gescande uitgaande pakketpostzendingen daar waar het bij dit aantal ging om het aantal gescande inkomende en uitgaande postzakken, met elk één of meerdere pakketten.

Opvolging aanbevelingen

De conclusies van de nationaal coördinator in zijn rapport waren helder: er is in de financiële sector voor een fors bedrag aan tegoeden bevroren en transacties tegengehouden; aanzienlijke aantallen in- en uitgaande containers worden geïnspecteerd en waar nodig stopgezet voor nader onderzoek; een aantal jachten en vliegtuigen zijn onder verscherpt toezicht gesteld; en de Nederlandse vastgoedmarkt bleek nauwelijks interessant voor Russische gesanctioneerden. De nationaal coördinator concludeerde dat er op basis van de huidige informatie geen aanwijzing is dat er zaken zijn gemist bij het bevriezen van tegoeden. Ook kwam ook naar voren dat er nog veel werk is te doen om de sanctienaleving en handhaving in Nederland te verbeteren. De verbeterpunten vallen onder de noemers coördinatie, verbetering van het sanctiestelsel en wijziging van wet- en regelgeving, verbeteringen in de EU en gegevensuitwisseling. Het kabinet blijft zich volledig inzetten voor deze verbeteringen, ook na het vertrek van de nationaal coördinator. De EU-sancties zijn van ongeëvenaarde omvang en complexiteit en raken vrijwel alle sectoren van de economie. De uitwerking van de sancties en de omgang ervan vereisen dus constante aandacht, niet alleen van de rijksoverheid en medeoverheden maar ook van marktpartijen, toezichthouders en andere organisaties.

In de brief van 13 mei jl. en het rapport van de nationaal coördinator is uiteengezet welke acties er op de korte termijn zijn uitgevoerd om te verifiëren dat niets is gemist1. Sanctie-implementatie, naleving en toezicht daarop gaat onverminderd door. Dat gebeurt met de controle van in- en uitvoer van goederen en diensten, het bevriezen van tegoeden bij nieuw ingestelde sancties en het toezicht. De komende periode werkt het kabinet de aanbevelingen van de nationaal coördinator verder uit. Zoals ook toegezegd tijdens het CD RBZ van 15 juni jl. geef ik in deze brief graag een update over de uitwerking van de verschillende onderdelen van het rapport van de nationaal coördinator.

Coördinatie

De Minister van Buitenlandse Zaken zal de coördinerende rol in het kabinet blijvend vervullen. De interdepartementale structuur van stuur- en taakgroep blijft gehandhaafd en blijft regelmatig bijeenkomen onder coördinatie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Per 1 juli beginnen de eerste medewerkers in het permanente team sanctienaleving bij Buitenlandse Zaken dat de tijdelijke ondersteuning van de nationaal coördinator zal vervangen. Gezien de aard van het werk, de uitwerking van de aanbevelingen uit het rapport van de nationaal coördinator, is een projectdirecteur aangesteld.De projectdirecteur zal rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van de SG van Buitenlandse Zaken werken die ook de interdepartementale stuurgroep zal voorzitten. Het team sanctienaleving komt naast de al eerder aangekondigde versterking van sanctiecapaciteit bij Buitenlandse Zaken die zich zal richten op de verdere ontwikkeling van het EU-sanctiebeleid.

Wijziging wet- en regelgeving

Een interdepartementaal juristenteam werkt aan de voorbereiding van een wetgevingstraject om de sanctiewet- en regelgeving in Nederland te moderniseren. Binnen dit traject is aandacht voor onder andere een afdoende rechtsgrondslag voor het uitwisselen van gegevens, een meldplicht voor niet-financiële beroepsgroepen, toezicht op deze beroepsgroepen en het doorbreken van de geheimhoudingsplicht van bepaalde beroepsgroepen. De sanctiewet- en regelgeving moet in zijn geheel gemoderniseerd, robuust en toekomstbestendig worden. Dit vergt een zorgvuldig proces, maar er is ook snelheid geboden. Mede in reactie op de motie van het lid Sjoerdsma c.s. 2 is het streven van het kabinet de eerder aangekondigde hoofdlijnenbrief hierover voor de begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken aan uw Kamer te sturen.

Op 1 juli jl. is een wijzigingsregeling gepubliceerd waarmee de aantekenbevoegdheid van de Kamer van Koophandel is geregeld om een aantekening in het handelsregister op te nemen in het kader van de tenuitvoerlegging van de Europese sancties. Door aantekening kan de KvK in het Handelsregister zichtbaar maken dat er een relatie is tussen de in het handelsregister geregistreerde onderneming en rechtspersoon en een natuurlijke persoon, rechtspersoon of andere entiteit waarvan de tegoeden economische middelen bevroren zijn. Deze aantekening draagt bij aan de effectieve tenuitvoerlegging van de Europese sancties omdat hierdoor voor andere partijen en dienstverleners beter kenbaar is of er zo’n relatie is. Hiermee is invulling gegeven aan de aanbeveling van de nationale coördinator sanctienaleving en handhaving om een dergelijke wettelijke grondslag te regelen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om ook een aantekenbevoegdheid voor het Octrooicentrum Nederland regelen. Met deze aantekenbevoegdheid kan het Octrooicentrum actief kenbaar maken dat bepaalde geregistreerde octrooien, aanvullende beschermingscertificaten of topografieën van halfgeleiderproducten – met inbegrip van aanvragen voor een dergelijke registratie – bevroren of geschorst zijn krachtens de Europese sanctieverordeningen.

EU-dimensie

Veel van de aanbevelingen van de nationale coördinator hebben een EU-invalshoek. Aangezien veel van de uitdagingen bij de implementatie van de sancties niet uniek zijn voor Nederland en vaak een Europees antwoord behoeven, entameert Nederland de discussie hierover op EU-niveau. De effectiviteit van sancties staat of valt immers met de naleving ervan en de ketting is zo sterk als de zwakste schakel. De nationaal coördinator heeft zijn rapport ook hiertoe in Brussel toegelicht. Naleving is daarmee een zaak van de EU, haar lidstaten en de partners die vergelijkbare sancties toepassen. Het kabinet is intensief in gesprek met de EU-lidstaten en -instellingen, maar ook met partners daarbuiten. De verwachting is dat de discussie over de naleving op EU-niveau steeds intensiever zal worden. Daarbij wijst Nederland zowel in Raadsverband als bij de Commissie en EDEO op de concrete verbeteringen die mogelijk zijn omtrent het proces van bekendmaking van sancties zoals omschreven in het rapport van de nationaal coördinator, maar ook op meer fundamentele punten als het doorbreken van de geheimhouding van bepaalde beroepsgroepen in de sanctieverordening, het langdurig beheer van bevroren tegoeden en een sterkere Europese rechtsgrondslag voor de uitwisseling van informatie tussen instanties betrokken bij sanctienaleving, -toezicht, en -handhaving.

Datateam en gegevensuitwisseling

Conform de aanbeveling uit het rapport van de Nationaal Coördinator Sanctienaleving en Handhaving werkt het datateam verder aan het mogelijk maken van snellere en efficiëntere uitwisseling van gegevens tussen meerdere overheidsorganisaties. Zoals in het rapport staat aangegeven, wordt gewerkt aan het opzetten van een nationale keten. Hieronder vallen ook uitvoeringsorganisaties. Uitwisseling van gegevens binnen de bestaande juridische (privacy)kaders blijft hierbij een constant aandachtspunt. Het datateam richt daartoe een informatielaag in.

Het doel van de te creëren informatielaag is dat niet alleen signalen over gesanctioneerden kunnen worden gedeeld tussen de ketenpartners, maar de partners ook informatie uit hun registers en databases kunnen uitwisselen die kan helpen bij het achterhalen van door gesanctioneerde (rechts)personen gecontroleerde of eraan verbonden partijen. Hiervoor is een gedegen juridische grondslag noodzakelijk: er moeten immers persoonsgegevens worden uitgewisseld. Daarnaast wordt er gewerkt aan de technische randvoorwaarden van de informatielaag. Informatie moet adequaat beveiligd zijn en gegevens moeten beveiligd kunnen worden uitgewisseld. De inzet van het datateam is om de informatielaag zo snel als mogelijk operationeel te krijgen. Hiertoe is ook een projectleider datateam aangesteld. Totdat de informatielaag gerealiseerd is, zullen de overheidsorganisaties binnen de huidige mogelijkheden van de Sanctiewet en daarmee samenhangende regelingen bilateraal gegevens met elkaar blijven uitwisselen.

Signalen uit het maatschappelijk middenveld zoals berichten in de media worden ook door de ketenpartners beoordeeld. Vooralsnog heeft dit niet geleid tot de vondst van personen, entiteiten of hun tegoeden die niet eerder in beeld waren. Verder doen partners in het datateam op basis van hun eigen verantwoordelijkheid onderzoek naar complexe eigendomsstructuren, zoals naar het overzicht dat werd overhandigd door het lid Sjoerdsma tijdens het notaoverleg van 23 mei jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1804) De op te richten informatielaag zal ook in zulke gevallen behulpzaam kunnen zijn om complexe organisatiestructuren te achterhalen. Zo kan het Bureau Toetsing Investeringen, onderdeel van EZK, een onderzoek starten naar eigendomsstructuren om te kunnen bepalen of er gesanctioneerde partijen in de keten zitten. Inmiddels heeft BTI 22 personen onderzocht en meer dan 50 bedrijven doorgelicht. Op basis hiervan zijn 4 zaken gevonden waar zeer waarschijnlijk of zeker een gesanctioneerde entiteit bij betrokken is. Deze signalen worden doorgegeven aan de relevante autoriteiten om hier verder op te acteren, bijvoorbeeld door te bevriezen of tegen te houden. Ook octrooien worden beschouwd als economisch bezit. Daarom heeft het Octrooicentrum Nederland (OCNL) inmiddels tweemaal de registers doorgekeken, en op basis daarvan voor een zestal octrooien gepaste maatregelen genomen. Dit betekent dat de octrooien in kwestie bevroren zijn, waardoor er geen gebruik meer van kan worden gemaakt voor het verkrijgen van economische baten. Het octrooi wordt wel in stand gehouden.

Op 3 juni jl. is de wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 (hierna: UR AWR 1994) gepubliceerd. Door de wijziging van de UR AWR 1994 is er nu een voldoende duidelijke grondslag voor de Belastingdienst om informatie met de bevoegde autoriteiten te delen voor zover relevant voor de uitvoering van de sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus.

In de brief van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst van 13 juni jl. wordt de wijziging van de UR AWR 1994 nader toegelicht.3 Voorts wordt in die brief toegelicht dat de Belastingdienst door de op 25 maart jl. namens de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst verleende ontheffing van de fiscale geheimhoudingsplicht desgevraagd informatie heeft kunnen verstrekken en ook daadwerkelijk heeft verstrekt aan bevoegde autoriteiten voor zover relevant voor de uitvoering van de sanctiemaatregelen tegen Rusland en Belarus.

Motie Jasper van Dijk omtrent capaciteit toezicht en handhaving

In reactie op de motie van het lid Jasper van Dijk4 omtrent uitbreiding van capaciteit bij betrokken instanties wil ik op deze plek graag op dit onderwerp terugkomen. In de appreciatie van deze motie gaven de Ministers van Financiën en Justitie en Veiligheid aan in gesprek te zullen gaan met de onder hun verantwoordelijkheid vallende instanties om de capaciteit voor het toezicht op en de handhaving van sanctienaleving te bespreken.5 Ook werd u geïnformeerd dat zou worden geïnventariseerd hoeveel extra capaciteit de Douane nodig heeft om, in opdracht van de Minister voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking, het toezicht op sectorale sanctiemaatregelen aangaande de gesanctioneerde goederenstroom uit te voeren. In geval van het laatste meldde ik u op 13 mei jl., dat stappen worden gezet om de capaciteit te vergroten.6 Totdat extra personeel is aangetrokken, wordt bestaande capaciteit geheralloceerd. Het kabinet ziet dat ook andere betrokken instanties momenteel capaciteit heralloceren vanuit andere taken. Dit met als doel dat betrokken instanties steeds voldoende zijn toegerust op hun toezichthoudende en handhavende taak. Het kabinet blijft in gesprek om te monitoren of ook voor de langere termijn op een duurzame manier voldoende capaciteit beschikbaar is.

Update Bevroren tegoeden

Belastingdienst

In vervolg op de brief van 21 april 2022 (Kamerstuk 36 045, nr. 70) heeft de Belastingdienst de volgende acties uitgevoerd met betrekking tot de EU-sancties gericht op Rusland. Van de personen die op de EU-sanctielijst staan of daarmee verbonden zijn is gekeken of zij voorkomen in de systemen van de Belastingdienst. Dit heeft naar de stand van 14 juni jl. geleid tot 249 signalen die aan een nadere handmatige beoordeling worden onderworpen. Inmiddels zijn 232 signalen beoordeeld en 173 signalen nog onderhanden. Van de 223 beoordeelde signalen blijken er 12 signalen inderdaad personen op de EU sanctielijst (3) of hiermee verbonden personen (9) betreffen; 220 signalen leiden niet tot een voldoende link met de EU-sanctielijst.

De uitbetalingen aan en verrekeningen met vorderingen van gesanctioneerden en daarmee verbonden personen (totaal 12 gevallen tot 12 juni jl.) zijn onmiddellijk geblokkeerd. Tot nu toe zijn er geen opdrachten tot uitbetalingen of verrekening ten aanzien van deze personen opgekomen in het systeem.

Zoals in de vorige brief van 21 april jl. aangegeven zijn alle APA- en ATR-verzoeken vanaf 2014 bekeken.7 Dit zijn er ruim 6.000. Dit leverde zes signalen op waarvan na beoordeling in geen van de gevallen sprake blijkt te zijn van een verbonden persoon in de zin van de EU-sanctielijst.

Financieel

De stand van zaken van de meldingen, bevriezingen en tegengehouden transacties in de financiële sector is als volgt:

Sector

Aantal meldingen

Bedrag aan bevroren tegoeden

Bedrag aan bevroren/tegengehouden transacties

Banken

2.121

€ 413.327.706

€ 574.346.905

Trustkantoren

154

€ 227.614.732

Verzekeraars

28

€ 358

Pensioenfondsen

29

€ 312.248

€ 2.391

Betaalinstellingen

15

€ 269.199

€ 356.244

Beheerders van beleggingsinstellingen en beleggingsondernemingen

21

€ 4.893.162

 

Totaal

2.344

€ 646,4 miljoen

€ 574,7 miljoen

Douane

In eerdere kamerbrieven is een stand van zaken opgenomen van het toezicht van de Douane op de gesanctioneerde goederenstroom. Hier volgt een update met betrekking tot het toezicht op vaartuigen en vliegtuigen, vracht en vergunning afgifte. De peildatum van onderstaande cijfers is 10 juni 2022. De ingestelde sanctiemaatregelen tegen Rusland zijn verregaand van aard en er is een groot (potentieel) handelsvolume mee gemoeid. Het verantwoordelijke beleidsdepartement heeft met de Douane afspraken gemaakt over invulling van de handhaving.

Vaartuigen

De Douane heeft op dit moment 22 werven en handelaren in beeld in verband met de sanctiemaatregelen op vaartuigen. Deze zijn allemaal bezocht. Er zijn 26 vaartuigen in beeld die de huidige sanctiemaatregelen raken waarvan 18 in aanbouw, 2 in opslag, 5 in onderhoud en 1 tweedehands verkocht vaartuig. Ten aanzien van 2 van de vaartuigen in onderhoud is een link met een op de Europese sanctielijsten genoemde persoon vastgesteld. Deze zijn dan ook bij het onderhoudsbedrijf bevroren. Dat betekent dat er niets met het vaartuig mag gebeuren. Deze vaartuigen hebben een gezamenlijke waarde van ongeveer 1 miljoen euro; het betreft relatief kleine vaartuigen.

Voor de andere 24 vaartuigen geldt dat zij onder toezicht staan en – vanwege de sancties – niet mogen worden overgedragen, geleverd of uitgevoerd naar hun Russische UBO’s. Het totaal van de waarde van de 26 vaartuigen schat de Douane bij benadering op tenminste 1,654 miljard euro. Ten aanzien van 24 vaartuigen (18 in aanbouw en 3 in onderhoud, 2 in opslag en 1 tweedehands verkocht vaartuig) wordt de relatie met op de Europese sanctielijsten genoemde personen onderzocht. Van de 26 vaartuigen zijn er 7 «vaar-gereed». Deze vaartuigen staan ook onder toezicht van de Douane.

Vliegtuigen

De Douane heeft, zoals eerder gemeld, een signaal ontvangen van de IL&T over vijf vliegtuigen van een Russische leasemaatschappij die lang geparkeerd staan op vliegveld Maastricht-Aachen Airport en op vliegveld Twente. Naar aanleiding hiervan heeft de Douane een nader onderzoek ingesteld. Inmiddels heeft de Douane vastgesteld dat vijf vliegtuigen eigendom zijn van een Russische gesanctioneerde entiteit. Deze vliegtuigen vertegenwoordigen een geschatte waarde van ca. 70 à 80 miljoen euro per stuk. Deze vliegtuigen zijn op grond van artikel 2 lid 1 van Verordening 2014/269 «bevroren». Daarnaast is vastgesteld dat één vliegtuig (niet vliegwaardig) van een niet-gesanctioneerde maar wel Russische entiteit is. Daarvoor geldt dat het verboden is om te landen op of te vertrekken van het grondgebied van de Unie, of over het grondgebied van de Unie te vliegen. Dit vliegtuig vertegenwoordigt een waarde van ca. 1 miljoen euro.

Vracht

Een belangrijk deel van de controles betreft het toezicht op containers. In de haven van Rotterdam zijn sinds de eerste sancties 35.392 zendingen in doorvoer met bestemming Rusland/Belarus gestopt en beoordeeld om vast te stellen of ze onder de sanctiemaatregelen vallen. Op dit moment staan er daarvan in totaal nog 89 met bestemming Rusland of Belarus ter beoordeling in verband met de sanctiemaatregelen.

Er zijn sinds het begin van de oorlog rond de 118.000 uitvoeraangiften van vracht- en koerierszendingen naar Rusland en Belarus beoordeeld. De Douane controleert alle zendingen die geraakt worden door de vanwege de sancties ingestelde risicoprofielen. De profielen hebben vooralsnog geresulteerd in ruim 18.000 fysieke controles of controles van de papieren voor uitvoer. De Douane heeft bijna 15.000 invoeraangiften van vracht- en koerierszendingen vanuit Rusland en Belarus beoordeeld. De profielen hebben vooralsnog geresulteerd in bijna 2.300 fysieke controles of controles van de papieren voor invoer. Inmiddels zijn er ruim 2.400 aangiften geraakt door een uitwijkprofiel op Rusland. Uitwijkprofielen zijn ingericht om toezicht te houden op mogelijke omleidingsroutes.

Sinds het instellen van de nieuwe sanctiemaatregelen is het aantal buiten werking gestelde aangiften met bestemming Rusland en Belarus aanzienlijk toegenomen. Het gaat hierbij om zendingen waarvan de aangever aangeeft de goederen niet meer naar Rusland, of in dit geval Belarus, te willen verzenden. Ook scant de Douane alle inkomende en uitgaande pakketpostzendingen naar Rusland en Belarus. Tot nu toe zijn er ruim 2.380 postzakken (met elk één of meerdere pakketten) gescand. Circa 950 pakketten zijn geopend.

Vanaf 25 februari tot 13 juni jl. zijn vanuit de Douane intern 145 zendingen voorgelegd bij de Centrale Dienst In- en Uitvoer (CDIU) vanwege mogelijke overtreding van de sanctiemaatregelen. De CDIU beoordeelt de documentatie van deze goederen en de transactie en doet een check op de eindgebruiker. Bij vrachtzendingen waarover twijfel bestaat, stemt de CDIU af met het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Vervolgens wordt de zaak overgedragen naar het team precursoren, oorsprong, strategische goederen, sanctiewetgeving (POSS) binnen de Douane. Van de 145 zendingen zijn er tot nu toe 80 afgehandeld, 65 zijn nog onder beoordeling en één zending is bevroren. In totaal zijn vanaf 25 februari tot 13 juni 2022 ruim 98 vergunningaanvragen met betrekking tot strategische goederen met bestemming Oekraïne ontvangen en zijn 78 vergunningen afgegeven.

Caribische delen van het Koninkrijk

Ook in de Caribische delen van het Koninkrijk worden de sancties nageleefd. Zo heeft de Centrale Bank van Curaçao de financiële bezittingen van vijf gesanctioneerde Russen met een totale waarde van ruim 43 miljoen Amerikaanse dollar bevroren. Verder hebben de autoriteiten van Sint-Maarten melding gemaakt van één op land zijnde schip van een gesanctioneerde Russische staatsburger. Dit schip is «bevroren» door de daartoe bevoegde instantie in Sint-Maarten. Voorts heeft Aruba maatregelen genomen ten aanzien van zes in Aruba geregistreerde vliegtuigen. Aan twee vliegtuigen die geen Russische eigenaar hebben maar die zich ten tijde van het instellen van de maatregelen in Rusland bevonden is een vliegverbod opgelegd in verband met de vliegveiligheid. Een ander vliegtuig dat zich ook in Rusland bevindt en wel een Russische eigenaar heeft (die overigens niet op de EU sanctielijsten staat) heeft om diezelfde reden een vliegverbod gekregen. Ten slotte zijn twee andere in Rusland verblijvende vliegtuigen die eigendom zijn van niet door de EU gesanctioneerde Russische eigenaren ambtshalve uit het register verwijderd omdat de eigenaren hebben aangegeven niet de intentie te hebben het toestel fysiek uit Rusland te willen verwijderen in de nabije toekomst.

Internationale samenwerking

Met een speciale operatie (Operation Oscar) biedt Europol de lidstaten en aangesloten partijen ondersteuning bij strafrechtelijke (financiële) onderzoeken die mogelijk kunnen leiden tot justitiële procedures en inbeslagnames in het kader van de sancties. Een belangrijk aspect daarvan zijn inlichtingen. Informatie van deelnemers wordt vergeleken met Europol databestanden, er worden analyserapporten gemaakt en er wordt ondersteund bij het traceren en in beslag nemen van relevante tegoeden en eigendommen. De FIOD heeft onlangs deelgenomen aan een operationele bijeenkomst in het kader van Operation Oscar, waarbij de focus lag op bepaalde subjecten van de sanctielijst en is besproken tegen welke belemmeringen men aanloopt bij de handhaving van de opgelegde sancties.

Het is duidelijk geworden dat niet alle deelnemende landen beschikken over een vorm van sanctiewetgeving en om die reden bij de handhaving van de sancties terug moeten vallen op anti-witwas wetgeving of algemeen strafrechtelijke wetgeving. Als oplossing voor de verschillende juridische regimes ten aanzien van de handhaving van sancties heeft de Commissie op 25 mei jl. een voorstel voor een Raadsbesluit uitgebracht ter harmonisering van de strafbaarstelling van het overtreden van sancties. Ook is het vaststellen van eigendom en zeggenschap van gesanctioneerden in veel van de deelnemende landen een probleem. Het betreft vaak ingewikkelde constructies en men beschikt niet altijd over de juiste gegevens of voldoende juridische basis om de informatie op tafel te krijgen. Europol biedt een goede basis voor een internationaal netwerk dat strafrechtelijke samenwerking op deze -vaak grensoverschrijdende- signalen kan ondersteunen.

Ontheffingsverzoeken

De Minister van EZK heeft met betrekking tot verschillende ontheffingsverzoeken voor aanbestedende diensten een generiek kader ontwikkeld dat op 10 juni door de ministerraad is vastgesteld en in de tweede helft juni middels een beleidsregel is gepubliceerd. Op basis van dit kader zullen specifieke ontheffingen voor aanbestedende diensten en speciale sectorbedrijven, bijvoorbeeld inzake energiecontracten, bepaalde grondstoffen of unieke producten, op basis van vooraf gestelde openbare uitgangspunten worden beoordeeld. Het uitgangspunt hierbij is dat terughoudendheid wordt betracht bij het verlenen van individuele vergunningen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de geest van de ingestelde sancties.

In het 5e sanctiepakket is besloten dat er een algemeen verbod ingesteld is voor in Rusland en Belarus gevestigde wegvervoerondernemingen om op het grondgebied van de Unie goederen over de weg te vervoeren. In afwijking hiervan kán een lidstaat ervoor kiezen bepaalde uitzonderingen toe te staan door ontheffingen te verlenen. De Minister van Infrastructuur en Waterstaat heeft ervoor gekozen nu geen uitzonderingen toe te staan. Hiermee is al het vervoer over de weg door in Rusland of Belarus gevestigde wegvervoerondernemingen in Nederland verboden.

In het 5e sanctiepakket is ook een EU-havenverbod in werking getreden voor alle schepen die op 24 februari de vlag van de Russische Federatie voerden. Er geldt een uitzondering voor schepen die een bepaalde lading (zoals bijvoorbeeld olie, gas en voedselproducten) aan boord hebben. Er is door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat met de Kustwacht en de havens een werkwijze afgesproken om uitvoering te geven aan het havenverbod. Tot nu toe is aan 20 Russisch gevlagde schepen ontheffing verleend omdat de lading onder de uitzonderingen viel.

Toezeggingen

Graag maakt het kabinet gebruik van deze gelegenheid om terug te komen op een aantal onderwerpen die aan de orde kwamen tijdens het Nota-overleg op 23 mei jl over de bijzondere Europese Raad van 30 en 31 mei.

Casus Klyuev/Kljoejev

Allereerst de mogelijkheden om de heer Dmitri Kljoejev op EU-sanctielijsten te plaatsen. Deze persoon was betrokken bij het overlijden van de advocaat Sergej Magnitski in 2009. Zoals ook vermeld in de Kamerbrief over EU-sanctiebeleid van 8 februari jl. vond deze ernstige mensenrechtenschending te lang geleden plaats om aan te voeren als reden tot listing van personen of entiteiten onder het EU mensenrechtensanctieregime, gelet op het uitgangspunt dat sancties een preventieve werking dienen te hebben. Jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU schrijft voor dat met recent bewijsmateriaal dient te worden gestaafd dat van de persoon of entiteit in kwestie nog steeds een dreiging uitgaat in het kader van de sanctiecriteria. Daarom is de betrokkenheid bij het overlijden van Sergej Magnitski alleen niet langer een gegronde reden voor listing. Indien deze persoon echter betrokken is bij de oorlog in Oekraïne, steun verleent aan de Russische regering of daar profijt van trekt, is plaatsing op de sanctielijst alsnog een mogelijkheid. Het kabinet bestudeert of dit het geval is. Zolang een persoon niet op de sanctielijst staat worden zijn tegoeden niet bevroren.

Confisqueren van bevroren tegoeden

Het idee om bevroren tegoeden in te zetten voor een herstelfonds van Oekraïne is het verder verkennen waard. Moreel is er veel voor te zeggen, maar daarbij dient aangetekend te worden dat er grote juridische hordes zijn gelet op de sterke verankering van het eigendomsrecht in de rechtsordes van de lidstaten van de EU. In het verkennen van wat er mogelijk is, is een rol weggelegd voor de Europese Commissie, die het idee ook al eerder noemde bij monde van voorzitter Von Der Leyen en Hoge Vertegenwoordiger Borrell.

Nederland neemt actief deel aan de door de Commissie opgezette Seize & Freeze Taskforce. Deze Taskforce richt zich onder andere op mogelijke bestemmingen van bevroren tegoeden. Op dit moment is de situatie dat met sancties alleen tegoeden kunnen worden bevroren, niet geconfisqueerd. Tegoeden van personen en entiteiten kunnen enkel op strafvorderlijke titel in beslag worden genomen, dus als er (minimaal) een verdenking is van een strafbaar feit. Enkel het feit dat een persoon of entiteit op een sanctielijst staat is hiervoor niet voldoende.

Het is op dit moment dus niet mogelijk om op basis van sancties bevroren tegoeden te confisqueren. De Europese Commissie publiceerde op 25 mei 2022 twee voorstellen omtrent confiscatie: een al eerder aangekondigde herziening van de confiscatierichtlijn en een voorstel om overtreding van EU-sancties toe te voegen aan de lijst van EU-misdrijven. Een eerste appreciatie is dat het toevoegen van overtreding van EU-sancties aan de lijst met EU-misdrijven het in de praktijk niet makkelijker maakt om bevroren tegoeden van personen of entiteiten op de EU-sanctielijst te confisqueren. Over deze voorstellen is uw Kamer via de gebruikelijke weg geïnformeerd8.

Mogelijkheden rondom harmonisatie sanctielijsten VS en VK

Zoals toegezegd tijdens het notaoverleg op 23 mei jl. gaat het kabinet ook in op het harmoniseren van de sanctielijsten van de EU, de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Het kabinet is uitgesproken voorstander van een gezamenlijk optreden van de EU en partners daarbuiten, roept daartoe geregeld op binnen de EU en treedt daarover ook in gesprek met deze landen. Op doorlopende basis worden de verschillende lijsten naast elkaar gehouden en worden waar opportuun listings overgenomen. Zo werd in de meest recente ronde EU-sancties ook een prominent persoon die betrokken was bij mensenrechtenschendingen in Marioepol op de lijst gezet nadat dit eerder al door de VS was gedaan. Het kabinet blijft zich ook in de komende periode hard inzetten om deze praktijk voort te zetten.

Stand van zaken corruptieregime

Zoals toegezegd tijdens het notaoverleg van 23 mei jl. ontvangt uw Kamer eveneens nadere informatie over de mogelijkheden om corruptie toe te voegen aan het EU-mensenrechtensanctieregime. Nederland heeft tijdens de onderhandelingen over het mensenrechtensanctieregime herhaaldelijk gepleit voor het opnemen van corruptie onder de listingcriteria van dit regime. Hier bleek toen onvoldoende steun van andere lidstaten voor. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 24 januari jl. bepleitte een aantal lidstaten waaronder Nederland het verkennen van opties om te komen tot een apart raamwerk voor sancties op grond van grootschalige corruptie. Hier is inmiddels brede steun voor, maar tegelijk leven er bij een substantiële groep lidstaten nog vragen over de juridische inrichting van een dergelijk regime. Nederland zal zich er als verklaard voorstander van dit regime voor blijven inzetten dat de EU de voorbereiding van de benodigde wetgeving ter hand neemt. Ook spreekt Nederland hierover met partners als de VS en het VK en bestudeert het hoe hun ervaring met corruptiesancties behulpzaam kan zijn voor de inrichting van een EU-sanctieregime gericht tegen corruptie.

Impact sancties op voedselzekerheid

De toezegging uit het debat over de Europese Raad van 22 juni jl. (Handelingen II 2021/22, nr. 95, debat over de Europese Top van 23 en 24 juni 2022) om terug te komen op de impact van SWIFT-sancties op de voedselzekerheid in Afrika wordt aan uw Kamer gezonden in het verslag van de Europese Raad van 23-24 juni.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 36 045, nr. 72

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1763

X Noot
3

Brief van 13 juni 2022, Beantwoording vraag van het lid Omtzigt, gesteld tijdens de stemmingen van 24 maart 2022, over de wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene Wet inzake Rijksbelastingen, Kamerstuk 36 045, nr. 90

X Noot
4

Kamerstuk 36 045, nr. 21

X Noot
5

Kamerstuk 36 045, nr. 45

X Noot
6

Aanbiedingsbrief bij het Rapport van de nationaal coördinator sanctienaleving en handhaving, (13 mei 2022). Zie: Kamerstuk 36 045, nr. 72

X Noot
7

Advanced Pricing Agreements en Advance Tax Rulings

X Noot
8

De Kamer is op dinsdag 28 juni via een Kamerbrief geïnformeerd over het voorstel om overtreding van EU-sancties toe te voegen aan lijst van EU-misdrijven.

Naar boven