De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IIA
Aan artikel 31a van de Wet op de ondernemingsraden wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
8. Als een accountantsverklaring een negatieve verklaring omvat als bedoeld in artikel
393 lid 5, onderdeel h, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, wordt deze accountantsverklaring
onverwijld door de accountant aan de ondernemingsraad gezonden.
Toelichting
Met dit amendement wil de indiener uitvoering geven aan artikel 3, vijfde lid, van
de richtlijn, waarin is bepaald dat lidstaten de werknemersvertegenwoordigers steun
kunnen verstrekken bij de beoordeling van de economische situatie van de schuldenaar.
Extra steun voor werknemers is allesbehalve een overbodige luxe, omdat zij, zoals
ook in preambule 44 van de richtlijn wordt beschreven, als schuldeisers bijzonder
kwetsbaar zijn bij een faillissement.
Indiener wijst er op dat hoewel ondernemers reeds verplicht zijn om ondernemingsraden
financiële gegevens te verstrekken, op basis van artikel 31a van de Wet op de ondernemingsraden,
dit in de praktijk vaak niet of onvoldoende gebeurd. Om te voorkomen dat het de ondernemingsraad
pas duidelijk wordt hoe slecht de financiële positie van de onderneming is, als het
faillissement wordt uitgesproken, wil de indiener bewerkstelligen dat accountants,
als een accountantsverklaring een negatieve verklaring omvat als bedoeld in artikel
393, vijfde lid, onder h, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, een afschrift van
deze verklaring rechtstreeks aan de ondernemingsraad zendt.
Op deze manier wordt een ondernemer er eerder toe aangezet om het overleg met de ondernemingsraad
te starten. Hoe eerder de ondernemingsraad geïnformeerd wordt, hoe beter zij ook een
bijdrage kan leveren aan het voorkomen van insolventie. De medezeggenschap voor ondernemingsraden
wordt met dit amendement beter gewaarborgd dan nu het geval is. Een ontwikkeling die
ook door de Commissie Bevordering Medezeggenschap van de sociaaleconomische Raad wordt
toegejuicht.
De hierboven beschreven constructie van rechtstreekste toezending is vergelijkbaar
met die van artikel 14, derde lid, van de Arbeidsomstandighedenwet. Voorts waarborgt
artikel 20 van de Wet op de ondernemingsraden dat de ondernemingsraad de nodige vertrouwelijkheid
in acht neemt in de omgang met de aan haar verstrekte stukken.
Van Nispen