Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel I, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. In artikel 437, eerste lid, onder f, wordt «gedurende een bij algemene maatregel
van bestuur te bepalen termijn» vervangen door «vijf werkdagen».
2. Onder vernummering van het derde tot en met zesde lid tot vierde tot en met zevende
lid wordt in artikel 437 een lid ingevoegd, dat luidt:
3. De termijn, bedoeld in het eerste lid, onder f, is niet van toepassing indien een
gebruikt of ongeregeld goed een voertuig betreft waarvoor op grond van artikel 47
van de Wegenverkeerswet 1994 een verplichting tot kentekenregistratie geldt.
B
Onder vernummering van artikel III tot artikel IV wordt een artikel ingevoegd, dat
luidt:
Artikel III
In artikel 87a, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt «Een handelaar
als bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht» vervangen door «Een opkoper
of handelaar als bedoeld in artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht».
Toelichting
Zoals in paragraaf 1.2.2 van de nota naar aanleiding van het verslag bij dit wetsvoorstel
naar aanleiding van vragen van de leden van de D66-fractie al is toegelicht, heeft
deze nota van wijziging in de eerste plaats tot doel de termijn waarbinnen een opkoper
of handelaar een gebruikt of ongeregeld goed als bedoeld in het bij dit wetsvoorstel
voorgestelde artikel 437, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr)
dat hij verworven of voorhanden heeft, in de staat dient te bewaren waarin hij dat
goed heeft verkregen, op het niveau van de wet in plaats van bij algemene maatregel
van bestuur vast te leggen en die termijn op vijf werkdagen te stellen. Het bij onderdeel A,
onder 1, van deze nota van wijziging aangepaste artikel 437, eerste lid, onder f,
Sr voorziet daarin. De in dat artikelonderdeel gekozen systematiek sluit bij nader
inzien beter aan op artikel 437, eerste lid, onder i, Sr waarin de maximale termijn
waarmee de bewaartermijn van vijf werkdagen door middel van een schriftelijke last
kan worden verlengd, eveneens op het niveau van de wet is vastgelegd.
De bewaartermijn van vijf werkdagen kan eventueel met enkele dagen vermeerderd worden
als de Algemene termijnenwet aanleiding geeft die termijn te verlengen. Na het verstrijken
van de bewaartermijn mag een opkoper of handelaar het goed pas doorverkopen. Voor
de achtergrond en onderbouwing van die termijn wordt verwezen naar de toelichting
in paragraaf 1.2.2 van de memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel, de toelichting
op artikel 437, eerste lid, onder f, Sr in paragraaf 2 van die memorie van toelichting
en de passages daarover in de nota naar aanleiding van het verslag.
Op de regel dat een gebruikt of ongeregeld goed gedurende vijf werkdagen ongeschonden
dient te blijven en niet (door)verkocht mag worden, is in het bij onderdeel A, onder 2,
van deze nota van wijziging voorgestelde nieuwe derde lid van artikel 437 Sr één uitzondering
gemaakt. Indien het goed een voertuig betreft waarvoor op grond van artikel 47 van
de Wegenverkeerswet 1994 een verplichting tot kentekenregistratie geldt, zal die termijn
niet van toepassing zijn. Voor de achtergrond en onderbouwing van die uitzondering
wordt verwezen naar de toelichting op artikel 437, eerste lid, onder f, Sr in paragraaf 2
van de memorie van toelichting bij dit wetsvoorstel.
In de tweede plaats strekt deze nota van wijziging ertoe om de verwijzing die artikel 87a,
tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek naar het huidige artikel 437 Sr
bevat, in overeenstemming te brengen met het voorgestelde artikel 437, eerste lid,
Sr en niet langer te spreken over een handelaar, maar over een opkoper of handelaar
(zie het bij onderdeel B van deze nota van wijziging voorgestelde nieuwe artikel III).
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius