36 014 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Derde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen examens en steunpakket voor de culturele en creatieve sector in januari in verband met COVID-19)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 tot en met 3

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2022 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Aangezien beide besluiten in deze derde Incidentele Suppletoire Begroting, namelijk aanpassingen aan eindexamens en een steunpakket voor de culturele en creatieve sector wegens de lockdown, niet kunnen wachten tot de reguliere Eerste Suppletoire Begroting worden de middelen die benodigd zijn nu toegevoegd aan de OCW-begroting. De middelen worden nu overgeboekt zodat zo spoedig mogelijk verplichtingen kunnen worden aangegaan.

Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. De uitvoering van de maatregelen die in deze derde Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen kunnen echter niet wachten omdat er moet worden overgegaan tot het verplichten en uitgeven van bedragen richting scholen en uitvoeringsinstanties zodat zij aan de slag kunnen met betrekking tot de eindexamens en richting diverse culturele fondsen met betrekking tot het steunpakket voor de culturele en creatieve sector. Daarom zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Met het voorgaande wordt gehandeld conform artikel 2.27, tweede lid, van de Comptabiliteitswet. Voor de indiening van deze Incidentele Suppletoire Begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd per brief van 17 december 2021 over Besluit eindexamens voortgezet onderwijs 2022(Kamerstukken II 2021/22, 31 289, nr. 506). Ook over het steunpakket voor de culturele en creatieve sector is uw Kamer op 14 december 2021 geïnformeerd per brief Steunpakket in het eerste kwartaal van 2022 (Kamerstukken II 2021/22,..., nr...).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

Wetsartikel 3

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma

B BEGROTINGSTOELICHTING

1. Inhoudelijke toelichting

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:

Omvang begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties

Technische mutaties

(stand ontwerpbegroting in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1.000

5

10

=> 1.000

10

20

Examens

In de brief van 17 december over Besluit eindexamen voortgezet onderwijs 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 31 289, nr. 506) is toegelicht dat er voor 2022 wederom aanpassingen worden gedaan aan het eindexamen. De maatregelen die in deze brief zijn aangekondigd hebben financiële consequenties. De totale kosten van het maatregelenpakket bedragen € 51,4 miljoen. Allereerst zijn er additionele uitvoeringskosten voor de examenketen, die onder meer een extra tijdvak en daarmee ook extra examens moeten construeren, produceren en distribueren. Verder moeten scholen en personeel gecompenseerd worden, vanwege de extra werkzaamheden die ontstaan door de uitbreiding van het examenrooster en de extra herkansing voor leerlingen.

Steunpakket cultuur

Het kabinet heeft in december 2021 de toen al geldende maatregelen voor culturele instellingen verlengd vanwege de onzekerheid rondom de nieuwe variant van het coronavirus. Door de verlenging van de beperkende maatregelen wordt de culturele en creatieve sector wederom hard geraakt. Het kabinet maakt € 59,5 miljoen vrij voor een specifiek steunpakket om de culturele sector ook in de maand januari te ondersteunen. Ook verlengt het kabinet de leenfaciliteit bij Cultuur+Ondernemen tot en met het tweede kwartaal van 2022 en maakt hiervoor aanvullend € 25,0 miljoen vrij, in lijn met de motie van de leden De Jong, Wuite, Aartsen, Amhaouch en Grinwis (Kamerstuk II 35 420, nr. 434). In totaal komt het beschikbare budget van dit steunpakket daarmee op € 84,5 miljoen, conform de brief van 14 december 2021 Steunpakket in het eerste kwartaal van 2022. Daarnaast is tijdens de persconferentie van 14 januari 2022 aangekondigd om de musea nog langer gesloten te houden. Hiervoor is aanvullend € 3,0 miljoen uitgetrokken ter compensatie van de musea.

2. Budgettaire consequenties beleidsartikelen

Beleidsartikel 3

Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2022 (incl. NvW, amendementen en ISB)

Mutaties 3e Incidentele Suppletoire Begroting

Stand na 3e Incidentele Suppletoire Begroting

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

9.092.460

51.449

9.143.909

0

0

0

0

Totale uitgaven

9.665.822

51.449

9.717.271

0

0

0

0

waarvan juridisch verplicht (%)

99,0%

           
               

Bekostiging

9.265.929

41.900

9.307.829

0

0

0

0

Bekostiging vo-instellingen

8.846.103

41.900

8.888.003

       

Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen

18.057

 

18.057

       

Bekostiging Caribisch Nederland

17.336

 

17.336

       

Prestatiebox

0

 

0

       

Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters

109.931

 

109.931

       

Aanvullende regelingen leerlingendaling1

4.540

 

4.540

       

Aanvullende bekostiging Nationaal Programma Onderwijs

269.962

 

269.962

       

Subsidies (regelingen)

210.679

0

210.679

0

0

0

0

Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo

19.755

 

19.755

       

Pilots lente- en zomerscholen vo

9.000

 

9.000

       

Nieuwe leerweg

9.825

 

9.825

       

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

0

 

0

       

Extra hulp voor de klas

0

 

0

       

Regeling brede brugklas

102.000

 

102.000

       

Overige subsidies

70.099

 

70.099

       

Opdrachten

23.080

0

23.080

0

0

0

0

Opdrachten

23.080

 

23.080

       

Zelftesten2

0

 

0

       

Bijdrage aan agentschappen

56.086

9.000

65.086

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

56.086

9.000

65.086

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

47.151

549

47.700

0

0

0

0

College voor Toetsen en Examens

4.478

289

4.767

       

SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen

42.673

260

42.933

       

Bijdrage aan medeoverheden

62.611

0

62.611

0

0

0

0

Nationaal Programma Onderwijs

62.611

 

62.611

       

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

286

0

286

0

0

0

0

GRAZ (ECML) en PISA

286

 

286

       

Ontvangsten

7.391

0

7.391

0

0

0

0

X Noot
1

Dit budget is in 2020 ook beschikbaar en maakt onderdeel uit van de regel: «bekostiging vo-instellingen»

X Noot
2

De term sneltesten is bij nader inzien aangepast naar zelftesten. Er worden zelftesten geleverd aan instellingen. Er bestaan ook sneltesten die geen zelftest zijn.

Toelichting

Het financieel instrument bekostiging wordt in 2022 incidenteel verhoogd met € 41,9 miljoen. Dit betreft de compensatie aan de scholen vanwege de extra werkzaamheden die ontstaan door de uitbreiding van het examenrooster en de extra herkansing voor leerlingen. Het instrument bijdrage aan agentschappen wordt in 2022 incidenteel verhoogd met € 9,0 miljoen. Dit betreft de additionele uitvoeringskosten voor DUO. De bijdrage aan ZBO's/RWT's gaat incidenteel met € 0,5 miljoen omhoog. Dit betreft de uitvoeringskosten van het Centraal Instituut voor Toets en Ontwikkeling (CITO) en het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Er moeten extra examens worden geconstrueerd, geproduceerd en gedistrubueerd.

Beleidsartikel 14

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 14 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting 2022 (incl. NvW, amendementen en ISB)

Mutaties 3e Incidentele Suppletoire Begroting

Stand na 3e Incidentele Suppletoire Begroting

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Mutatie 2026

Verplichtingen

599.166

87.500

686.666

0

0

0

0

Totale uitgaven

1.265.837

87.500

1.353.337

0

0

0

0

waarvan juridisch verplicht (%)

82,7%

           
               

Bekostiging

971.524

15.024

986.548

0

0

0

0

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse instellingen

234.040

3.427

237.467

       

Culturele basisinfrastructuur vierjaarlijkse fondsen

261.326

7.672

268.998

       

Museale instellingen met een wettelijke taak

238.614

2.425

241.039

       

Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen

24.092

0

24.092

       

Digitale openbare bibliotheek

16.868

1.500

18.368

       

Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten

12.537

0

12.537

       

Monumentenzorg

148.583

0

148.583

       

Archieven incl. Regionale Historische Centra

29.650

0

29.650

       

Flankerend beleid huisvesting

5.813

0

5.813

       

Cultuureducatie met Kwaliteit

1

0

1

       

Subsidies (regelingen)

52.502

72.476

124.978

0

0

0

0

Verbreden inzet cultuur

9.331

0

9.331

       

Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS)

8.356

0

8.356

       

Programma leesbevordering

3.967

0

3.967

       

Creatieve Industrie

1.728

0

1.728

       

Specifiek cultuurbeleid

26.708

72.476

99.184

       

Subsidies Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

2.412

0

2.412

       

Opdrachten

194.416

0

194.416

0

0

0

0

Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis

2.068

0

2.068

       

Monumentenzorg

0

0

0

       

Archeologie

0

0

0

       

Erfgoed en fysieke leefomgeving

0

0

0

       

Opdrachten Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

10.024

0

10.024

       

Overige opdrachten

182.324

0

182.324

       

Bijdragen aan agentschappen

44.438

0

44.438

0

0

0

0

Nationaal Archief

44.438

0

44.438

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

2.957

0

2.957

0

0

0

0

Ontvangsten

47.043

0

47.043

0

0

0

0

Toelichting

Het financieel instrument bekostiging wordt in 2022 incidenteel verhoogd met € 15,0 miljoen. Dit betreft extra middelen die zijn vrijgemaakt voor onder andere regelingen voor makers en musea bij de Rijkscultuurfondsen. Ook gaan er middelen naar de Koninklijke Bibliotheek om via het inkopen van rechten van e-books extra ondersteuning aan auteurs te geven.

Het financieel instrument Subsidies(regelingen) wordt in 2022 incidenteel met € 72,5 verhoogd. Dit bedrag bestaat voor € 37,5 miljoen uit het voortzetten van de suppletieregeling. Ook verlengt het kabinet de leenfaciliteit bij Cultuur+Ondernemen tot en met het tweede kwartaal van 2022 en maakt hiervoor aanvullend € 25,0 miljoen vrij. De overige middelen zijn vrijgemaakt voor makers via het Steunfonds Rechtensector en het Abraham Tuschinskifonds.

Naar boven