Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel IV wordt na onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aa
Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zusters, voogden en curatoren» vervangen door «zusters
en curatoren».
2. In het tweede lid wordt «bloedverwant, voogd of curator» vervangen door «bloedverwant
of curator».
B
Na artikel XL wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL XLA
Artikel V van de Wet van 6 juli 2004 tot aanpassing van de Auteurswet 1912, de Wet
op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering van richtlijn nr. 2001/29/EG
van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 mei 2001 betreffende
de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht en de naburige rechten
in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (Stb. 2004, 336) vervalt.
C
In artikel XLII wordt na onderdeel U een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ua
In artikel 491, tweede lid, wordt «meer dan tweeëndertig uren» vervangen door «meer
dan twintig uren» en wordt «die afzonderlijk of gezamenlijk meer belopen dan € 200»
vervangen door «die afzonderlijk of gezamenlijk meer belopen dan € 115».
D
Na artikel XLV wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Artikel XLVa
Deze wet wordt aangehaald als: Verzamelwet Justitie en Veiligheid 2022.
Toelichting
Met deze nota van wijziging wordt een viertal wijzigingen van technische aard aan
het wetsvoorstel toegevoegd. De wijzigingen worden in het navolgende afzonderlijk
toegelicht.
Onderdeel A
In artikel 1:51 van het Burgerlijk Wetboek wordt de verwijzing naar de voogd als bevoegde
persoon die een voorgenomen huwelijk kan stuiten, geschrapt. Tot 5 december 2015 mocht
een minderjarige geen huwelijk aangaan zonder toestemming van zijn ouders en de minderjarige,
die onder voogdij stond, had bovendien de toestemming van zijn voogd nodig. Sinds
de inwerkingtreding van de Wet tegengaan huwelijksdwang per 5 december 2015 moeten
beide aanstaande echtgenoten die een huwelijk willen sluiten altijd de leeftijd van
achttien jaar hebben bereikt en zijn de mogelijkheden voor minderjarigen om een huwelijk
te sluiten, vervallen. Daarmee kan een persoon als voogd van een minderjarige een
voorgenomen huwelijk ook niet meer stuiten.
Onderdeel B
Met deze wijziging wordt de in artikel V van de Wet van 6 juli 2004 tot aanpassing
van de Auteurswet 1912, de Wet op de naburige rechten en de Databankenwet ter uitvoering
van richtlijn nr. 2001/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 22 mei 2001 betreffende de harmonisatie van bepaalde aspecten van het auteursrecht
en de naburige rechten in de informatiemaatschappij (PbEG L 167) (Stb. 2004, 336) opgenomen doorlopende evaluatieverplichting geschrapt. Dit artikel is in onbruik
geraakt. De bepalingen die met de genoemde wet zijn uitgevoerd, dienen geheel ter
implementatie van Europeesrechtelijke verplichtingen. Eventuele evaluatie hoort op
Europees niveau plaats te vinden.
Onderdeel C
De voorgestelde wijziging van artikel 491, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering
hangt samen met de recente verdere invoering van de strafbeschikking voor jeugdige
verdachten. De strafbeschikking neemt na deze invoering de plaats in van de transactie
ter voorkoming van verdere vervolging. De op dit moment bepaalde grenzen om bij het
uitvaardigen van een strafbeschikking de jeugdige uit te nodigen om te worden gehoord
met bijstand van een raadsman, worden met deze wijziging weer in lijn gebracht met
de praktijk voor de toekenning van rechtsbijstand in gevallen waarin aan de jeugdige
een transactievoorstel werd gedaan.
Onderdeel D
Hoewel aan het eind van het opschrift van het onderhavige wetsvoorstel reeds een citeertitel
werd vermeld, bevatte het wetsvoorstel nog geen bepaling waarmee die citeertitel formeel
aan het wetsvoorstel werd toegekend. Met de onderhavige wijziging wordt een dergelijke
bepaling alsnog ingevoegd.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yesilgöz-Zegerius