35 992 Versterking functies Tweede Kamer

36 033 Omgangsvormen tijdens debatten in de Tweede Kamer

Nr. 18 BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Leden

Den Haag, 31 mei 2022

Tijdens het plenaire debat op 9 maart 2022 over het rapport «Versterking functies Tweede Kamer – Meer dan de som der delen» en de notitie «Gedrag en omgangsvormen tijdens debatten in de Tweede Kamer» (Kamerstuk 36 033, nr. 1) heeft u gevraagd een nadere toelichting te geven op de relatie tussen uitlatingen gedaan in de plenaire zaal en op sociale media en eventuele bedreigingen van Kamerleden, bewindspersonen en ambtenaren die daarvan het gevolg zijn (Handelingen II 2021/22, nr. 58, items 5 en 8). Ik heb u destijds toegezegd u nader te informeren over de activiteiten van de NCTV op dit punt.

Op 18 maart 2022 heb ik u, conform toezegging uit het voornoemde debat, per brief nader geïnformeerd over het onderzoek, namelijk dat de NCTV heeft aangegeven dat zij verwachten op korte termijn meer helderheid te kunnen bieden en dat ik u nader zal informeren (Kamerstukken 35 992 en 36 033, nr. 17).

Inmiddels is de Universiteit Utrecht een zelfstandig onderzoek naar deze thematiek gestart met een subsidie van de NCTV. Ik heb vernomen dat de doelstelling van het onderzoek is om inzicht te bieden in de relatie tussen sociale media-dynamiek en fysieke incidenten met name op het gebied van anti-overheidsextremisme. Het rapport zal naar verwachting (beter dan tot nu toe is gedaan) causale verbanden in beeld brengen tussen sociale media-uitingen en incidenten in de publieke sfeer. Ik ga ervan uit dat, indien nodig, de Minister van Justitie en Veiligheid u verder informeert.

Ik vertrouw erop u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd. De toezegging uit het eerdergenoemde debat beschouw ik als gestand gedaan.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vera Bergkamp

Naar boven