35 974 Initiatiefnota van het lid Van Nispen over Huizen van het Recht

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2022

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een reactie gevraagd op de initiatiefnota van de heer Van Nispen over de «Huizen van het Recht». Dat doe ik graag, omdat ik dit initiatief een warm hart toedraag.

In de initiatiefnota gaat de heer Van Nispen in op een goede toegang tot het recht, bereikbare en toegankelijke voorzieningen voor rechtzoekenden en het vinden van een duurzame oplossing voor problemen van inwoners met oog voor zowel de juridische als sociale componenten van de problematiek. Allereerst wil ik benadrukken dat de uitgangspunten die geschetst worden door de heer Van Nispen aansluiten bij de ambities die het kabinet heeft om de toegang tot het recht en de rechter te versterken. Rond de zomer zal ik uw Kamer uitgebreider informeren over alle lopende initiatieven om de toegang tot het recht verder te vergroten.

Wel kan ik alvast inzicht geven in de al lopende initiatieven en ambities uit het coalitieakkoord. Zo zet het kabinet in op het versterken van de sociale advocatuur en het vergroten van de toegang tot het recht voor burgers en MKB door het verlagen van de griffierechten. Met de in 2018 ingezette vernieuwing van het stelsel van de gesubsidieerde rechtsbijstand dragen we -met het perspectief van de rechtzoekende als uitgangspunt- bij aan het laagdrempeliger maken van de toegang tot het recht voor mensen die onder de Wet op de rechtsbijstand vallen, zowel in fysieke vorm als door middel van online informatie en advies. De verbetering van de toegang tot de rechter en het duurzaam oplossen van geschillen is het uitgangspunt van de pilots van de rechtspraak in het kader van maatschappelijk effectieve rechtspraak (MER). De rol die de rechter kan spelen bij het in een vroeg stadium oplossen van een geschil wordt bijvoorbeeld beproefd in de pilots die zien op de Haagse Wijkrechter, de Rotterdamse Regelrechter en de Overijsselse Overlegrechter. Ook hier geldt het uitgangspunt van een snelle, laagdrempelige en betaalbare toegang tot de rechter. Deze pilots krijgen een vervolg in de vorm van de «Nabijheidsrechter», die naar verwachting eind 2022 als experiment onder de Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging van start gaat. Daarnaast lopen er enkele pilots onder de noemer multiproblematiek/rechtspraak. In die pilots staat de integrale, persoonsgerichte benadering centraal bij de aanpak van multiproblematiek. In de bijlage is een overzicht te vinden met een samenvatting van de verschillende pilots die lopen op het terrein van verbetering van de toegang tot het recht1.

Het voorstel van de heer Van Nispen ziet op de letterlijke fysieke toegang, een plek waar mensen binnen kunnen lopen wanneer zij een probleem hebben. In het voorstel wordt binnen de Huizen van het Recht gewerkt vanuit het probleem van de rechtzoekende. Op basis van een lokale, multidisciplinaire aanpak en door een breed scala aan professionals wordt in gezamenlijkheid gezocht naar de meest passende aanpak voor het probleem. Belangrijke elementen uit het voorstel zijn de intake met doorverwijzing naar de juiste hulpverlener, de mogelijkheid van een multidisciplinair overleg in geval van multiproblematiek en – als het probleem dit vereist – een uitspraak door een rechter. Het voorstel is gestoeld op diverse (lopende) pilots. In Heerlen draait tot medio 2022 een proef met een Huis van het Recht geïnitieerd door het Juridisch Loket, de gemeente Heerlen en de Rechtbank Limburg. In die pilot, en ook in andere initiatieven waar ik verderop in deze brief op inga, staat verbeterde samenwerking tussen verschillende professionals centraal. Ik omarm de hoofdgedachte van een betere samenwerking uit het voorstel van de heer Van Nispen en bekijk het voorstel dan ook vanuit die invalshoek.

Onder de paraplu van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand worden op verschillende plaatsen pilots uitgevoerd die onder meer zien op betere en meer intensieve samenwerking tussen partners in het sociale en juridisch domein, in de bijlage is een overzicht van deze pilots te vinden.2 Diverse van deze pilots worden ook in het voorstel van de heer Van Nispen genoemd.

Een belangrijk inzicht dat breed wordt gedeeld door de partijen die een rol spelen in het verlenen van laagdrempelige (rechts)hulp in de eerste lijn, is de noodzaak om aan te sluiten bij de lokale situatie. Hulpverlening kan op regionaal of lokaal niveau anders georganiseerd zijn, gebaseerd op de behoeften van de inwoners en het lokale aanbod.

De pilotfase van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand loopt tot eind 2022. Op basis van de evaluaties van de verschillende pilots worden best practices opgehaald over hoe onder andere de lokale, fysieke toegang er in de eerste lijn uit kan komen te zien, ik wil nog niet vooruitlopen op de uitkomsten van de pilots. Het is de verwachting dat uiteindelijk niet zal worden gekozen voor één landelijke, gestandaardiseerde manier van werken, maar telkens op regionaal of lokaal niveau wordt bezien wat er precies nodig is om de toegang tot het recht daar te verbeteren. Net als de heer Van Nispen zie ik de in de initiatiefnota geschetste ideeën dan ook niet als een blauwdruk, maar als aanzet om het gesprek aan te gaan over de toekomst van de sociaal juridische dienstverlening op lokaal niveau en hoe dat bij kan dragen aan versterking van de toegang tot het recht. De fysieke vorm van de hulpverlening is immers afhankelijk van wat lokaal of regionaal werkt. In de ene gemeente is dat een spreekuur in een bibliotheek of een wijkcentrum, in de andere gemeente is dat de vestiging van het Juridisch Loket en in een andere regio kan een mobiele voorziening de meest passende oplossing zijn. De uitkomsten van de pilots en de best practices die zijn opgehaald kunnen daar bouwstenen voor aanreiken. Ik zal bij de verdere uitwerking ook de voorstellen uit de initiatiefnota van de heer van Nispen betrekken.

Met de extra financiële impuls die gemeenten via het gemeentefonds hebben ontvangen ten behoeve van het lokaal versterken van de rechtsbescherming is er ook ruimte om invulling te geven aan het bestendigen van de meeste passende werkwijze. Aanvullend daarop wordt samen met de Raad voor de rechtspraak – vanuit de lokale behoefte en mogelijkheden – onderzocht waar de initiatieven van de Rechtspraak en het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand elkaar raken en elkaar kunnen versterken. Daarbij komt ook de vraag aan de orde of het wenselijk en noodzakelijk is een gemeente als zittingsplaats van het gerecht in het betreffende arrondissement aan te wijzen.

Het versterken van de toegang tot het recht is een opgave waaraan we met een breed scala aan partners werken. We geven deze vorm in nauwe samenspraak met onder andere het Juridisch Loket, de VNG en Divosa, Sociaal Werk Nederland, mediationorganisaties, de Raad voor Rechtsbijstand, de Rechtspraak en andere organisaties die een rol spelen in de toegang tot het recht.

Ik ben de heer Van Nispen zeer erkentelijk voor het indienen van de nota en zie dit als een goede gelegenheid om nader invulling te geven aan de ambitie om de toegang tot het recht te versterken. Ik kijk er dan ook naar uit om hierover met uw Kamer in gesprek te gaan.

De Minister voor Rechtsbescherming, F.M. Weerwind


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Het totaaloverzicht van de pilots in het kader van de stelselvernieuwing rechtsbijstand is te vinden in de zesde voortgangsrapportage van het programma, Kamerstuk 31 753, nr. 248.

Naar boven