35 972 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het schrappen van het instemmingsrecht van medezeggenschapsorganen van onderwijsinstellingen bij de inzet van coronatoegangsbewijzen in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs

B BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID, VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, BINNENLANDSE ZAKEN EN DE HOGE COLLEGES VAN STAAT/ALGEMENE ZAKEN EN HUIS VAN DE KONING EN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 25 november 2021

De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid (J&V), voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ), en voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief1 van 22 november 2021, waarbij u het ontwerp van het Besluit houdende regels met betrekking tot de deelname aan of toegang tot het terrein van beroepsonderwijs en hoger onderwijs (Tijdelijk besluit coronatoegangsbewijzen beroepsonderwijs en hoger onderwijs) (hierna: ontwerpbesluit) heeft aangeboden. De aanbieding geschiedt op grond van artikel 58ra, zesde lid, van de Wet publieke gezondheid. De voordracht voor een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in het derde lid van voornoemd artikel wordt niet eerder gedaan dan een week nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Naar aanleiding van de aanbieding berichten deze leden u als volgt.

Het door u aangeboden ontwerpbesluit hangt, zoals u ook aangeeft in uw brief van 22 november 2021, samen met het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het schrappen van het instemmingsrecht van medezeggenschapsorganen van onderwijsinstellingen bij de inzet van coronatoegangsbewijzen in het beroepsonderwijs en het hoger onderwijs2, dat op voornoemde datum is ingediend bij de Tweede Kamer. De leden van de vaste commissies voor J&V, voor VWS, voor BiZa/AZ en voor OCW wensen daarom het ontwerpbesluit te betrekken bij de behandeling van het wetsvoorstel als dat bij de Eerste Kamer voorligt.

Nu de voorhangtermijn voor het ontwerpbesluit een week bedraagt en het de inschatting van de leden van de vaste commissies voor J&V, voor VWS, voor BiZa/AZ en voor OCW is dat de behandeling van voornoemd wetsvoorstel op 29 november 2021 nog niet is afgerond in de Eerste Kamer, vragen deze leden u geen onomkeerbare stappen te zetten ten aanzien van het ontwerpbesluit totdat de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer tot een afronding is gekomen. Zij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Adriaansens

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich

De voorzitter van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Verkerk


X Noot
1

Kamerstukken I 2021/22, 35 972, A.

X Noot
2

Kamerstukken 35 972.

Naar boven