Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Den Haag, 25 november 2021
De leden van de vaste commissies voor Justitie en Veiligheid (J&V), voor Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS), voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene
Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ), en voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW)
hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief1 van 22 november 2021, waarbij u het ontwerp van het Besluit houdende regels met betrekking
tot de deelname aan of toegang tot het terrein van beroepsonderwijs en hoger onderwijs
(Tijdelijk besluit coronatoegangsbewijzen beroepsonderwijs en hoger onderwijs) (hierna:
ontwerpbesluit) heeft aangeboden. De aanbieding geschiedt op grond van artikel 58ra,
zesde lid, van de Wet publieke gezondheid. De voordracht voor een algemene maatregel
van bestuur als bedoeld in het derde lid van voornoemd artikel wordt niet eerder gedaan
dan een week nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Naar aanleiding van de aanbieding berichten deze leden u als volgt.
Het door u aangeboden ontwerpbesluit hangt, zoals u ook aangeeft in uw brief van 22 november
2021, samen met het wetsvoorstel inzake de wijziging van de Wet publieke gezondheid
in verband met het schrappen van het instemmingsrecht van medezeggenschapsorganen
van onderwijsinstellingen bij de inzet van coronatoegangsbewijzen in het beroepsonderwijs
en het hoger onderwijs2, dat op voornoemde datum is ingediend bij de Tweede Kamer. De leden van de vaste
commissies voor J&V, voor VWS, voor BiZa/AZ en voor OCW wensen daarom het ontwerpbesluit
te betrekken bij de behandeling van het wetsvoorstel als dat bij de Eerste Kamer voorligt.
Nu de voorhangtermijn voor het ontwerpbesluit een week bedraagt en het de inschatting
van de leden van de vaste commissies voor J&V, voor VWS, voor BiZa/AZ en voor OCW
is dat de behandeling van voornoemd wetsvoorstel op 29 november 2021 nog niet is afgerond
in de Eerste Kamer, vragen deze leden u geen onomkeerbare stappen te zetten ten aanzien
van het ontwerpbesluit totdat de plenaire behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste
Kamer tot een afronding is gekomen. Zij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben
geïnformeerd
De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer
De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Adriaansens
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van
Staat/Algemene Zaken en Huis van de Koning, Dittrich
De voorzitter van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Verkerk