35 942 Wijziging van de Jeugdwet in verband met het versterken van de rechtspositie van jeugdigen die worden opgenomen in een gesloten accommodatie (Wet rechtspositie gesloten jeugdhulp)

Nr. 22 AMENDEMENT VAN DE LEDEN CEDER EN VAN DER STAAIJ

Ontvangen 7 februari 2023

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Na artikel I, onderdeel Aa, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

Aaa

Aan artikel 4.1.1, tweede lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Een jeugdige wordt in de gelegenheid gesteld zijn godsdienst of levensovertuiging vrij te belijden en te beleven.

Toelichting

Indieners menen dat het vrij belijden en beleven van de eigen godsdienst of levensovertuiging een recht is voor iedere jeugdige, ook in de jeugdhulp. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat, met in achtneming van de veiligheid en goede zorg van de jeugdige, de jeugdige de ruimte krijgt voor godsdienstige gewoontes zoals gebed en viering. Daarom leggen indieners dit recht met een amendement vast. Hiermee wordt de rechtspositie van jeugdigen in de jeugdhulp versterkt.

In artikel 4.1.1, tweede lid, van de Jeugdwet is nu al vastgelegd dat de jeugdhulpaanbieder er zorg voor moet dragen dat in de accommodatie geestelijke verzorging beschikbaar is, die zoveel mogelijk aansluit bij de godsdienst of levensovertuiging van de jeugdige of ouder. Jeugdhulpaanbieders zijn daartoe verplicht als het jeugdhulp betreft die verblijf van een jeugdige of ouder in een accommodatie gedurende ten minste een etmaal met zich brengt. Deze eis is daarmee tevens van toepassing bij (gesloten) accommodaties. Dit amendement is een aanvulling op deze grondslag voor geestelijke verzorging, door ook het recht op het belijden en beleven van de levensovertuiging te benoemen.

Dat dit twee verschillende aspecten zijn van het geestelijk leven van een jeugdige blijkt uit de consultatieversie van dit wetsvoorstel, waarin in artikel 3.2 in twee verschillende leden deze aspecten werden benoemd. Deze bepaling is niet volledig in het huidige wetsvoorstel gekomen en beperkt zich tot de beschikbaarheid van geestelijke verzorging. Indieners zijn van mening dat de bepaling uit de consultatieversie ook toegevoegde waarde heeft voor jeugdigen die verblijven bij jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen op grond van de Jeugdwet.

Ceder Van der Staaij

Naar boven