35 933 Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 met het oog op het tegengaan van enkele mismatches die ontstaan bij de toepassing van het zakelijkheidsbeginsel in de vennootschapsbelasting (Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel)

Nr. 7 AMENDEMENT VAN HET LID MAATOUG C.S.

Ontvangen 9 november 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel B, wordt in het voorgestelde artikel 35, eerste lid, aanhef, «1 juli 2019» vervangen door «1 januari 2017».

Toelichting

Met dit amendement houden de indieners vast aan het overgangsrecht uit het oorspronkelijke wetsvoorstel uit de consultatie. Indieners zijn van mening dat het niet nodig is om nog tientallen jaren overgangsrecht te geven aan bedrijven die tussen 1 januari 2017 en 1 juli 2019 hun bedrijfsmiddelen hebben verplaatst.

Gelet op de algemene bewaarplicht van bedrijven is 2017 goed uitvoerbaar, zoals ook blijkt uit de consultatieversie. Bovendien konden bedrijven destijds weten dat er een einde zou komen aan deze vorm van belastingontwijking, gelet op het BEPS rapport uit 2015 en de automatische uitwisseling van gegevens die sinds 1 januari 2017 plaatsvindt tussen Europese lidstaten (DAC3).

In het wetsvoorstel is een afschrijvingsbeperking opgenomen voor bepaalde bedrijfsmiddelen die belastingplichtigen hebben verkregen van een gelieerd lichaam in de periode tussen boekjaren die aanvangen op of na 1 juli 2019 en boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022. Dit amendement vervroegt de eerstgenoemde datum naar boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2017. De afschrijvingsbeperking geldt vanaf het eerste boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2022 waarin op het bedrijfsmiddel kan worden afgeschreven.

Het budgettaire effect van dit amendement is € 57 miljoen in 2022 en € 19 miljoen in 2023.

Maatoug Alkaya Nijboer Azarkan Gündoğan Omtzigt

Naar boven