De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Na artikel IX wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IXA
In de Wet op de dividendbelasting 1965 wordt artikel 3b als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
Toelichting
Een buitenlandse belegger (natuurlijk persoon) die direct vastgoed koopt, wordt forfaitair
in box 3 belast voor zowel huuropbrengsten als waardestijgingen. Een buitenlandse
belegger (vennootschap) die direct vastgoed koopt moet in Nederland vennootschapsbelasting
betalen over de huuropbrengsten en de verkoopwinsten. Buitenlandse beleggers in Nederlands
vastgoed betalen dus belasting over de waardestijging/verkoopwinst. Ook als buitenlandse
beleggers via een Nederlands beleggingsfonds (fiscale beleggingsinstelling (fbi))
in Nederlands vastgoed beleggen is in beginsel sprake van belasting over verkoopwinsten.
Immers, wanneer een fbi Nederlands vastgoed verkoopt met winst, dient de fbi deze
winst, onder inhouding van dividendbelasting, aan de aandeelhouders uit te keren.
Hoewel de fbi zelf is onderworpen is aan een 0%-tarief in de vennootschapsbelasting,
lijkt op het eerste gezicht aldus belastingheffing over de met de verkoop van Nederlands
vastgoed behaalde winst te worden zeker gesteld door de heffing van de dividendbelasting
bij uitkering van die verkoopwinst.
Echter een fbi kan er ook voor kiezen om de verkoopwinst niet uit te keren, maar toe
te voegen aan een herbeleggingsreserve (hbr). Dit in afwachting van een nieuw aan
te kopen belegging. (Na de aankoop van de nieuwe belegging wordt op de balans van
de fbi de verkoopwinst op de aankoopwaarde van de nieuwe belegging in mindering gebracht.)
Met betrekking tot het bedrag van de toevoeging aan de herbeleggingsreserve is geen
sprake van een uitdelingsverplichting, noch van een inhoudingplicht voor de dividendbelasting.
Artikel 3b van de Wet op de dividendbelasting 1965 (Wet DB 1965) maakt het vervolgens
mogelijk om (onder voorwaarden) zonder inhouding van dividendbelasting die verkoopwinsten
alsnog uit te keren aan de aandeelhouders. De herbeleggingsreserve wordt op grond
van dat artikel voor de dividendbelasting namelijk aangemerkt als gestort kapitaal.
Met dit amendement wordt beoogd om dit heffingslek te dichten. Met de bepaling in
het voorgestelde tweede lid van artikel 3b Wet DB 1965 wordt, kort gezegd, geregeld
dat over de verkoopwinsten die door een in Nederland gevestigde fbi worden behaald
op in Nederland gelegen vastgoed en die via de hbr worden uitgekeerd aan de (buitenlandse)
aandeelhouders dividendbelasting dient te worden ingehouden.2
Met dit amendement zorgen de indieners ervoor dat bovengenoemd heffingslek in de dividendbelasting
wordt gedicht, waardoor buitenlandse beleggers via een beleggingsfonds wel belasting
moeten betalen over verkoopwinsten op Nederlands vastgoed, net als buitenlandse directe
beleggers dat nu al doen. Het heffingslek doet zich voor indien de verkoopwinst is
toegevoegd aan de herbeleggingsreserve en vervolgens als terugbetaling op gestort
kapitaal wordt uitgekeerd.
De opbrengst van de voorgestelde maatregel wordt ingeschat op structureel € 5 miljoen
per jaar.
Maatoug
Nijboer
Gündoğan
Azarkan
Omtzigt