35 925 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2022

D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 13 september 2021

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan. Naar aanleiding hiervan is op 28 september 2021 een brief gestuurd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De Minister heeft op 13 december 2021 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken, Defensie en Ontwikkelingssamenwerking, Van Luijk

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

Den Haag, 28 september 2021

De Eerste Kamer maakt halfjaarlijks de stand van zaken op ten aanzien van de toezeggingen die door de bewindspersonen aan deze Kamer zijn gedaan.

Door middel van deze brief attendeer ik u op het gebruikelijke halfjaarlijkse overzicht van openstaande en deels voldane toezeggingen. Vandaag ontvangt u digitaal een overzicht van de toezeggingen waarvan de termijn volgens onze informatie op 1 juli 2021 is verstreken. Daarbij treft u tevens, ter informatie, een overzicht aan van de openstaande of deels voldane toezeggingen waarvan de termijn op 1 januari 2022 verloopt. Beide lijsten zijn terug te vinden via de volgende links:

Rappel: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vlmhl5pqzxmt&ministerie=vj5dlmpi42en

Vooruitblik: https://www.eerstekamer.nl/rappel?rappel=vlmhnafgn0wb&ministerie=vj5dlmpi42en

Teneinde een geactualiseerd overzicht aan de verantwoordelijke commissie(s) voor te kunnen leggen, verneemt de Kamer graag vóór vrijdag 5 november 2021 eventuele correcties en een prognose van de termijnen waarop de toezeggingen zullen worden nagekomen. Het betreft daarbij voornamelijk de toezeggingen waarvan de deadline reeds is verstreken.

De Eerste Kamer tracht de toezeggingenregistratie zo actueel mogelijk te houden. De Kamer en de regering zijn er derhalve bij gebaat als brieven, nota’s en dergelijke, die samenhangen met toezeggingen aan de Eerste Kamer, rechtstreeks aan deze Kamer worden gezonden, onder vermelding van het toezeggingenregistratienummer.

Met vriendelijke groet,

J.A. Bruijn

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2021

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op uw verzoek van 28 september 2021 met kenmerk 168624.11u inzake het halfjaarlijks rappel toezeggingen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Th.J.A.M. de Bruijn

Toezegging AMvB's Wet zorgplicht kinderarbeid (34 506) (T02720)

Mijn voorganger zegde uw Kamer toe de zware voorhangprocedure toe te passen in beide Kamers bij AMvB’s die berusten op de Wet zorgplicht kinderarbeid (WZK).

Deze toezegging ging er vanuit dat de evaluatie van het toenmalige IMVO-beleid, met daarin een centrale rol voor de IMVO-convenanten, als inbreng zou dienen voor de AMvB’s. In oktober 2020 heeft het kabinet, mede op basis van deze evaluatie, nieuw IMVO-beleid gepresenteerd. Het kernelement van het nieuwe beleid is brede IMVO-wetgeving, die bij voorkeur op EU-niveau wordt ingevoerd. De inzet van het kabinet is om de WZK op te laten gaan in brede IMVO-wetgeving op EU-niveau, die zich in tegenstelling tot de WZK niet beperkt tot één risico maar alle thema’s van de OESO-richtlijnen beslaat. Mijn voorganger heeft hierover met de Tweede Kamer uitvoerig van gedachten gewisseld, onder meer tijdens het notaoverleg op 8 december 2020.

In de begeleidende brief aan de Tweede Kamer bij de IMVO-beleidsnota (Kamerstuk 26 485, nr. 337) heeft het kabinet aangegeven tevens door te zullen gaan met de uitwerking van de openstaande vraagstukken van de WZK. Deze openstaande vraagstukken overlappen een op een met de bouwstenen die nodig zijn voor de inrichting van brede IMVO-wetgeving. Deze bouwstenen zijn op 5 november jl. gedeeld met uw Kamer (Kamerstuk 26 485, nr. A). Daarnaast heeft mijn voorganger laten onderzoeken welke regeldruk voortvloeit uit zowel de WZK als uit brede IMVO-wetgeving (Kamerstuk 26 485, nr. 373). Dit onderzoek is immers ook nodig voor de uitwerking van de openstaande vraagstukken van de WZK.

Als brede IMVO-wetgeving op EU-niveau gerealiseerd wordt zoals beoogd, zal de WZK, zoals gezegd, daarin opgaan. Mocht een uitvoerbaar en effectief Europees voorstel niet tijdig van de grond komen, dan kunnen de bouwstenen gebruikt worden voor nationale dwingende maatregelen: hetzij de WZK, hetzij brede IMVO-wetgeving. Mijn ambtsvoorganger heeft tijdens het WGO Jaarverslag en Slotwet BuHa-OS 2020 aangegeven dat een nieuw kabinet het voortouw bij deze beslissing moet nemen.

Toezegging Kabinetsinzet gesprek met directeur-generaal Wereldhandelsorganisatie inzake duurzaamheid (35 570 XVII) (T03132)

Aan deze toezegging is voldaan middels de Kamerbrief aangaande gesprekken met de directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie over het maken van een duurzaamheidsslag verstuurd op 18 november 2021. (Kamerstuk 34952-147)

Toezegging Informeren over gesprekken SER en maatschappelijke organisaties op Europees niveau inzake klachtenmechanisme (35 570 XVII) (T03133)

Deze toezegging van de Minister is tweeledig. Ten eerste zegt de Minister toe de Kamer te informeren over de uitkomsten van gesprekken met maatschappelijke organisaties die i.s.m. de SER zijn gehouden. Ten tweede om de Kamer ook te informeren over wat er is gebeurd met de uitkomst van deze gesprekken op EU-niveau.

Het kabinet heeft de Kamer geïnformeerd over de inbreng aan de Commissie over het klachtenmechanisme, opgesteld naar aanleiding van de gesprekken die met behulp van de SER georganiseerd zijn. Hiermee is aan het eerste deel van de toezegging voldaan. De Commissie heeft een brief met een eerste reactie van de EU-Commissaris Dombrovskis gestuurd. Daarin kondigt de commissie drie stukken aan, zijnde het implementatierapport, een herziening van de richtlijnen van het klachtenmechanisme en een meer gedetailleerde brief hierover aan het kabinet. De twee laatst genoemde stukken heeft het kabinet nog niet ontvangen. Het kabinet verwacht dat de Commissie in deze stukken in zal gaan op de Nederlandse inbreng gericht op de verdere uitwerking van het klachtenmechanisme. Derhalve kan nu nog niet aan het tweede deel van de toezegging worden voldaan.

Het kabinet zal u per brief informeren zodra bovengenoemde stukken zijn ontvangen.

Toezegging Tijdpad Europese en nationale wetgevingsvoorstellen inzake internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (35 570 XVII) (T03134)

Aan de Toezegging Tijdpad Europese en nationale wetgevingsvoorstellen inzake internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen is voldaan middels de Geannoteerde Agenda van de RBZ Handel van 10 mei 2021. Graag verwijs ik hierin naar het onderdeel «Toezeggingen».

Toezegging Met internationale en maatschappelijke organisaties kijken naar de ontwikkeling van de coronacrisis en de risico’s hiervan op armoede (35 570 XVII) (T03136)

Mijn voorganger heeft op 15 december jl. aan u toegezegd om met het IMF, de Wereldbank, de VN en maatschappelijke organisaties te kijken hoe de COVID-19 crisis in veel landen zich zal ontwikkelen. Hierbij gaat het over de impact van COVID-19 op armoede en conflict, welke in een brief met uw Kamer, en de Tweede Kamer, gedeeld zal worden.

Inmiddels is deels voldaan aan deze toezegging van mijn voorganger door middel van de Kamerbrief Impact COVID-19 pandemie op conflictrisico’s (Kamerstuk 34952-133), welke u 16 april jl. ontving. Deze brief gaat in op de impact van COVID-19 op conflict en conflictrisico’s, maar niet op de impact van COVID-19 op armoede. Voor het Kerstreces zal uw Kamer (en de Tweede Kamer) een brief ontvangen, waar ik in zal gaan op de impact van COVID-19 op armoede, op basis van inzichten van het IMF, de Wereldbank, de VN en maatschappelijke organisaties.