Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 december 2021
Graag bied ik u hierbij aan de jaarlijkse Decemberbrief voor de begroting van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Via deze brief wordt u geïnformeerd over kas-
en verplichtingenmutaties ten opzichte van de tweede suppletoire begroting.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Th.J.A.M. de Bruijn
Hieronder volgt een overzicht van de voornaamste budgettaire mutaties ten opzichte
van de tweede suppletoire begroting 2021 voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(XVII) (Kamerstuk 35 975 XVII). Met de Slotwet en het Jaarverslag ontvangt Uw Kamer de definitieve standen voor
2021.
Artikel 1: Duurzame handel en investeringen
Uitgaven
De uitgaven realisatie op artikel 1.2 (Versterkte Nederlandse handels- en investeringspositie)
zal naar verwachting hoger uitkomen dan eerder begroot. De hogere verwachte uitgaven
worden veroorzaakt door een toegenomen vraag naar werkkapitaal en financieringen via
DTIF (het Dutch Trade and Investment Fund voor subsidies, opdrachten en garanties).
Ontvangsten
De ontvangsten op artikel 1 (Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen)
zullen naar verwachting hoger uitvallen dan eerder begroot. Dit wordt veroorzaakt
door hogere ontvangsten Internationaal Ondernemen. Dit betreft met name de dekking
van uitgekeerde financieringen via DTIF die wordt onttrokken aan de FOM begrotingsreserve
(Faciliteit Opkomende Markten).
Artikel 3: Sociale vooruitgang
Uitgaven:
De uitgaven realisatie op artikel 3.1 (Seksuele en reproductieve gezondheid en rechten
en hiv/aids) zal dit jaar naar verwachting hoger uitkomen dan eerder begroot. Dit
wordt veroorzaakt door een betaling aan COVAX voor de aankoop van vaccins, een betaling
aan Association De Soutien Au Developpement (ASDAP) en een aantal betalingen binnen
SRGR partnerschappen.
Artikel 4: Vrede en veiligheid voor ontwikkeling
Verplichtingen
De verplichtingen realisatie op artikel 4 (Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling)
zal naar verwachting hoger uitvallen dan eerder begroot. Dit komt enerzijds door de
betalingen aan het Central Emergency Response Fund (CERF) en UNRWA zoals hieronder genoemd bij de uitgaven en anderzijds door hoger
dan geraamde verplichtingen voor het Opportunity Fund binnen het partnerschapsprogramma Prospects. Het Opportunity Fund is een fonds waarmee op actuele ontwikkelingen en acute behoeftes ten aanzien van
opvang in de regio kan worden ingespeeld.
Uitgaven
De uitgavenrealisatie op artikel 4.1 (Humanitaire hulp) valt naar verwachting hoger
uit als gevolg van een tweetal bijdragen:
-
• Een bijdrage aan CERF van OCHA vanwege de toegenomen humanitaire noden en daarbij
nog achterblijvende bijdragen aan het CERF;
-
• Een betaling aan UNRWA, de VN-organisatie voor hulp aan Palestijnse vluchtelingen.
Deze bijdrage is – net als in voorgaande jaren – bedoeld om de continuïteit van de
dienstverlening door UNWRA te helpen garanderen.
Tegenover de extra uitgaven staat dat de uitgaven voor noodhulp lager uitvallen vanwege
minder dan eerder begrote uitgaven voor de inzet van Nederlandse blushelikopters voor
de bestrijding van bosbranden in Albanië.
Artikel 5: Multilaterale samenwerking en overige inzet
Uitgaven:
De verwachte uitgaven realisatie van artikel 5.1 (Multilaterale samenwerking) valt
lager uit. Dit is onder andere het gevolg van een overboeking van EUR 6 miljoen naar
artikel 4.1 voor een extra bijdrage aan UNWRA. Dit was mede mogelijk vanwege een lagere
liquiditeitsbehoefte van activiteiten onder 5.1 die volgend jaar betaald zullen worden.
De uitgavenrealisatie van artikel 5.2 (Overig armoedebeleid) zal naar verwachting
hoger uitkomen dan eerder begroot. Dit komt onder andere door een vooruitbetaling
ten behoeve van schuldverlichting aan de African Development Bank (AfDB).
De begroting voor Buitenlandse handel en Ontwikkelingssamenwerking werkt met een vooraf
vastgestelde wisselkoers ten opzichte van buitenlandse valuta (de corporate rate). Deze koers wordt samen met de presentatie van de begroting vastgesteld. Omdat bij
betalingen in buitenlandse valuta gedurende het jaar een verschil ontstaat als gevolg
van de werkelijk geldende koers, ontstaat er een saldo. Voor de koersontwikkeling
bestaat op het moment van schrijven een tegenvaller. Deze wordt verantwoord op beleidsartikel 5.2.